Heimwee

| Lars van de Zandschulp

Lars van de Zandschulp (24) is masterstudent technische bedrijfskunde en staat middenin het Enschedese studentenleven. Hij schrijft om de week een column voor U-Today, over wat hem opvalt in de stad en op de campus. Vandaag: over otto’s, ratten en heimwee naar Enschede.

Photo by: RIKKERT HARINK

Van het afvinken van mijn Tukkerlist is helaas verdomde weinig terecht gekomen. Het Zandlopermuseum, inclusief achthonderd kookwekkers, is me helaas ontgaan en het zal er ook wel niet meer van komen. Glanerbrugse vrienden heb ik ook niet meer weten te maken, dus ik heb Enschede verlaten met slechts één verhuisbusje aan inboedel en een heerlijke studietijd in de pocket.

De heimwee dan wel FOMO hebben nog niet toegeslagen, verre van zelfs. Het is namelijk, zesenhalf jaar na vertrek bij die Eltern, een verademing weer in een schoon huis te wonen. Ik zal niet zeggen dat het in Eanske vaak een bende was, maar het was zo’n huis waar er twaalf gasten ‘HJ! De bakjes zijn vol!’ roepen als ze hun afval nog net (niet) gebalanceerd weten te krijgen op de overvolle otto’s. De HJ gaf op zijn beurt vaak niet thuis.

Zo’n huis waar de kookliefhebbers goede pannen op hun kamer veiligstellen omdat de kookamateurs het verschil tussen een spatel en een vork niet weten. Een huis waar je ’s nachts geregeld uit bed wordt getetterd, en het vergeten van sleutels wordt afgekocht met bier door de brievenbus. Een huis waar bij een gezamenlijke schoonmaak iedereen de rondslingerende troep van zijn gedeelte verplaatst naar andere gedeeltes, en daardoor het huis aan het einde van deze inboedeldans precies even vies is als ervoor. Een huis waar we ons verbaasden over het grote aantal ratten in de binnenstadtuin, maar daarin wel vier kippen en een haan lieten rondscharrelen.

Een huis waar de deurbel het soms maandenlang niet deed. We gebruiken hem zelf toch niet. Hetzelfde geldt voor de afzuigkap, die eigenlijk ook overbodig is als de keukendeur gewoon opengezet kan worden. De meest technische onder de huisgenoten omzeilden het brandalarm rappo klappo met een boterhamzakje en wat tape. De ramen van de woonkamer staan eigenlijk de hele winter open, omdat de kapotte draaiknop van de kachel ervoor zorgt dat het binnen altijd minstens 26 graden is. In de zomer betaalde de Enschedese huurbaas vrolijk de energierekening voor het continu loeien van 13 airco’s in zijn enkelglashuis. Met zulk verbruik kom ik in Utrecht moreel en financieel niet meer weg.

Het leek allemaal de normaalste zaak van de wereld, maar na de verhuizing voel ik me binnen no-time een ouwe lul, of zelfs een outsider. Heerlijk. Op een Utrechts stekkie slaan reinheid en regelmaat de klok. Het ontbreken van een supermarkt voor de deur waar we met badslippers en -jas heen sjokten merk ik gelijk, al het bovenstaande en nog zo veel meer studentikoze, chaotische knulligheid zal ik me over een paar jaar enkel rooskleurig herinneren. Reken maar dat ik dan heimwee krijg.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.