Spotlight

‘Wij kunnen nu alleen de ellende verdelen’

| Rense Kuipers

Een brede coalitie van de Vereniging van Universiteiten (VSNU), universiteiten, vakbonden, studenten en medewerkers heeft zich vandaag, dinsdag 6 april, verenigd voor de Nationale Alarmdag. Doel: het veiligstellen van 1,1 miljard euro voor het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek. Ook de UT doet mee.

Volgens UT-rector Tom Veldkamp, Uraadsvoorzitter Herbert Wormeester en WOinActie-vertegenwoordiger Wiendelt Steenbergen is ‘de rek is uit het systeem’. Zij vertellen over de noodzaak van deze Nationale Alarmdag.

Waarom committeerden jullie je aan deze Alarmdag?

Wormeester: ‘Vanwege de structurele onderfinanciering van universiteiten. Al jaren – nee, decennia – zetten we ieder dubbeltje om in een euro. Terwijl we als Nederland voorop willen lopen als hoogwaardige kenniseconomie, moeten universiteiten steeds efficiënter werken. Dat werpt de vraag op: wat voor onderwijs en onderzoek mag je verwachten van de instellingen? Daar horen middelen bij, middelen die al jarenlang tekort schieten. Het recente rapport van PwC bevestigt dat: er moet structureel 1,1 miljard meer naar de universiteiten.’

Veldkamp: ‘We leunen te veel op investeringen uit het verleden, terwijl universiteiten al jarenlang kampen met een systematische uitholling van het systeem. Dat werkt zich door op de werkvloer en in de collegezalen. We willen onze studenten niet onder het systeem laten lijden, maar die inzet gaat ten koste van onderzoek. Onze mensen worden vanuit twee kanten belast door het systeem. Zoiets wreekt zich.’

Steenbergen: ‘Ik ben al 25 jaar wetenschapper en merk dat onderwijs en onderzoek steeds moeilijker te combineren zijn, terwijl ze in de realiteit nauw verweven zijn met elkaar. We zijn als universiteit zwaar afhankelijk van onze grootste financierder: de overheid. Terwijl de studentenpopulatie groeit en de bekostiging per student afneemt, lukt het niet om de staf mee te laten groeien. Het wordt ook steeds moeilijker om de financiering voor onderzoek op peil te houden. Zelfs voor beurzen van 50 duizend euro vechten wetenschappers elkaar de tent uit. De situatie is nu zo onhoudbaar, dat als mijn kinderen mij zouden vragen of ze de wetenschap in zouden moeten, ik het volmondig zou afraden. Dat is een heel sombere constatering.’

'We staan voor eenzelfde protestparadox als zorgmedewerkers'

Deze Alarmdag kent brede steun, maar weinig concrete of grootschalige actie. Als de maat zo vol is, moet je dan niet veel zwaardere middelen inzetten, zoals een collectieve staking?

Wormeester: ‘We staan voor eenzelfde protestparadox als zorgmedewerkers. Gaan zij staken, dan laten ze hun patiënten in de steek. Stel, wij zeggen dat we fors gaan inkrimpen als universiteit en aan iedere opleiding een numerus fixus hangen. Dan moet je noodgedwongen afscheid nemen van een flink deel van je personeel.’

Veldkamp: ‘We willen onze medewerkers en studenten buiten schot houden.’

Steenbergen: ‘We doen dit ook voor de studenten die er nog niet zijn. De tragiek van de kwaliteitsafspraken na de afschaffing van de basisbeurs, was dat de beoogde kwaliteitsimpuls nooit echt aan de huidige generatie studenten ten goede is gekomen.’

Wormeester: ‘En kijk alleen maar naar het werk dat het opleverde, waar je met z’n allen maar in mee moet. En dat allemaal om aan kwaliteitsverbetering te doen. Alsof die kwaliteit er nooit was.’

Steenbergen: ‘Het sterke van deze actie is de eenduidigheid. Dit komt niet alleen vanuit WOinActie, maar vanuit alle universiteiten in VSNU-verband en andere organisaties. Docenten, onderzoekers en bestuurders staan zij aan zij. We richten samen onze pijlen op de politiek, in het bijzonder de partijen aan de formatietafel.’

'We zitten gevangen in een systeem van gedeelde ellende'

Gaat die 1,1 miljard de meeste – zo niet alle – problemen van de universiteiten oplossen?

Steenbergen: ‘Deels. Om naar een meer ontspannen niveau terug te gaan, die rek uit het elastiek te halen.’

Wormeester: ‘Voordat het elastiek knapt. Dat volgend jaar wordt het beter-mantra is nog nooit werkelijkheid geworden. Het onderwerp werkdruk staat al vijf jaar prominent op de agenda en we zoeken nog steeds naar de silver bullet. Die gaan we ook niet vinden. Het is niet dat één ding het probleem is, het gaat om een conglomeraat aan systemen.’

Veldkamp: ‘Alleen meer geld helpt niet alleen, het hangt ook af van de randvoorwaarden. In recente dossiers als de sectorplannen en de Van Rijn-gelden zie je dat wetenschapsgebieden tegen elkaar worden uitgespeeld. We zitten gevangen in een systeem van gedeelde ellende. We moeten allemaal vechten om dezelfde, te kleine taart. Wij verenigen ons in 4TU om onze onderhandelingspositie te versterken, maar zo’n samenwerking is ingegeven door krapte. Als die krapte weg is, kun je meer samenwerken – écht samenwerken. Kortom, het is niet alleen geld dat het verschil maakt.’

Wormeester: ‘Maar het zorgt er wel voor dat je een ander systeem kunt bouwen, om andere startpunten en een nieuw speelveld te definiëren.’

