Een fantastisch verlopen ontruiming...het doet ons denken aan Ivo Niehe: ‘Het is unaniem een belachelijk groot succes.’ Wie woensdagavond aanwezig was in Carré heeft het namelijk heel anders ervaren.
Marcel Schwirtz, technicus en veiligheidscoördinator bij de vakgroep Robotics and Mechatronics, was die avond met een groep studenten aan het werk in het lab op vloer 3.
‘We waren rustig aan het werk, toen er ineens een zenuwachtige student-medewerker van de Servicedesk in de deuropening van het lab stond. ‘Allemaal naar buiten! We moeten ontruimen!’ riep hij opgewonden. Ik vroeg hem wat er aan de hand was. ‘Dat kan ik niet zeggen! Jullie moeten weg!’’
Laptopdief
Schwirtz vroeg nog wat door, maar verdere informatie kwam niet. De student stond intussen op het punt om de beveiliging te bellen, omdat men niet ogenblikkelijk vertrok. Schwirtz: ‘Dit is nou precies waar het ontruimingsalarm voor is. Als dat niet afgaat en er komt een onbekende in het lab om ons weg te sturen, ja, dan wil je wel even weten of het niet een grap is...of een laptopdief die ons weg wil hebben.’
Schwirtz besluit toch gehoor te geven aan de oproep. Op weg naar buiten moet hij ook nog voor een aantal vakgroepleden die nog aan het werk waren bevestigen dat hij gelooft dat het menens is. ‘Professor Carloni vertrouwde het ook niet; er komt zomaar iemand binnenvallen die je weg wil sturen. Ze vroeg hem om een pasje of iets dergelijks, waaruit bleek dat hij bona fide was. De student was bijna in tranen omdat ze hem niet direct geloofde.’
Ontruimingsalarm
Pas toen Schwirtz, de studenten en Carloni het gebouw hadden verlaten, ging het ontruimingsalarm af. Terugrekenend, bijna een half uur nadat de student zijn ronde begon.
Uiteindelijk is iedereen natuurlijk veilig naar buiten gekomen, maar ‘vlekkeloos’ of ‘fantastisch’ verliep de ontruiming zeker niet. Een portier moet niet door het gebouw gaan lopen; hij moet ofwel op zijn plaats blijven als aanspreekpunt, ofwel het gebouw zelf ook verlaten. Evacuatie dient middels het ontruimingsalarm gecommuniceerd te worden.
Een niet-vlekkeloos verlopen ontruiming is geen probleem, zeker niet als het om een vals alarm blijkt te gaan. Het is een mogelijkheid om te leren waar verbetering mogelijk is. Wat wel een probleem is: een niet-vlekkeloos verlopen ontruiming die door het hoofd beveiliging als ‘fantastisch’ wordt bestempeld. Dit betekent namelijk ofwel dat het voor de beveiliging niet duidelijk is wat er precies gebeurd is, ofwel dat de beveiliging bewust kiest de fouten te negeren. Beide situaties dragen niet bij aan de veiligheid op de campus.
Geert Folkertsma