Het kwik tikt vandaag ruim de 20 graden Celsius aan, wat betekent dat er straks een heerlijke vrijmibo volgt na een welgemeende kladiladi. Het is dan het fijnst om op het O&O-plein te struikelen over een borrel van een studievereniging. Voor twee eurootjes tik je jezelf heerlijk het weekend in. Al soggend zoek ik naar welke studievereniging vanmiddag wat vloeibaar weekend schenkt, maar tot nu toe lijkt er vandaag op de hele campus een droogte te heersen. Waarom is er eigenlijk nog geen platform dat alle borrels op de UT bij elkaar verzamelt? Geef het een hippe naam als DrinkMate en je zit zo bij Novel-T in het young entrepreneurs startup acceleratortraject.
Vorig weekend heerste er allesbehalve een droogte. Het was weer tijd voor de Military in Boekelo. Voor men die niet weet waar dat zich bevindt: een van de grootste paardensportevenementen van Europa bevindt zich pal tegenover de Grolschbrouwerij. Dat is maar goed ook, want het bockbier is simpelweg niet aan te slepen. Helaas was dat niet de enige nattigheid waar de organisatie rekening mee moest houden. Het – de regen, niet het bockbier – was met bakken uit de lucht gekomen, dus het terrein was op gegeven moment nauwelijks door te komen. Donderdag zou het onmeunig gaan stormen, dus om fris voor de dag te komen pakte ik de auto naar Boekelo.
Door de tegenwind was ik aan de late kant, dus ik parkeerde snel mijn huisauto, een zwaar gepimpt Toyota Starletje, tussen de paardenvrachtwagens en trekkers. Ken je het gevoel van in een hondendrol stappen? Dat had ik nu ook met dat mini-autootje, genaamd de Asbak, dat tot de as wegzakte in een bak modder. Even gehaast stapte ik uit de auto, vol met m’n witte sneakers in de laag drek.
Gelukkig bleef het die dag grotendeels droog, dus had ik er bij het vallen van de avond iets meer vertrouwen in dat ik nog zou ontsnappen aan het moeras van Boekelo. Er bleek voor de Asbak precies een pad beschikbaar tussen de dure trailers, nu alleen nog weg zien te rijden. Online had ik gelezen dat zolang ik rustig optrok in de twee, alles goed moest komen. Dat deed het niet. Ik zakte weer terug in de kuil die ik voor mezelf had gegraven en herinnerde me het tweede advies: heen en weer wiebelen door snel te schakelen tussen de twee en de achteruit. Na slechts dertig keer schakelen en meewiebelen was ik de kuil uit, op naar de volgende.
Enfin, na drie keer dat trucje herhalen was ik weer in de bewoonde wereld, zónder geholpen te moeten worden door een trekker. Dat geldt helaas niet te zeggen voor menig bejaarde bezoeker. De rest van de week heb ik wijselijk de fiets gepakt naar Boekelo en keek ik er naar uit gewoon weer op de campus te zitten. Op P2 kun je nog wel gewoon netjes je auto kwijt. Nu nog hopen dat het vanmiddag bockbiertjes regent.