Libero

| Femke Nijboer

Columnist Femke Nijboer werd gevraagd om mee te schrijven aan een nieuw subsidievoorstel. Maar helemaal vrij om te bedenken wat jij goed acht te onderzoeken, dat ben je niet.

Photo by: AJF

Een collega bij een andere universiteit belt: ‘We schrijven een projectaanvraag voor preventie van [hou ik even geheim]. Schrijf je mee?’. ‘Oeh, wat leuk dat juist jij belt. Vertel me meer!’.

Mijn collega legt uit dat ze gepersonaliseerde preventieve behandelingen aan willen bieden aan mensen met [x]. Hij en zijn andere partners zijn goed in de mensenkennis en gezondheidsinvloeden. Wat maakt dat persoon A goed reageert op deze behandeling en persoon B op de andere? Wat hebben ze nodig om hun gezondheid te verbeteren? De UT zou het ontwerp van de app kunnen doen, zodat de mensen ook op afstand gecoacht kunnen worden.

‘Een app?’, vraag ik. ‘Ja, zoiets moet er wel bij, denk ik’, zegt de collega.

Ik weet het. Het lijkt wel of je geen subsidie meer kan binnenhalen zonder dat je project ook een app oplevert. De wildgroei aan apps in de gezondheids- en welzijnssector maakt onze regering vast heel blij. ‘Eindelijk doen die wetenschappers eens wat nuttigs. Burgers kunnen zichzelf nu redden. Handig! Richten wij ons weer op het positieve vestigingsklimaat’.

‘Maar apps zijn stom’, zeg ik. Daarmee bereik je niet de mensen die het echt nodig hebben. In Enschede bijvoorbeeld is 24% van de mensen laaggeletterd, die gaan echt niet gezonder leven door psycho-educatie op hun telefoon. Die gaan de app niet eens downloaden.

Mijn collega was het daar wel mee eens, maar kansen op subsidie zijn nou eenmaal hoger als je ergens in je subsidievoorstel een app belooft. Als we die app nou eens loslaten en meer richting creatieve technologie of wetenschapscommunicatie gaan. Met name de link tussen de creatieve industrie, e-Health en gezondheidswetenschappen is hot.  Betrek dan nog de doelgroep bij je onderzoek en ontwerp van oplossingen en je bent superhot. Citizen science, public engagement en co-creatie zijn de magische woorden. Terecht trouwens!

Dat zag-ie wel zitten, maar toen kwam mijn volgende probleem: ‘In mijn vakgroep werken we niet aan ontwerp van technologie of wetenschapscommunicatie, dus als je mij daarvoor wil hebben, dan moet dat eigenlijk via bijvoorbeeld het DesignLab. En die moeten mij dan weer ‘leasen’ van onze faculteit, want elke stek heeft zijn eigen financiële potje. Iemand moet dat dan ook nog goedkeuren.’

Was het namelijk maar zo’n feest dat we als libero op de hele UT konden werken. Was het maar zo’n feest dat we subsidievoorstellen konden schrijven die we nodig en goed achten, zonder dat we er buzzwoorden in moeten fietsen of het aan moeten passen aan het keurslijf van onze eigen faculteit.

Maargoed… mijn collega en ik werken er wel weer omheen. Wie niet vrij is, moet slim zijn.   

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.