Dezelfde technologie is te gebruiken om wat dan ook in beweging te brengen: een cursor, een drone, of, ik noem maar wat, een bommenwerper. De Royal Society, een wetenschappelijke denktank van de Britse overheid, zette in 2012 allerlei militaire toepassingen van neurologisch onderzoek eens op een rijtje. Telekinetisch bommenwerpen was maar één van de vele militaire toepassingen van allerlei technologieën die de uitvinders ervan vast niet voor ogen hadden. Dat is het lot van de uitvinder: je bedenkt een manier om tunnels te graven (dynamiet) en voor je het weet gooien ze dorpen plat met je vinding.
Je kunt hier je schouders over ophalen. Is het de verantwoordelijkheid van de wetenschapper dat voor allerlei innovaties ook een gewelddadige toepassing te bedenken valt? Bij de afdeling robotica in Delft, ontdekte ik onlangs, bestaan hierover zeer principiële ideeën. Toen ik een artikel over oorlogstechnologieën schreef, wilde niemand me binnen deze context te woord staan. Zelfs de associatie van hun kennis met militaire toepassingen wilden ze niet op hun geweten hebben.
Jammer voor mij, maar ik kon me er wat bij voorstellen.
Afgelopen zomer riepen astrofysicus Stephen Hawking, Tesla-oprichter Elon Musk en duizenden andere experts op het gebied van kunstmatige intelligentie op tot een verbod op autonome wapens. Dat techneuten zelf op de rem trappen om te voorkomen dat een technologie voor de verkeerde dingen wordt aangewend, is vrij uniek en zou dus alarmbellen moeten doen rinkelen. Toch was de Nederlandse Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) niet onder de indruk. Zo’n vaart zou het allemaal niet lopen, oordeelde de raad, waarna de Tweede Kamer het advies kreeg om de ontwikkeling van autonome vechtrobots voorlopig maar niet te verbieden.
Je hoeft geen expert te zijn op het gebied van kunstmatige intelligentie om te snappen dat die vaart allang is ingezet. Het is mooi als ingenieurs hun geweten laten spreken, maar nog fijner zou het zijn als juristen en politici daar een voorbeeld aan zouden nemen.
Enith Vlooswijk is wetenschapsjournalist en schrijft columns voor UT Nieuws Magazine.