Kamikazestudent

| Lars van de Zandschulp

Lars van de Zandschulp (24) is masterstudent technische bedrijfskunde en staat middenin het Enschedese studentenleven. Hij schrijft om de week een column voor U-Today, over wat hem opvalt in de stad en op de campus. Vandaag: over de schaduwkant van studentenskivakanties.

Photo by: RIKKERT HARINK

Het is algemeen bekend dat er een bevolkingsgroep is die het ontzettend zwaar heeft. Dat hebben studenten aan zichzelf en hun adolescente uitstelgedrag te danken, maar toch. Een tentamenweek is werkelijk schrecklich. Door een blessing van de roostermakers ben ik al klaar voor deze module, maar ik leef mee met mijn concullega’s die er nog middenin zitten. Ze zullen maar aan één ding denken: is er leven na de tentamens?

Traditioneel heeft Audentis het natentamenfeest, maar dat is ook maar een summiere beloning na anderhalve week ploeteren. De student van stand trakteert zichzelf deze maanden op een heerlijke week wintersport. Het liefst in een niet al te duur, tamelijk ordinair oord. Het belang van goed kunnen skiën staat daarbij op een laag pitje.

Om niet totaal onvoorbereid te berge te komen, reizen groepjes beginnelingen af naar de borstelbaan in Deurningen of de skihal in Bottrop. Na een uurtje denk je ‘dit gaat best goed’ en ‘waarom doet dit zo’n pijn aan alles?’ en ben je klaar voor de reis naar Oostenrijk. Eenmaal daar rennen de vrienden die wel opgevoed zijn met skivakanties giechelend op de lift af. Moersziel alleen heb je een flauw pistetje om je te vermaken. Dit is niet het duurbetaalde afdalen waar je over gedroomd had.

Om de lunch – ook duurbetaald – op de berg niet te missen, stap je toch de lift in. Grote fout. De hele dag ontwijk je als kamikazestudent kinderklasjes en stilstaande ouderen. Maar, je bent niet bang om te vallen en weet dat de zwaartekracht je wel weer naar het skioord leidt. Of in ieder geval naar de après-ski, waar het uiteindelijk allemaal om draait. Een dolle twee Weizen gaan erin en je voelt je kiplekker. Dit is het leven.

Maar god, wat wordt het snel donker boven op zo’n grote berg. De ski’s worden weer aangeklikt en nemen je al roetsjend weer bergafwaarts. Met een nog hoger moordtempo dan voorheen en een bijna totale duisternis is het bidden geblazen. Als de blauwe piste dan opeens afbuigt om een zwarte afgrond over te laten, gaat het allemaal heel snel. En zo vloog ik twintig meter door de lucht. Dat doen de ervaren skiërs me dan weer niet na. Helaas kwam er geen helikopter aan te pas, ik had weer de pech m’n rug te breken op loopafstand van een parkeerplaats.

Het waren twee spannende, zware weken in Innsbruck, en niet alleen omdat het gloednieuwe corona destijds rondging in het ziekenhuis. Gelukkig zijn ze daar Weltmeister in rugoperaties, dus eind goed al goed. Het had echter niet veel gescheeld of ik had in een rolstoelvriendelijk studentenhuis moeten gaan wonen.

Daarom dus ook deze column en een oproep aan iedereen die binnenkort hun debuut maakt op de piste: doe het niet. En als je het dan toch doet: sluit een goede zorgverzekering af en stap de lift niet in zonder begeleiding én zo’n kek rugbeschermertje van de Decathlon. Of die helpt weet ik niet, maar het dient in ieder geval als herinnering aan de risico’s.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.