Photo by: RIKKERT HARINK
Spotlight

'Hopelijk kan ik terug om te helpen bij de wederopbouw van Tigray'

| Michaela Nesvarova

Kisanet Molla is UT-studente, CEO van haar eigen start-up en activiste, die pleit voor het stoppen van de oorlog in haar thuisland Ethiopië. ‘Ik kan niet terug, het is daar levensgevaarlijk voor mij.’

Het eerste contact met Kisanet Molla was bedoeld om te praten over Deamat, een start-up die ze runt tijdens haar studie Spatial Engineering aan de ITC-faculteit. Dat resulteerde in leuk gesprek over waarom ze deze dienst begon om Ethiopische boeren te helpen. Ze leek gelukkig en druk, als een normale UT-studente. Tot ik vroeg hoe het nu met het bedrijf gaat. 'We hebben al onze activiteiten moeten onderbreken vanwege de oorlog,' antwoordde ze. En zo veranderde het verhaal van een veelbelovende onderneemster al snel in een verhaal over gevaar en gewapende conflicten.

Opgegroeid door broers en zussen

Kisanet is geboren en getogen in Tigray, een noordelijke regio van Ethiopië waar momenteel oorlog woedt. Ze komt uit een groot gezin van acht broers en zussen. Ze verloren hun moeder al op jonge leeftijd. ‘Ik was zeven toen ze stierf’, vertelt ze. ‘Mijn vader was niet echt bij betrokken bij ons gezin. Het weeshuis wilde me meenemen, maar mijn broers en zussen stonden dat niet toe. Ze wilden dat we allemaal bij elkaar bleven. We waren een gezin met een zeer laag inkomen, maar mijn zussen en broers zorgden er altijd voor dat we genoeg te eten hadden – en dat we onze cijfers op school op peil hielden. Mijn broers en zussen deden er alles aan om mij het gevoel te geven dat we wél alles hadden. Ze waren zelf kinderen zonder ouders, maar ze zorgden voor ons. Het verbaast me nog altijd.’

Tijdens het gesprek wordt Kisanet regelmatig emotioneel als haar familie ter sprake komt. Begrijpelijk. Sterker nog, haar zus zou op de dag van het interview bevallen, maar omdat de lokale ziekenhuizen niet goed functioneren en Kisanets zus speciale medicijnen nodig heeft, kan de UT-studente haar tranen niet bedwingen. ‘Ik voel me zo hulpeloos. Ik kan het me niet eens voorstellen. Ze is zwanger, mijn andere zussen hebben ook baby's. De banken zijn al lange tijd gesloten, ik vroeg me af of ze thuis wel te eten hebben. Ik zag onlangs een foto van mijn zus en ze zag er zo anders uit. Ik kon zien dat ze niet in orde is. Ik weet niet hoe het met ze gaat, maar ik weet dat ze niet veilig zijn.’

De Tigray-oorlog

De Tigray-oorlog is een gewapend conflict dat rond in nacht van 3 op 4 november 2020 begon in de regio Tigray in Ethiopië. De strijd gaat tussen de Speciale Strijdkrachten van de regionale regering van Tigray en de Ethiopische Nationale Verdedigingstroepen (ENDF). Het offensief tegen Tigray is als bevel ingegeven door premier Abiy Ahmed. Zijn regering heeft het Tigray People's Liberation Front tot terroristische groepering verklaard en er zijn berichten dat duizenden etnische Tigrayanen in heel Ethiopië worden vastgehouden zonder in staat van beschuldiging te zijn gesteld. Naar schatting 1 tot 2 miljoen mensen zijn uit hun huizen verdreven, en meer dan 63.000 zijn gevlucht naar Soedan. Ten minste 350.000 mensen in de door conflicten geteisterde Tigray-regio in het noorden van Ethiopië zijn getroffen door hongersnood, een ramp die groter is dan waar ook ter wereld op dit moment, aldus de VN en internationale hulporganisaties.

Bron: New York Times.

'Ik kom op voor waar ik in geloof'

Ondernemersgeest

Als we praten over haar jeugd en studie, straalt Kisanet weer. 'Ik studeerde civiele techniek aan de Universiteit van Gondar. Ik haalde goede cijfers, had allemaal tienen. Na mijn afstuderen kreeg ik een baan in de hoofdstad, maar dat was niets voor mij. Ik hield er niet van om alleen te doen wat me gezegd werd. Ik wilde mijn eigen ideeën volgen. Ik ben niet zo'n ‘jaknikker’, ik zet altijd vraagtekens bij zaken. Ik kom op voor waar ik in geloof.’

Na verschillende opties onder de loep te hebben genomen, waaronder nog een masteropleiding, besloot Kisanet uiteindelijk haar betaalde baan op te zeggen en te gaan werken in een incubator voor jonge ondernemers in Ethiopië. Daar bedacht ze Deamat, een online platform dat boeren rechtstreeks met consumenten in contact brengt. In Ethiopië kunnen boeren uit afgelegen gebieden hun producten niet rechtstreeks naar de grote steden vervoeren. Er zit een hele keten van spelers tussen, waardoor de boeren geld verliezen en de producten duurder zijn voor de consumenten. ‘Wij reisden zelf naar de boeren toe om met ze te praten, vaak te voet, en zij wilden heel graag een oplossing. We sloten overeenkomsten met het ministerie van Wetenschap en Technologie van Tigray en met de ontwikkelingsbureaus voor landbouwbedrijven. Ook kochten we motorfiets voor leveringen, en probeerden opslagplaatsen op te zetten – maar toen brak de oorlog uit.’

