Het zou interessant zijn bovengenoemde uitspraak eens aan een factcheck te onderwerpen. Het zijn namelijk uitgerekend universiteitsbestuurders die dit de afgelopen jaren in één of andere variant hebben beweerd. Meest recent was het de voorzitter van de Universiteit Twente én van de 4TU-federatie die deze uitspraak deed in Het Financieele Dagblad van 7 februari.
Is de uitkomst van de factcheck ‘waar’, dan zou hier een schandaal in de maak zijn, dat kan leiden tot een studentenopstand en een parlementaire enquête. Is de uitkomst ‘niet waar’, dan bestaat er blijkbaar een kloof tussen de beleving van bestuurders en de praktijk. En dat is vervelend, omdat deze uitspraak meestal wordt gedaan om de noodzaak van onderwijsvernieuwing te beargumenteren. En onderwijsvernieuwing hakt er nu eenmaal geweldig in, dus moeten de argumenten daarvoor overtuigend zijn.
Maar wat heb je aan een factcheck als de uitspraak niet klopt, als het eerste deel van de bewering onjuist is? Wat als de technologische ontwikkelingen op de tijdschaal van een technische studie in wezen helemaal niet zo groot zijn? Dan is het tweede deel van de uitspraak simpelweg niet meer relevant.
De perceptie dat technologie zich zo snel ontwikkelt is namelijk zwaar gekleurd door één sector, de ICT. Bedenk een grote, door de techniek ingegeven verandering op een willekeurig terrein in het dagelijks leven van de afgelopen vijf jaar en de kans is groot dat het in feite gaat om de ICT die ‘onder de motorkap’ verborgen zit. De snelheid waarmee technologie zich voor het overige ontwikkelt valt immers nogal tegen. Transport, medische technologie, duurzame energie, materialen: de werkelijke vooruitgang op deze gebieden gaat juist tergend traag. De belangrijkste innovatie voor de luchtreiziger in de afgelopen tien jaar is het electrochromisch blindeerbare raampje. En het steeds mooiere in-flightentertainment dan, zegt u? Dat is nou juist weer ICT.
De mate waarin de technologie zich binnen een studentenleven ontwikkelt is dus geen rechtvaardiging om hijgerig naar de volgende onderwijsvernieuwing te hollen. Daarvoor moet je echt met andere argumenten komen.