Photo by: RIKKERT HARINK
Spotlight

Masterstudent Behnaz Afshani: ‘Ik tel in Nederland meer mee’

| Minou op den Velde

UT-masterstudent Behnaz Afshani (25) kwam begin 2023, tijdens de volksopstanden in Iran, naar Twente. De eerste zes maanden worstelde ze met een depressie, aangejaagd door de strenge regels voor internationals en de hoge eisen van haar vader. Nu werkt ze aan haar masterscriptie, gesteund door de warme sfeer op de campus. ‘Laatst blikte ik terug en dacht: wow, wat ben ik ver gekomen.’

Aan de rand van de campus, omgeven door weilanden en bospartijen, zet masterstudent Behnaz Afshani (25) thee in de kleine keuken van haar flexstudio. Drie weken geleden kreeg ze de sleutel. De smalle stalen containers, in vijf lagen gestapeld rond een binnenplein vol fietsrekken, zijn niet de meest idyllische woningen rond de Universiteit Twente, maar de Iraanse is er blij mee. De bibliotheek waar ze dagelijks studeert is op loopafstand en de huur is betaalbaar, vertelt ze. ‘Ik heb enorm veel geluk gehad!’

Aan de keukentafel valt de zon in warme stralen naar binnen. Tussen een kamerplant en de schemerlamp staat een buisje vitamine C paraat voor de gure herfstmaanden. De komende tijd werkt Afshani hier aan haar masterscriptie Business Information Technology. Enthousiast: ‘Voor een bedrijf in Twente ontwerp ik een methode waarmee cloud-native bedrijven, dat zijn bedrijven die al hun werk in de cloud opslaan, een digitale bedrijfsarchitectuur kunnen opzetten.’

International in Twente

Vanuit de politiek klinkt de roep om het aantal internationale studenten en het Engelstalig onderwijs op universiteiten terug te dringen. Maar hoe voelt het nu echt om je thuisland te verlaten voor een studie of wetenschappelijke carrière in Nederland? In dit drieluik spreekt journalist Minou op den Velde uitgebreid met internationals aan de Universiteit Twente, over hun achtergrond, dromen en over cultuurverschillen op de campus. Deze derde en laatste aflevering: de Iraanse masterstudent Behnaz Afshani *.

Afshani kwam begin januari 2023 van Iran naar Nederland, terwijl tienduizenden landgenoten protesterend door de steden trokken, verenigd in hun afkeer van de onderdrukking door de islamitische republiek. Het was een moedige reactie op de gewelddadige dood van de 22-jarige Mahsa Amini, die op 16 september 2022 overleed in een cel, nadat ze door de zedenpolitie was opgepakt omdat ze haar hijab niet correct zou hebben gedragen. De hoogste leider van het land, Ayatollah Khamenei, reageerde op de opstand met martelingen, ontvoeringen en executies. Nu, ruim twee jaar later, wordt het niet opvolgen van kledingvoorschriften bestraft met boetes, gevangenisstraf, beperkingen op onderwijsgebied en met reisverboden.

Het is niet moeilijk om Afshanis keuze voor een studie in Twente te zien als een vlucht uit een onvrij leven, maar dat zal zij zelf nooit hardop stellen. ‘Ik heb een heleboel te vertellen, maar ik kan niet vrijuit praten,’ zegt ze, met een verontschuldigende glimlach. ‘Het is niet veilig om me uit te spreken, zolang ik mijn familie in Iran wil kunnen bezoeken.’ In de twee uur dat we met elkaar praten, zal ze deze zinnen meermaals herhalen, want in Iran is alles politiek, van geloof en liefde tot hoe je je vrije tijd besteedt. Waar ter wereld je je als Iraniër ook bevindt, aan de keurende blik van het vaderland kun je niet ontsnappen.

Afshani groeit op in het zuidwesten van Iran, in de culturele metropool Shiraz, met anderhalf miljoen inwoners een van de vijf grootste steden van het land. Tot haar zevende woont ze met haar ouders, samen met haar oma van moederskant. ‘Mijn oma was als een tweede moeder voor mij. Wij woonden boven en zij woonde beneden. ’s Morgens bracht ze mij naar de opvang, ’s middags lunchen we samen en bracht ze me naar muziekles, of gingen we spelen in het park.’

Afshanis moeder werkt bij een bloedbank, haar vader is als ingenieur veel onderweg, blikt Afshani terug. ‘De opvoeding kwam vooral op mijn moeder neer.  Ik heb een nauwere band met haar, want zij is wat ruimdenkender, en mijn vader is heel streng. Van jongs af aan was zijn voornaamste boodschap dat ik harder moest studeren, zodat ik naar de beste middelbare school kon gaan.’

