Werkdruk te lijf (slot)

| Wiendelt Steenbergen

UT-hoogleraar Wiendelt Steenbergen schrijft in deze serie over slechte gewoonten die voor werkdruk zorgen en doet voorstellen om er van af te komen. In deze afsluitende 'aflevering' maakt hij de balans op.

Het wordt tijd om de serie Werkdruk te Lijf af te sluiten. ‘Wélke serie?’ ‘Liep die dan nog?’ Het zijn voorstelbare reacties. Ik wil nog eens kort de onderwerpen langsgaan om te zien hoe het er nu voorstaat. We komen rotte plekken tegen, maar ook lichtpuntjes.

Nog voor de serie begon schreef ik over de jaarcirkel. Na mijn voorstel om deze te herzien voor meer ademruimte, pleitte De Jonge Akademie voor een slimmer academisch jaar. Femke Nijboer voorspelde een Nieuw Academisch Jaar met een langer winterreces. En zie daar, later nodigde minister Dijkgraaf de universiteiten uit om te experimenteren met een andere jaarindeling, en onze universiteit doet nu aan dit experiment mee. Ik ben bescheiden genoeg om niet te suggereren ik dit in gang heb gezet, maar helemaal onzinnig was mijn pleidooi dus niet. En nu maar hopen dat dit idee niet uiteindelijk als te complex terzijde wordt geschoven.

Part of the job

Ik schreef over ongeremd mailgedrag, ’s avonds en in het weekend. Een collega reageerde dat het afsluiten van de mail buiten werktijd een vorm van dictatuur is. Dat stel ik ook niet voor, ik wil alleen maar andere default instellingen van ons mailsysteem. Wie collega’s en studenten buiten werktijd niet wil lastig vallen met mails moet nu extra handelingen verrichten, verdeeld over twee dagen. De  avond- en weekendmailer wordt geen strobreed in de weg gelegd. Dat moet toch andersom kunnen?

Ik had een toezegging gekregen dat een andere instelling zou worden onderzocht, maar heb er niets meer van gehoord. De UT als werkgever is niet royaal met aansporingen om elkaar buiten werkuren niet lastig te vallen. Integendeel, ik zie veel slechte voorbeelden om me heen. ‘It’s part of the job’ hoorde ik iemand in het hoger management eens zeggen.

En dan het groenlichtgesprek. Ik vind nog steeds dat we het moeten afschaffen. Het is een oplossing voor geen probleem. Maar zolang de universiteit mij toestaat om het groenlichtgesprek te vervangen voor een mailconsultatie vind ik het goed. Laat de universiteit bij de volgende oplossing van het volgende (geen) probleem ook eens bedenken wat er dan níet meer hoeft.

Wel de lasten, niet de lusten

De vergaderlunch was tot voor kort een doortrapt sympathiek gecamoufleerde manier om nog wat extra werkuren uit ons te persen. Als het even kan boycot ik ze. Ik realiseer me dat ik me dit kan veroorloven. Ik kom toch wel aan mijn informatie en hoef me niet meer te profileren in deze organisatie. Ook over de lunchvergadering hoor ik geen aanbeveling ‘van hogerhand’ om ze terug te dringen, laat staan dat dat beleid is. Feitelijk is de situatie verslechterd. De lekkere broodjes zijn dan wel wegbezuinigd, maar de lunchvergaderingen niet: wel de lasten, niet de lusten.

‘Je zou toch verwachten dat…’

Het was februari 2022 toen ik schreef over onze systemen en processen, en Unit4 was er nog niet eens. Met enig gevoel voor drama kan je onze systemen de schandvlek van onze universiteit noemen. Ze kosten veel mensen veel inspanning: om met de systemen te werken, om de terecht geuite frustraties aan te horen, om de tekortkomingen te verhelpen. Het wordt beter, maar we zijn er nog lang niet.

Vaak denk ik bij zulke systemen: ‘je zou toch verwachten dat…’ of ‘het zou toch mogelijk moeten zijn dat…’, en dan blijkt het niet te kunnen. Wat is de emotionele en financiële schade van de introductie van deze systemen? Was de UT de Nederlandse overheid geweest, dan was er een parlementaire enquête gestart.

Kwartaalrapportages en jaarplannen, ze zijn er nog steeds. Het bevrijdend dat af en toe hardop gezegd wordt dat die jaarplannen best updates van voorgaande jaren hoeven zijn: we hoeven niet telkens opnieuw te bedenken wat we volgend jaar gaan doen, het is zo ongeveer wat we dit jaar ook al van plan waren. Van de financiële kwartaalrapportages zou je kunnen zeggen dat ze hun nut bewezen hebben bij het vaststellen dat het financieel niet lekker gaat. Je zou ook kunnen stellen dat de kwartaalrapportages niet hebben voorkómen dat het financieel niet lekker gaat.

Het is alsof je op de intensive care vier keer per dag gaat kijken hoe de patiënt ervoor staat. Een continue monitoring van onze financiële conditie zou toch mogelijk moet zijn, in plaats van ééns in de paar maanden met vereende krachten een financieel beeld samen te stellen? ‘Het zou toch mogelijk moet zijn om…’, ‘je zou toch verwachten dat…’

Staakt!

Als het gaat om de lengte van onze documenten: heb ik het mis, of is het enigszins voorbij met de ellenlange beleidsstukken? Of heb ik mijn eigen normen bijgesteld sinds ik in mijn faculteit medeplichtig ben aan het produceren van een strategiedocument waarvan de ratio lengte/boodschap Winston Churchill niet gunstig zou hebben gestemd? (Lees in mijn originele werk waarom Churchill hier opduikt.) Ik waarschuw trouwens voor een wolf in schaapskleren: het als Powerpointpresentatie vermomde vergaderstuk. Je ziet het en denkt: ‘oh mooi, ’t is maar een Powerpoint!’ om vervolgens al snel vast te lopen in het tekstuele moeras.

Mocht u toch worstelen met die te lange stukken: het komt vanzelf goed, alleen moeten we er wel geduld voor hebben. Dankzij de beroerde leesvaardigheid van onze jongeren breekt er ooit een periode aan waarin lange documenten niet meer gelezen kunnen worden, en het aanbieden ervan een vorm van grensoverschrijdend gedrag wordt.  En nog later komt het zover dat niemand meer in staat is zulke documenten te schrijven.

Zélf cijfers invoeren. Ik sloeg aan op een enthousiaste mail die me de zegeningen verkondigde van het zélf cijfers invoeren. Bij mij gingen de nekharen overeind staan, ik zag hierin weer een nieuwe stap in de richting van echt álles zelf moeten doen, waarbij de ondersteuning door inhoudelijk deskundigen, collega’s van wie je weet hoe ze heten, definitief is weggeorganiseerd.  

Mijn stukje trok de aandacht van CES, en ik heb een goed gesprek gehad met twee toegewijde CES-medewerkers. Ze lieten me zien wat er allemaal kan met Osiris, en ze verzekerden me dat hun ondersteuning op peil blijft. Dat was een geruststelling, maar: blijf waakzaam! Mocht toch eens het moment aanbreken dat u het allemaal helemaal zelf moet doen: staakt! Doe het niet!

Met deze opruiende woorden sluit ik de serie af, in de hoop dat u in 2024 overeind blijft en toekomt aan uw eigenlijke werk, zonder gestoord te worden.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.