Laura Koot is projectleider intelligent imaging bij TNO. Het lijkt iets totáál anders dan haar studie aan de UT, technische geneeskunde. Maar schijn bedriegt. ‘Ik werk weliswaar op een ander vlak, in het domein nationale veiligheid, maar met technieken die je ook tegenkomt bij technische geneeskunde. Pixels omzetten in bruikbare informatie bijvoorbeeld, al dan niet met behulp van machine learning of deep learning, dat is de essentie van wat ik doe. Het heeft meer raakvlakken met technische geneeskunde dan je op het eerste gezicht zou zeggen.’
Kleine oogjes
Ruim tien jaar geleden maakte Koot voor het eerst kennis met de UT en de regio Twente. Dat was aanvankelijk even wennen voor de van oorsprong Rotterdamse. ‘Vanuit de trein zie je alleen maar weilanden en je verstaat er de mensen niet’, lacht ze. Maar al snel nadat ze voet op de campus had gezet, werd Enschede haar tweede thuis. Naast een bachelor- en mastergraad in technische geneeskunde brachten die Twentse jaren haar, naar eigen zeggen, een van de leukste periodes uit haar leven. ‘Ik was nogal een actieve student, met veel bezigheden naast mijn studie – bijvoorbeeld bij de Student Union.’ Ook het uitgaansleven werd grondig verkend door Koot en haar vriendinnen. ‘We zaten regelmatig met kleine oogjes in de collegebanken, expres op de eerste rij om onszelf te dwingen níet in te dutten na een kort nachtje’, vertelt Koot lachend. ‘Maar hoe zwaar de kater ook was: colleges overslaan was er niet bij, wij waren altijd present.’
Zelfkennis
Aan studiediscipline dus geen gebrek. Toch kreeg Koot in de loop der tijd aarzelingen of technische geneeskunde wel helemaal haar ding was. ‘Met name de klinische aspecten ervan lagen me gewoon niet zo goed; ik kreeg er geen energie van. Gelukkig kreeg ik tijdens mijn stage en afstudeeronderzoek aan de Harvard Medical School in Boston de kans me meer op de technische kant te storten. Dat paste perfect bij me.’
Gewapend met die zelfkennis meldde Koot zich na haar afstuderen voor een traineeship bij TNO – voor mensen zoals zij een soort superspeeltuin; een technologische ‘Charlie en de chocoladefebariek’ vol vraagstukken in allerlei soorten en smaken, om jezelf eindeloos professioneel uit te dagen. ‘Tijdens dat TNO-traineeship, een tweejarig programma waarbij je drie verschillende bedrijfsonderdelen aandoet en ondertussen veel investeert in je persoonlijke ontwikkeling, ontdekte ik dat de rol van projectleider me heel goed ligt.’ Dat is dus het werk dat ze nu doet, als projectleider intelligent imaging en sinds begin deze maand ook als programmamanager national security & robotics.
Krekel-samosa’s uitdelen
Maar hoe zit het dan met die krekels? ‘Op verkenning door TNO’s ‘speeltuin’ kwam ik op het spoor van het team Innovation for Development. Hun Flying Food project, dat toen al liep in Kenia en Oeganda, sprak me heel erg aan: de ontwikkeling van commerciële krekelteelt als extra inkomstenbron voor boeren en tegelijkertijd de ontginning van een betaalbare, lokale bron van waardevolle eiwitten en mineralen. En dan echt als haalbaar, duurzaam businessmodel; niet als iets filantropisch. Ik eet zelf al jaren vegetarisch en vanuit mijn geneeskundige achtergrond weet ik natuurlijk hoe belangrijk het is om goede eiwitbronnen tot je beschikking te hebben’, vertelt ze.
Markt in Kigali
Toen de RVO een subsidie-call uitschreef voor handels/investeringsprojecten in Rwanda, sprong TNO daar direct op in met een voorstel voor een marktstudie voor Flying Food. ‘Dat voorstel werd goedgekeurd en zo stond ik begin dit jaar op een markt in Kigali krekel-samosa’s uit de delen, om mensen te laten proeven en te onderzoeken of het iets is wat de Rwandezen zouden willen eten’, vertelt Koot. Tegelijkertijd peilde het lokale projectteam, dat Koot aanstuurde, via surveys de interesse van de Rwandese boeren in duurzame krekelteelt. ‘Dat eerste haalbaarheidsonderzoek liet hele positieve resultaten zien – zowel boeren als consumenten zien de potentie van krekels – dus we zijn nu op zoek naar funding om een concrete pilot te kunnen opzetten.’
consumptiekrekels
Krekels vormen een hoogwaardige bron van eiwitten en andere belangrijke voedingsstoffen, die in warme klimaatzones met relatief kleine investeringen geteeld kunnen worden. De dieren zijn te houden in betaalbare plastic kratten, verlangen geen kostbaar menu (goedkope restjes granen, groenten of bladeren volstaan) en planten zich snel voort. Ook in Nederland worden consumptiekrekels geteeld, hoewel die teelt vanwege de vereiste temperatuur (rond de 28 graden) veel minder duurzaam is dan in Afrika. En, persoonlijke noot: mits goed gekruid zijn ze best lekker, ontdekte uw U-Today reporter een paar jaar geleden op festival MañanaMañana.
Buiten de gebaande paden
Zowel het verloop van de Rwandese versie van Flying Food tot nu toe (‘natuurlijk nooit precies zoals je vooraf bedenkt’) als de ontwikkeling van haar eigen loopbaan laten volgens Koot zien dat gebaande paden niet altijd de beste of de leukste route opleveren. Haar advies aan de huidige lichting UT-studenten is dan ook om vooral niet bang te zijn een ongebruikelijke afslag te nemen. ‘Onderweg openen zich allerlei andere deuren voor je. Soms moet je dingen gewoon organisch laten gebeuren. In Rwanda werd ik bijvoorbeeld weer met m’n neus op de westerse neiging gedrukt om heel ver vooruit te willen kijken, terwijl het natuurlijk helemaal geen zin heeft om je al bij voorbaat druk te maken om dingen die pas van later zorg zijn. Dus relax, sta open voor kansen die zich voordoen en durf je eigen werkwijze en denkframe te relativeren.’