'Ik stond continu onder druk. Want ik wist: dit is een van de betere scholen, als ik hier word weggestuurd kan ik ook niet naar een goede universiteit'

Stond je op school ook onder druk?

‘Absoluut. Docenten in Iran zijn vriendelijker tegen studenten die beter presteren, en sommigen proberen hun leerlingen bang te maken. Wij moesten bijvoorbeeld opstaan als een bepaalde docent de klas in liep, anders begon ze te schreeuwen. Een andere docent ging soms in de pauze door met de les. Ik stond continu onder druk. Want ik wist: dit is een van de betere scholen, als ik hier word weggestuurd kan ik ook niet naar een goede universiteit. Vanaf dat moment was ik gestrest. Ik kreeg hartkloppingen en koude handen.’ Afshani kijkt me aan. ‘Om eerlijk te zijn vind ik dit interview ook heel spannend.’ Ze zwijgt even. ‘Sorry, ik weet niet waarom ik nu moet lachen. Want het is best wel triest. Ik heb geen zelfvertrouwen.’

Hoe gingen je ouders daar mee om?

‘Ik heb nooit goed met mijn ouders over persoonlijke zaken kunnen praten. Het eindexamen van de middelbare school was zo moeilijk dat meer dan de helft van mijn klas zakte. De hele zomer zat ik te leren voor mijn herexamen. Toen ik was geslaagd, bekende mijn moeder dat ze zich schuldig voelde dat ze me naar die school had gestuurd.’

In 2016 begint Afshani aan haar bachelor computertechnologie. Een logische keuze, zo lijkt het, want ze gaat als vijfjarige al naar computerles. ‘Maar ik twijfelde enorm over mijn studiekeuze’, grinnikt ze. ‘Veel scholieren in Iran hebben geen idee wat ze willen worden, omdat het onderwijs voornamelijk theoretisch is. We krijgen nauwelijks praktijkopdrachten. Ik vond wiskunde leuk, maar ik wilde niet de medische kant op. Zo kwam ik uit bij computertechnologie. Op de universiteit merkte ik al snel dat ik niet van programmeren hou, maar ik hield wel van IT. We hadden een leuke leraar, die ons opdrachten gaf om van bedrijven de SWOT - Strengths, Weaknesses, Opportunities, and Threats – te analyseren. Met een aantal bevriende klasgenoten kon ik meedoen aan een startup. We wilden een app ontwikkelen waarmee mensen makkelijk met elkaar konden afspreken voor een activiteit of event. Daar had ik zelf ook behoefte aan, omdat ik als student in Kerman bijna niemand kende. Zo ontdekte ik dat ik het leuk vind om vernieuwende ideeën te bedenken.’

In januari 2023 kwam je naar Nederland. Hoe ontstond die keuze?

‘Ik was van plan om na mijn studie in Iran te gaan werken. Maar het universitaire onderwijs bleek al even theoretisch als de middelbare school. In Twente werken we voor de meeste vakken samen met bedrijven buiten de universiteit. Die praktijkervaring krijg je niet in Iran. Medestudenten probeerden uit alle macht via onlinecursussen nog wat kennis op te doen. De meeste studenten kopieerden het huiswerk van elkaar, ik deed dat ook. De projecten op mijn universiteit waren elk jaar hetzelfde, die namen we ook regelmatig van elkaar over. Een vriendin vertelde me laatst zelfs dat haar docent de antwoorden tijdens het examen had voorgezegd, en dat de hele klas dat mee had zitten schrijven. Dat geloof je toch niet? Na mijn bachelor had ik geen idee waar ik kon gaan werken. Want ik had goede cijfers, maar ik had niets geleerd. Ik dacht: waarom zou ik in Iran blijven?’

Wilde je Iran ook verlaten omdat je daar als vrouw minder vrij kunt leven?

Afshani glimlacht. ‘Daar zou ik je zo graag over willen vertellen, want ik heb van alles meegemaakt, maar dat durf ik niet.’

Misschien kan ik het zo vragen: wat betekent de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen in Iran voor je beroepsmogelijkheden als vrouw?

‘Ik ken aardig wat mensen die serieus denken dat vrouwen minder intelligent en capabel zijn dan mannen. Bij de oliemaatschappij waar mijn vader werkt, werken zelfs helemaal geen vrouwen.’