Kan de UT niet zelf meer de touwtjes in handen nemen?

Wormeester: ‘Vergeet niet de enorme hoeveelheid werk die erbij is gekomen door de verantwoordingsplichten die je hebt als universiteit. Die controlemechanismen moeten anders. De overheid moet op een andere manier de universiteiten bejegenen. Niet: spring door deze zes hoepeltjes.’

Veldkamp: ‘Eigenlijk worden we gedwongen om een steeds grotere en complexere ondersteunende organisatie op te tuigen, om aan alle verantwoordingsvragen te voldoen. Begrijp me niet verkeerd, het is publiek geld, je moet de besteding goed verantwoorden. Maar als we meer met vertrouwen zouden werken, zou dat veel eenvoudiger kunnen. Maar op dit moment kunnen we alleen de ellende van de onderfinanciering verdelen. Dat is heel wrang, zo willen we niet werken. Wat nog wel in het voordeel van onze universiteit spreekt, is dat we wél in gesprek blijven. En, minstens zo belangrijk, we luisteren naar elkaar.’

'De meerwaarde zit ook in de verwevenheid van onderwijs en onderzoek'

Het partijprogramma van de grootste partij – de VVD – zal weinig positief stemmen: een bezuiniging van 200 miljoen en inzet op digitalisering. Is dit niet vechten tegen de bierkaai?

Wormeester: ‘De gemakzucht is schrijnend. Digitaliseer maar, maak het nog efficiënter. Zet het allemaal maar op Canvas, dan komt het goed.’

Veldkamp: ‘Of in een YouTube-filmpje.’

Wormeester: ‘Soms bekruipt me het gevoel dat er partijen zijn die niets liever willen dan één docent die voor heel Nederland voor de klas staat.’

Steenbergen: ‘Als dit het sentiment is dat gaat spelen aan de formatietafel, dan zakt me de moed in de schoenen. De praktijk verbetert niet door weer een digitaliseringsproject. Het is nu een voortdurende strijd om je kostbare tijd. Onlangs zat ik met een stapel tentamens om na te kijken en kreeg ik een melding via Teams voor weer een onderwijsbespreking. Uiteindelijk koos ik ervoor om die bespreking te laten schieten, om te voorkomen dat die tentamens weer doorschoven naar het weekend.’

Wormeester: ‘Het gaat om je toegevoegde waarde als instelling. Onderwijs laat zich moeilijk schalen, je kan niet ongestraft van honderd naar tweehonderd studenten gaan. Het krachtenveld van onderwijs komt vooral uit de verf in dat verdiepende gesprek met die enkele student. Je wilt synthese laten ontstaan.’

Veldkamp: ‘Die persoonlijke interactie moet je faciliteren. Digitaal werken alleen is daar helaas een slap aftreksel van.’

Steenbergen: ‘De meerwaarde zit ook in de verwevenheid van onderwijs en onderzoek. Nu komen veel universiteiten in de ongewenste situatie dat er onderwijs aangeboden wordt door docenten die veelal op tijdelijke contracten zitten en puur en alleen een onderwijstaak hebben.’

Wormeester: ‘Terwijl juist onderzoek overvloeit in onderwijs. Tot aan de eerstejaars bachelors wil je dat docenten inspirerende voorbeelden vanuit hun onderzoekspraktijk geven en studenten daarin meenemen.’

Als alleen geld het probleem niet oplost, wat wel? Wanneer zijn jullie tevreden?

Wormeester: ‘Juist hierom is het belangrijk om collectief aan de bel te trekken. Onze grootste financierder stimuleert dit systeem en al zijn ongewenste prikkels.’

Veldkamp: ‘Dat uit zich niet alleen in onderfinanciering in onderwijs, maar ook in onderzoeksmiddelen. Er wordt onder andere vanuit NWO volop voorgesorteerd op onderwerpen. Zo ontstaat een vreemde scheefgroei in domeinen. In de academische breedte worden we er niet beter op.’

'We moeten op een verstandige manier uit deze ratrace stappen'

Steenbergen: ‘Het zou daarom goed zijn als rolling grants (basisfinanciering voor wetenschappers om ongebonden onderzoek te doen, red.) terug zouden komen. Ik zie gelukkig voorzichtig aan wel een trend in het afstappen van publicatiedrang en impactfactoren.’

Wormeester: ‘Het gaat om vertrouwen en vrijheid. Je wilt als onderzoeker ook in risicogebieden investeren.’

Veldkamp: ‘Het draait in onderzoek niet alleen om publiceren, maar ook om reflectie en replicatie. Geef credits op een andere manier, doe iets waar een ander wat aan heeft en erken gezamenlijk dat je andere accenten kunt leggen in talentontwikkeling. Niet iedereen hoeft door dezelfde mal. Dat zie je ook op instellingsniveau: rankings zeggen weinig over hoe goed je bent, wel over hoe groot je bent.’

Een gevecht van de lange adem dus? En dat gevecht stopt niet na vandaag?

Veldkamp: ‘Precies, een cultuurverandering gaat niet over één nacht ijs en het is heel moeilijk om zelf de raderen tot stilstand te brengen, want we zijn afhankelijk van een internationaal speelveld. We moeten op een verstandige manier uit deze ratrace stappen. Dat kan in eerste instantie door het Nederlands onderwijsbestel te herzien, maar eigenlijk zou je het op z’n minst op Europees niveau willen doen.’

Steenbergen: ‘Vergeet niet: werken aan een universiteit is fantastisch. Zeker toen er nog volop mensen rondliepen kwam ik bij wijze van spreken fluitend de campus op gefietst. Maar ik zou willen dat dat was dankzij de financieringssituatie, niet ondanks.’

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.