Nieuw beleid ‘forse stap' richting 100 procent open access

| Rense Kuipers

Een nieuw beleid moet ervoor zorgen dat alle wetenschappelijke UT-publicaties voor 2023 vrij toegankelijk zijn. De crux om tot 100 procent open access te komen is door nog meer drempels weg te halen voor onderzoekers, zeggen rector Tom Veldkamp en universiteitsbibliothecaris Marjolein Drent.

De UT zette al in 2017 een stip op de horizon, in lijn met de Europese en Nederlandse doelstelling: in 2020 moeten alle UT-publicaties 100 procent open access zijn. Dus geen vereiste lidmaatschappen, dure abonnementen of betaalmuren voor het lezen van een artikel, maar vrij toegankelijke onderzoeksresultaten voor iedereen.

UT nog niet op 100 procent

In 2015 zat de UT op slechts 30 procent open access, in 2020 is 69 procent van de UT-publicaties vrij toegankelijk gepubliceerd. Nog lang geen 100 procent dus. De praktijk blijkt weerbarstig, weet Veldkamp. ‘Ook al hebben wij er een belang bij dat publiek gefinancierd onderzoek ook publiek toegankelijk wordt, hebben veel tijdschriften een ander – commercieel – belang.’

Door zogeheten read-and-publish agreements tussen de universiteiten en uitgevers, is het aantal journals waarin open access gepubliceerd kan worden de afgelopen jaren gegroeid tot zo’n 10 duizend. Op jaarbasis kosten zulke afspraken de UT zo’n 1,7 miljoen euro. Toch doen niet alle journals daaraan mee. Afgelopen jaar maakten de universiteiten nog een megadeal met Elsevier, maar met prestigieuze tijdschriften als Science en Nature zijn die afspraken er niet.

‘Nee, tenzij’ wordt ‘ja, tenzij’

De UT denkt nu een grote slag te kunnen maken door de zogenoemde Taverne-procedure aan te passen. Die komt voort uit een amendement van toenmalig VVD-kamerlid Joost Taverne, waardoor de Nederlandse auteursrechtwet in 2015 werd aangepast. In een notendop: onderzoek dat geheel of gedeeltelijk met publiek geld is gefinancierd, mag na een ‘redelijke termijn’ door de auteur open access worden gepubliceerd.

UT-wetenschappers maakten daar al gebruik van om gesloten publicaties alsnog open access te maken, vertelt Drent. ‘Maar dat moest je als onderzoeker zelf doen, vanaf zes maanden na de originele publicatiedatum. Die vorm van opt-in bracht veel rompslomp met zich mee. Denk bijvoorbeeld aan het aanmelden van de publicatie voor open access, het opstellen, controleren en ondertekenen van een contract, overleg met onze informatiespecialisten...’

De nieuwe procedure van de UT is als de veranderde Nederlandse donorwet, blijkt uit de uitleg van de universiteitsbibliothecaris. ‘Opt-in wordt opt-out. Oftewel, we gaan van “nee, tenzij” naar “ja, tenzij”. Houd je als wetenschapper netjes je publicaties bij in Pure (het onderzoeksinformatiesysteem dat de UT gebruikt, red.), dan zorgen we vanuit LISA dat de publicatie ook open access beschikbaar komt. Tenzij je dat niet wil, dan moet je dat aangeven’, legt Drent uit.

100 procent voorlopig utopie

Zo worden praktisch alle artikelen die anders achter een betaalmuur zouden blijven na zes maanden alsnog open access. ‘Ook artikelen gepubliceerd in Science of Nature, terwijl dat anders 10 duizend euro zou kosten per openstelling’, aldus Veldkamp. ‘Door deze aanpassing kunnen we een forse stap maken richting de beoogde 100 procent. En dit gaat onze manier van werken en samenwerken in positieve zin beïnvloeden.’

Toch zijn er factoren die ervoor zorgen dat volledig 100 procent open access voorlopig een utopie blijft. ‘De Taverne-regeling geldt alleen voor korte publicaties, oftewel: artikelen, hoofdstukken en bijdragen aan conferenties', licht Veldkamp toe. ‘Langere publicaties als lesboeken vallen er niet onder – en juist daar zit vaak een verdienmodel aan. Ja, daar vind ik wel wat van. Ik zie dat geld liever naar onderzoek gaan.’ ‘Maar’, nuanceert Drent, we hebben het hier op jaarbasis over zo’n vijftien boeken, op een totaalaantal publicaties van zo’n 2800. Ruim 99 procent open access moet zeker haalbaar zijn.’

Geen juridische stappen

En de grote uitgevers die hun verdienmodellen zien afbrokkelen? Angst voor juridische stappen heeft de UT niet direct. ‘Er is vanuit de Universiteiten van Nederland (voorheen VSNU, red.) een pilot geweest, waarbij uitgevers uitgebreid zijn geïnformeerd over de uitgangspunten. Daaruit volgden geen juridische stappen tegen de universiteiten’, verzekert Drent.

Veldkamp ziet uitgevers meebewegen met open access. ‘Ze hebben een bepaalde positie – een vrij sterke – in het geheel. Je ziet een uitgever als Elsevier niet alleen meer hybride en volledige open access-titels aanbieden, maar ook een beweging maken van publicaties naar data. Dat is het nieuwe goud en daarin willen ze vooroplopen. Die trend volgen we aandachtig en kritisch, want ze bieden ons wel producten waar we waarde aan hechten. Het uitgangspunt moet wel zijn dat publiek gefinancierd onderzoek in principe zonder beperkingen publiek beschikbaar moet kunnen zijn.’


Het nieuwe beleid wordt morgen in de universiteitsraad besproken.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.