De pogingen van overheid en bedrijven om meer studenten naar de techniek te lokken, werpen hun vruchten af. Een beetje te veel, want de TU Delft, de Universiteit Twente, de TU Eindhoven en Wageningen University zeggen dat ze de toestroom nauwelijks nog aan kunnen. In tien jaar tijd groeide het aantal studenten van 32 duizend naar 53 duizend.
Strenger kijken
'Mogelijk moeten we de instroom gaan beperken', zegt Victor van der Chijs, UT-collegevoorzitter en voorzitter van de federatie van de vier technische universiteiten in het Algemeen Dagblad. 'Dat betekent dat we strenger naar kwaliteit gaan kijken en bijvoorbeeld alleen de beste buitenlandse studenten aannemen. Tenzij we meer geld krijgen.'
Overigens biedt de TU Delft al drie opleidingen met een numerus fixus aan. Selectie blijkt daar niet altijd nodig: bij lucht- & ruimtevaarttechnologie bijvoorbeeld zijn op dit moment 446 van de 480 plaatsen gevuld.
Numerus fixus
Ondernemersorganisatie FME vindt een numerus fixus ‘onacceptabel’. 'Dit is de omgekeerde wereld', reageert voorzitter Ineke Dezentje. 'De industrie zit te springen om goedopgeleide technici en de instroom gaat eindelijk beter.'Ze is bang dat bedrijven naar het buitenland vertrekken als ze geen goed personeel kunnen vinden. 'En dat is de doodsteek voor het innovatieklimaat in Nederland.'
Minister Bussemaker is niet van plan de technische universiteiten meer geld te geven, zegt ze in het AD. 'Ik kan me niet voorstellen dat de universiteiten verrast zijn door de stijgende studentenaantallen', aldus de bewindsvrouw. 'Ze wisten jaren geleden al dat dit eraan kwam.'
Kritische minister
Of er werkelijk te weinig technici zijn, wordt wel eens betwijfeld. Ook de minister is kritisch. Zorg eerst maar eens dat de afgestudeerde technici in Nederland aan het werk kunnen, vindt ze. Nu kiest veertig procent voor een baan in een andere sector en wil de helft van de techniekstudenten na de studie in het buitenland gaan werken.
Ook in het hbo stelden sommige techniekopleidingen vorig jaar een numerus fixus in vanwege het grote aantal aanmeldingen. De Tweede Kamer vond dit onbegrijpelijk: de Nederlandse economie heeft behoefte aan bèta’s en technici. Waarom zou je dan de toeloop van studenten indammen?
De minister herhaalt nu wat ze destijds de Kamer antwoordde, namelijk dat de kwaliteit van het onderwijs boven alles gaat. 'Als opleidingen de toestroom echt niet aankunnen en goed onderwijs niet kunnen garanderen, is een numerus fixus in ieders belang.''
Student de dupe
Jan Sinnige, voorzitter van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO), vindt dat de student de dupe is van de onenigheid tussen het ministerie en de universiteiten. 'Quick fixes als de numerus fixus bieden geen structurele oplossing voor dit probleem.'