Wiskundedocent Dick Meijer schreef een stukje over TOM: 'De Treurige TOM Top Tien'. Informaticadocent Maurice van Keulen is juist overwegend positief over TOM. Hij is modulecoördinator van 'Parels der Informatica', de eerste module van Technische Informatica (TI). Natuurlijk waren er aanloopproblemen, maar de ervaringen zijn tot nu toe grotendeels positief. Als tegenwicht voor het stuk van Dick, zijn 'fleurige TOM Top Tien'.
De Fleurige TOM Top Tien
TOM is, hoewel van boven opgelegd, bij Technische Informatica (TI) voornamelijk opgevat als een goed moment om het hele curriculum opnieuw te ontwerpen. Toekomstvaste software moet je ook af en toe van de grond af opnieuw ontwerpen. Andere onderwijsvormen worden nu meer toegepast en lang-bediscussieerde ideeën over leerlijnen en terugkerende inhoudelijke onderwerpen zitten systematischer en zichtbaarder in het curriculum.
De eerste module "Parels der Informatica" laat de student proeven aan acht onderwerpen en geeft daarmee een goed overzicht van het vakgebied Informatica. Dit is iets wat er voorheen helemaal niet was. Als student krijg je veel sneller door welke onderwerpen je aanspreken en waar je al-dan-niet goed in bent, én of TI wel de juiste studie is. Wekelijkse evaluaties geven, op één week halverwege na die niet zo goed liep, ruime zevens als rapportcijfer voor elke week.
Door de vele betrokken docenten wordt de werkdruk bij docenten van deze module niet als heel hoog ervaren, maar wel geconcentreerd intensief. Het was eerder de met TOM samenvallende reorganisatie bij EWI die voor verhoogde werkdruk heeft gezorgd. Daar staat tegenover dat ik bij veel collega's enthousiasme en werkplezier bespeur vanwege TOM. Dit is wat we leuk vinden om te doen: nadenken, ontwerpen, nieuwe technieken uitproberen, zelf veel leren. Sommigen vinden het fijn dat onderwijs even niet ondergeschikt hoeft te zijn aan onderzoek. Wel is er uiteraard heel veel werk gaan zitten in het ontwikkelen van al dit nieuwe onderwijs.
We zijn ambitieus geweest qua niveau maar de eisen behoefden nauwelijks bijstelling. Er kon één extra toets en meer opdrachten worden herkanst, niet omdat we bang waren voor een te laag slaagpercentage, maar meer omdat het makkelijk te realiseren bleek. Minima op deelcijfers en gemiddelden zijn niet verruimd. Met herkansingen in volle gang is een slagingspercentage giswerk, maar ik vermoed dat we zonder bijstelling rond 70-75% gaan uitkomen.
Wiskunde is ook bij TI een wezenlijk deel van de studie (groter dan binnen welke andere Informatica-studie binnen Nederland dan ook), en het is traditioneel een aanzienlijke bron van uitval en studievertraging. Binnen TOM is de hoeveelheid wiskunde niet wezenlijk veranderd en kan het gebeuren dat een student vanwege dat onderwerp een hele module misloopt. Dat is sneu, maar zo'n student zou anders misschien pas na een jaar geconfronteerd worden met het feit dat dit voor hem of haar een (te?) moeilijk onderdeel is.
Het is een bekend fenomeen bij TI dat studenten gemiddeld relatief weinig tijd aan hun studie besteedden met vaak lange studieduur tot gevolg. Studenten zijn nu zichtbaar meer op de UT aanwezig en maken meer uren. TOM is wat dat betreft een verbetering: een werkhouding passend bij voltijds studeren. Met de werkdruk lijkt het wel los te lopen, gezien de doorgaans ontspannen sfeer met ruimte voor geinen en gamen. Ik maak me wel zorgen om de invloed op studentenactivisme wat een natuurlijke vorm van verwerven van academische vaardigheden is.
De opzet van de eerste module met een grote hoeveelheid onderwerpen, opdrachten en toetsen geeft minder ruimte voor bezinking. Het onderwerp "Functioneel Programmeren" staat bekend als iets waarbij "het kwartje moet vallen" en dat kwartje viel bij de meerderheid ook pas aan het eind van de week. Toch scoorde dit onderwerp hoog in een tussentijdse evaluatie. De uitdaging die van dit oorspronkelijk derdejaars onderwerp uitgaat wordt blijkbaar gewaardeerd.
TOM introduceert de rol van modulecoördinator. In deze centrale rol die over al het onderwijs van een kwartiel gaat, kon ik de flexibiliteit in de module effectief benutten ten behoeve van studeerbaarheid en speciale situaties. De rol geeft een natuurlijk aanspreekpunt voor studentassistenten, tutoren, studieadviseurs en studenten, waardoor snel en effectief op signalen kan worden gereageerd. Ter illustratie, we hadden één pre-master student, twee studenten deden de module als minor en er waren een stuk of tien speciale situaties.
Uit de prestaties van de studenten in de opdrachten en het project en uit gesprekken en wekelijkse evaluaties, maak ik op dat studenten in korte tijd heel veel geleerd hebben. Het in de context van een probleem of project opdoen van kennis en vaardigheden zal deze in potentie beter doen beklijven. Of dat ook daadwerkelijk gebeurt, weten we natuurlijk pas over een tijdje, maar ik heb er een goed gevoel over.
Is het duurder? In de huidige vorm nog wel volgens mij. Het aantal contacturen is hoog met veel inzet van studentassistenten. Die hebben overigens geweldig werk geleverd. Als meer studenten in TOM zitten zal het wel moeilijker worden studentassistenten te vinden. Een optimalisatieslag is nodig. Net als met software: eerst de functionaliteit realiseren en zorgen dat 't werkt, dat hebben we gedaan, vanaf nu meer aandacht voor efficiëntie voor de volgende "release".
With the magazine ROOTS we want to connect students and companies. We do this by bringing stories of starters on the labor market. They talk about living and working in the region. We also publish advertorials. In this way, companies come into the spotlight of students and students get an idea of the life that awaits them and what opportunities there are in the region.