Kanarie

| Femke Nijboer

Het zit erop! Na vier jaar schrijven over het wel en wee op de UT-campus stopt ‘huiscolumnist’ Femke Nijboer. In deze laatste column blikt ze terug, pleit ze voor het koesteren van gele vogeltjes en vertelt ze over de grootste les die ze leerde.

Photo by: AJF

De eerste woorden van mijn laatste column. Ik heb er zelf om gevraagd bij de redactie van U-Today, Ik was het een beetje zat elke twee weken een mening te moeten hebben over de campus, de wetenschap of het onderwijs. Zelf had ik ook het gevoel in herhaling te vallen, hoewel de redactie en sommige uitgesproken lezers zeiden dat het niet zo was.

Hoe dan ook bekroop me wel een moe gevoel. Niet moe van het schrijven. Dat nooit meer! Het schrijven heb ik juist herontdekt door U-Today! Ik blijf dan ook mooi knooi’n in de schuur van mijn tuin. In 2024 komt er namelijk een boek bij een heuse uitgever. Een grappig en duister boek. Vot met de meningen, hup horror en humor!

Dat vermoeide gevoel komt volgens mij door de organisatiesensitiviteit waar velen op de UT zo naar lijken te verlangen. Het woord alleen al is een kanarie in de koolmijn. De liefde voor de UT blijkt bij mij niet uit (louter) zalvende woorden. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Ik meen dat het columnist Sander Schimmelpenninck was die ooit werd gevraagd waarom hij zijn columns niet gebruikte om mensen te verbinden. Hij zei: ‘Verbinden doen ze in het ziekenhuis’.

Tuurlijk heb je wel columnisten die mensen willen wijzen op hoe één we zijn. Ook mij heb je vast wel eens op zo’n Kumbaya column kunnen betrappen (en ik meende het waarschijnlijk ook nog!).

Maar persoonlijk denk ik dat je als columnist je lezers ietwat moet ontregelen. Voor een seconde of wat daagt een goede column een lezer uit nét even wat beter naar z’n eigen standpunten te kijken. Zijn ze valide? Valt er anders naar te kijken? Moet je inbinden? Of wordt het soms tijd voor daadkracht? Soms kan een columnist je kanarie zijn.   

Een mooi voorbeeld vind ik zelf de column over mijn hartekreet waarin ik de hartkloppingen beschrijf in een tijd waarin ik - achteraf bezien- misschien wel een soort burn-out had en besloot een Femxit voor te bereidden. Een terugtrekkende beweging uit het hoger onderwijs, want hoger onderwijs maakt soms meer kapot dan je lief is met z’n werkdruk en individuele competitie. Tientallen reacties mocht ik ontvangen van collega’s. Ik had woorden gevonden voor hun gevoel. En dan was er ook nog die ene persoon die besloot hulp te gaan zoeken.

Maar geloof me…  veel meer nog dan dat ik lezers ontregelde, ontregelde ik mezelf. Een column schrijven is als een therapiesessie, paddo’s, een reisje naar Lourdes of wattanookmaar jouw lievelingsrecept voor catharsis is. Je tikt door totdat tevoorschijn komt wat er in je binnenste zit. Een column is een soort van Kinder Surprise-ei voor volwassenen. Soms schrik je je een hoedje. Soms grinnik je erom. Af en toe ben je te snel met afronden en had je langer moeten tikken omdat het nog niet ‘waarachtig’ was. Hup, een ouderwets woord. Niet waar, maar waarachtig. Snap je wat ik bedoel?

Maar ik heb leren houden van die ontregeling. Het was magisch, heerlijk en helend voor mijzelf om zo lang voor jullie te mogen schrijven. Dank voor het lezen en de vele leuke reacties die ik mocht ontvangen. Excuses voor de columns waarin ik niet lang genoeg doortikte.

Vooral erg veel dank aan de redactie van U-Today voor de kleine lessen (onder andere het afleren van het gebruik van de voltooid verleden tijd) en de grotere lessen over de journalistiek. Toen de storm op z’n hevigste was en ik overwoog te schuilen zei Maaike Platvoet onverschrokken: ‘Gewoon je werk doen, dat is het beste antwoord.’

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.