In het oorlogsgebied

Dit gebeurde terwijl Kisanet in Enschede zat om haar masterscriptie af te maken. 'Ik was hartstochtelijk verliefd op mijn bedrijf Deamat', zegt ze. 'Daarom wilde ik een studie doen die mijn onderneming verder kon helpen.' Ze koos voor Spatial Engineering bij de faculteit ITC. 'Als onderdeel van mijn afstudeerscriptie gebruik ik remote sensing-technologie om kleine landbouwclusters in kaart te brengen. Door hun exacte locatie te weten, worden ze toegankelijker en kunnen ze bijdragen aan de voedselzekerheid. Ik hoop dat we deze kennis kunnen gebruiken om het platform te verbeteren.’ Haar scriptie, studie en stage bij de Wereldbank staan door de situatie in Ethiopië voorlopig op een laag pitje.

'Op 4 november 2020 werd ik wakker en kon ik mijn familie niet bereiken'

'Toen ik opgroeide, was er vrede en ik had nooit verwacht dat er een oorlog kon uitbreken', zegt Kisanet. ‘Maar op 4 november 2020 werd ik wakker en kon ik mijn familie niet bereiken.’ Ze plaatste een bericht op Twitter met de vraag of iemand wist wat er aan de hand was. Ze kreeg als antwoord dat 'alle verbindingen in Tigray waren afgesloten'.

‘Toen realiseerde ik me dat de oorlog was uitgebroken. En dat mijn broers en zussen in gevaar waren. Ik kon ze niet bereiken. Het was onmogelijk. Ik kon niet eten, ik kon niet slapen. Mijn vrienden moesten langskomen om voor me te zorgen. Mij concentreren op mijn scriptie lukte niet meer. Ik was heel actief in de Afrikaanse studievereniging AFRISA en in het organiseren van Create Tomorrow, maar heb alles moeten laten vallen,' pauzeert Kisanet om op adem te komen. 'De stress van mijn studie was al genoeg. Maar stel je voor dat je niet met je familie kunt praten, dat je niet weet of ze nog leven, of ze veilig zijn.’

Na meer dan een maand zonder communicatie lukte het Kisanet toch om in contact te komen met haar broers en zussen in de hoofdstad. Haar familie op het platteland blijft onbereikbaar, omdat de gevechten in Tigray voortduren. ‘Ik probeer elke dag met mijn broers en zussen te praten. Toch weet ik niet hoe het echt met ze gaat. De telefoonlijnen in de hoofdstad werken nog wel, maar ze worden in de gaten gehouden en misschien ook wel afgesloten. Mijn broers en zussen zeggen altijd dat het goed met hen gaat en dat ze zich zorgen maken om mij, omdat ik hier alleen ben. Maar zij zijn degenen die midden in de oorlog zitten.’

‘Dit zijn de mensen voor wie je alles zou doen, maar er is niets wat je kunt doen om hen te redden’

Kisanet vervolgt – tussen de tranen door – haar verhaal: 'Ik weet dat mijn broertje en de kinderen bang zijn. Ik wil niet dat ze zich opgesloten voelen. Je leeft misschien in een vrije wereld, maar iemand vertelt je of je wel of niet mag leven. Het is vreselijk. De kinderen vertellen me over vliegtuigen, hoe ze wegrennen om zich te verstoppen als ze ze zien overvliegen. Ze huilen als ze passeren, omdat ze niet weten wat er zal gebeuren. Het is zo hopeloos. Dit zijn de mensen voor wie je alles zou doen, maar er is niets wat je kunt doen om hen te redden’, vertelt ze huilend, terwijl ze zich verontschuldigt voor haar emoties.

Tigray

De belangrijkste reden dat noch Kisanet noch haar familie veilig zijn, zegt de UT-studente, is simpelweg omdat ze Tigrayaans zijn, een etnische minderheidsgroep met een eigen cultuur en taal. ‘Ik besteedde geen aandacht aan de Ethiopische politiek, maar werd ‘wakker’ toen het conflict begon. Na het aantreden van de huidige premier wist ik dat Tigrayanen in het hele land worden gediscrimineerd. Maar ik kon me moeilijk voorstellen dat het zo ver zou gaan. Het is gewoon zo triest.’

‘Ik hoop dat de oorlog snel voorbij is en ik terug kan gaan’

Kisanet zit in het allerlaatste semester van haar studie, maar betwijfelt of ze op korte termijn terug kan naar Ethiopië. ‘Dat zou op dit moment onmogelijk zijn', zegt ze. 'Maar ik ben toegewijd om Tigray vanuit Nederland te helpen. Ik heb gepleit voor het stoppen van de oorlog met mede-Tigrianen en mensen die tegen de oorlog zijn. Ik begrijp de mentaliteit niet van mensen die oorlog om welke reden dan ook goedpraten. Het leven is zo kostbaar. Ik hoop dat dit snel stopt en dat ik terug kan om Tigray weer op te bouwen.’

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.