Kritiek op kritiek op kritiek

| Marc Hulsebosch

‘Kritiek is alleen zinnig als het constructief is en je meedenkt over een oplossing.’ Een misverstand dat ik de laatste tijd zo vaak gehoord heb dat ik er deze maand maar een stukje papier en wat pixels aan wijd. Het is een vorm van ‘tu quoque’, een ad hominem drogredenering waarbij een claim wordt tegengesproken door naar een ermee verband houdende eigenschap van de criticus te verwijzen, in dit geval het niet hebben van een beter voorstel.

Marc Hulsebosch is student Business Information Technology en heeft in de eerste helft van 2013 in de Universiteitsraad gezeten. Vanaf oktober 2013 heeft hij een column in UT Nieuws Magazine.


Ik kan het sentiment dat erachter zit begrijpen: het vereisen van meedenken zet enigszins een rem op ondoordachte en mogelijk ongefundeerde kritiek. Kritiek mét een meegeleverde oplossing is nu eenmaal bruikbaarder dan zonder, zeker als het kritiek betreft op een voorstel met een deadline, zoals een stuk dat deze (of vorige) vergadering ‘moet’ worden gehamerd of een vak dat eigenlijk al loopt. Tijd om iets dan nog goed te krijgen ontbreekt, wat kritiek van de hand wijzen aantrekkelijk maakt.

Dat neemt niet weg dat het een drogredenering is om te claimen: ‘Je hebt geen oplossing, dus je mag geen probleem benoemen’. Er zijn eenvoudigweg te veel complexe beroepen, taken en processen, en een individu kan ze niet allemaal beheersen, waardoor iedereen zich in meer of mindere mate moet specialiseren. Toch is het voor een buitenstaander vaak wel mogelijk de uitkomsten te beoordelen. Simpel voorbeeld: als je pas gebouwde huis instort kun je prima dat probleem benoemen bij je aannemer, zelfs al heb je geen kennis van huizen bouwen. In het algemeen geldt: als we allemaal alleen kritiek mochten leveren op zaken die we zelf beter kunnen zou iedereen die specialist is logischerwijs middelmatig werk af kunnen leveren. Iemand die beter was dan hijzelf heeft hem immers niet nodig, en iedereen die minder goed is mag geen kritiek leveren.

Zeker in een omgeving als de universiteit, waar altijd contact is tussen een wisselende studentenpopulatie en een gevestigde orde van wetenschappers, ambtenaren en bestuurders zou kritiek in ieder deel van de organisatie moeten worden verwelkomd zoals eenieder in de wetenschap een hypothese onderuit mag halen zonder een nieuwe voor te stellen. Als die kritiek terecht is moet je kiezen tussen verbeterstappen en opstappen. Daarbij maakt de afzender en tijdigheid van kritiek niet uit, noch de vraag of de ontvanger bestuurder of wetenschapper is. Of natuurlijk columnist.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.