Oké, ik geef het toe. Ik ben verslaafd. Verslaafd aan dingen waarvan ik niet eens wist dat je er verslaafd aan kon raken. Sociaal contact, activiteiten ondernemen en boven alles: sport op televisie. Met meerdere schermen tegelijk kijken naar alles wat er op de vaderlandse velden, hallen, bossen, wegen, banen en baden plaatsvindt. En niet alleen dat, ook de rest van de (sport)wereld vergeten we daarbij niet.
Zondagavonden zijn standaard gevuld met die gekke Amerikanen en hun ellenlange reclames, onderbroken door vijf minuten aan coureurs die non-stop naar links gaan en football dat nagenoeg alleen met de handen gespeeld wordt. En ja, ik ben ook zo iemand die uren gefascineerd en met bonzend hart van de spanning kan kijken naar een golftoernooi. Een sport waar bij tijd en wijlen zo weinig gebeurd, dat zelfs sommige colleges minder slaapverwekkend zijn.
Een van de beste manieren om het sportgebrek op tv te overkomen, is het zelf doen. Laat dat nu net de olifant in de kamer zijn. Leuk feitje tussendoor: olifanten zijn de enige landdieren die niet in staat zijn om verticaal omhoog te springen. Dat is nu juist weer een handig talent voor een sport als beachvolleybal.
De strakblauwe luchten en felle zon nodigen momenteel uit voor een dagje aan zee. Helaas biedt de campus geen strand, maar de beachvelden komen daar verdacht dicht bij in de buurt. Er gaat weinig boven het warme zand aan jouw voeten, zon op de huid en die perfecte bal die jij wel even aan de overzijde binnen smasht. De onvermijdelijke walk of shame om de bal die jij zo perfect huizenhoog buiten de hekken sloeg op te halen, neem je dan maar voor lief.
Een verfrissende duik in het zwembad zorgt voor de nodige verkoeling na afloop. Om echt indruk te maken ga je natuurlijk voor die salto van de duikplank of kies je net dat plekje uit waar iedereen je kan zien liggen in de nieuwste badmode. Velen kennen het wel: thuiskomen met een rode rug en je afvragen of je verbrandt bent of dat het toch die mislukte sprong in het water was.
Voor nu is dat helaas toekomstmuziek en moeten we het doen met zoveel mogelijk genieten waar het kan. En ik moet mijn dagelijkse dosis endorfine halen uit de ontelbare digitale rage quits en de ondraaglijke spanning van knikkerraces. Er zijn slechtere afkickverschijnselen te bedenken.