Randstadfietsmanieren

| Jenna Zaagsma

Jenna Zaagsma (22) is masterstudent educatie in de bètawetenschappen en biomedische technologie. Drie dagen in de week staat ze voor de klas als leraar natuurkunde, in haar vrije tijd is ze te vinden bij studentenscouting Radix en vechtsportvereniging Arashi. Ze schrijft over haar belevenissen en wat haar bezighoudt op en rondom de campus.

Photo by: RIKKERT HARINK

‘Is dit je eerste boete?’ Ik knik. De motoragent wijst naar mijn telefoon. ‘iPhone 12?’ ‘XR’, verbeter ik hem. ‘Waarom wil je dat weten? Houden jullie een database bij per type telefoon?’ Hij lacht. ‘Nee, ik moest alleen bevestigen dat ik er eentje gezien heb.’

Fuck man. Diezelfde ochtend las ik nog een boekje met 141 tips om mijn 3-havoklas (inclusief waterpistolen) in het gareel te krijgen. Eén tip ging over impliciete suggesties: een beproefd politietrucje. En nu? Struikel ik er zelf vol in. Volgende keer vraag ik mijn leerlingen dus inderdaad of ze vraag a, b of c hebben afgekeken.

Ik ben niet boos op de agent. Ook niet omdat het ‘maar’ een vrijliggend fietspad naast een N-weg was. Ik deed iets wat niet mag. Bellend fietsen is gevaarlijk en ik reed een verkeerscontrole in. Dan krijg je een boete. Terecht.

Maar wat een boete. In mijn hoofd had ik de slogan: ‘Hou je mobieltje en 95 euro in je zak’. Die bleek uit 2019. Het huidige bedrag? ‘170 euro, exclusief administratiekosten.’ Mijn oud-huisgenoot – met wie ik dus belde – hoorde alles. Terwijl de motoragent wegrijdt, citeert hij me lachend terug: ‘Wat zei je nou net? Er rijdt geen politie in Oldenzaal? Hopelijk leer je nu die Randstadfietsmanieren eens af.’

De veertig minuten daarna fiets ik in stilte. Geen muziek. Geen mobiel. Alleen een hoofd vol reflectie. Ik verander spontaan in de verkeersversie van de modelburger en overweeg zelfs om een wildvreemde 14-jarige op opgevoerde e-bike toe te spreken op haar telefoongebruik. En hoe langer ik trap, des te harder de échte les binnenkomt: dit was niet alleen dom. Dit was knetterduur. Voor dat bedrag had ik zes Elfbierentochttickets (met eten!) kunnen kopen. Tenminste, als ik niet was gesneuveld in de digitale veldslag op de site van de studievereniging, die afgelopen woensdag in recordtijd instortte onder een stormloop van F5-rammers en paniekklikkers.

Zo’n boete herinnert je er ineens aan dat ‘even bellen’ veel meer kan kosten dan alleen aandacht: namelijk 12,6 procent van het maandbudget van een gemiddelde student [¹]. Heb je een grotemensenbaan? Dan is het ‘slechts’ 5,8 procent [²]. Dezelfde overtreding, een gelijke boete, maar een andere impact.

Ik snap het idee van een vast bedrag: duidelijk, overzichtelijk. Maar het schuurt. In de klas laat ik leerlingen soms hun eigen straf kiezen. Had ik dat bij mijzelf gemogen, dan was het 95 euro geworden. Pijnlijk genoeg om van te leren, maar niet zo hoog dat ik opgelucht ben dat de FOBOS net is gestort.

Nu voelt het alsof ik de hele paragraaf over moet schrijven, met elke letter in een andere kleur. Terwijl mijn klasgenoot met een dikkere portemonnee wegkomt met een halve paragraaf. In potlood.

De les? Die is binnen. Maar één vraag blijft door mijn hoofd fietsen: wat mag leren eigenlijk kosten?  


[¹] In 2024 hadden hbo- en wo-studenten gemiddeld €1348 per maand te besteden. Zie: https://www.nibud.nl/nieuws/studentenonderzoek-2024/. Per maand is de boete dus 170 / 1348 *100% = 12,6%.  

[²] Het gemiddelde gestandariseerde besteedbare inkomen in 2024 lag op €35.400. Zie: https://longreads.cbs.nl/materiele-welvaart-in-nederland-2024/inkomen-van-huishoudens/, 2.4.1 inkomen naar huishoudkenmerken. Per maand is de boete dus 170 / (35400/12)) *100% = 5,8% van het maandelijkse budget.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.