Afshani strijkt haar lange zwarte haar naar achter. De hijab die in Iran verplicht is, draagt ze niet meer. ‘Mijn grootouders zijn moslim, maar als mijn oma vroeg of ik had gebeden, riep ik altijd: ‘Nee!’ Dan zei zij: doe het nou maar, dan koop ik een cadeautje voor je. ‘Oké, prima!’ Afshani zucht. ‘Ik geloofde vooral omdat dat op school werd geëist. Op de middelbare school moesten we verplicht bidden. Er was een kleine moskee op het schoolterrein en in de pauze werd gecontroleerd of je aanwezig was. Dat was het enige moment dat ik bad. Onze wiskundelerares dwong ons om stukken uit de koran uit ons hoofd te leren. Als we een fout maakten werden we uit de klas gestuurd.’

Waarom koos je voor de Universiteit Twente?

‘Ik was ook aangenomen bij een Oostenrijkse universiteit, maar ik had het gevoel dat er in Nederland meer banen zijn in mijn vakgebied, en dat mensen hier beter Engels spreken dan in veel andere Europese landen. Ik overwoog een studie bedrijfskunde, maar dat leek mijn vader geen goed idee. Hij zei: in de meeste landen huren bedrijven hun eigen landgenoten in, want die mensen spreken de taal. Toen ben ik me gaan oriënteren op andere opleidingen. De major bij Twente vond ik geweldig, omdat daarbij bedrijfskunde met IT wordt gecombineerd, met een focus op IT.’

Wat herinner je je van je eerste dagen in Twente?

‘Fietsen in de regen en het slechte eten! In Iran eet je ’s middags warm, meestal rijst met gestoofde groenten, en ’s avonds eet je niet veel. Hier is het precies andersom en krijg je voor de lunch een boterham met kaas. Inmiddels ben ik eraan gewend. Soms snak ik zelfs naar een stuk kaas! De grootste cultuurschok vond ik de openingstijden. In Iran sluiten winkels om een uur of tien. In Nederland is alles maandag gesloten, en om zes uur gaat alles dicht, zelfs sommige cafés. Ik vond het zo raar, ik dacht: hoe dan? Moet ik nu gewoon naar huis om te verhongeren?’

'Ik had het gevoel dat ik niet goed genoeg was en dat ik op ieder moment uit de opleiding kon worden gegooid'

Voelde je je welkom op de campus?

‘Ja, hoewel ik dat niet had verwacht. Ik dacht, Iran is een ontwikkelingsland, mensen denken vast dat ik heel raar ben, ze willen vast niets met mij te maken hebben. De meeste mensen bleken heel sociaal en hulpvaardig. Ik kwam hier begin januari om wat praktische zaken te regelen, maar de universiteit had alles al voor me geregeld. De campus is levendig, ik voel me hier nooit alleen, behalve in de zomer. Zodra iedereen op vakantie gaat of teruggaat naar zijn vaderland, sterft het campusleven uit.’

Wat heb je gedaan om je thuis te voelen?

‘Ik deed mee aan de Kick-In voor eerstejaars en heb veel hulp gehad van een andere Iraanse student. Voordat ik naar Nederland kwam volgde ik een universiteitspagina op Instagram. Doordat hij werd getagd zag ik dat hij mij volgde, en ontdekte ik dat hij ook uit Iran kwam. Ik stelde hem wat vragen over mijn visum en toen ik in Twente kwam werden we vrienden. Hij liet me alle gebouwen op de campus zien, legde uit hoe het ov werkte, en vertelde me waar ik het best boodschappen kon doen. Dat was heel fijn.’

‘Maar de eerste zes maanden in Nederland waren zwaar. Alle lessen waren in het Engels. Op de middelbare school had ik wel Engelse les gekregen, en ik had bijles, maar dat draaide vooral om grammatica, je leerde het nauwelijks spreken. Op de universiteit in Iran waren alle lessen in het Perzisch, we lazen nauwelijks Engelstalige onderzoeken. Maar in Twente spreken we de hele dag Engels, en om een verblijfsvergunning te krijgen moet je de IETLS-test halen om aan te tonen dat je het Engels beheerst. Dat was pittig. Het Nederlandse onderwijssysteem was heel anders dan ik was gewend, het was hard werken om alles af te krijgen. Ik had het gevoel dat ik niet goed genoeg was en dat ik op ieder moment uit de opleiding kon worden gegooid. In die tijd raakte ik in een depressie.’

Hoe zagen je dagen eruit in die periode?

‘Ik weet nog goed dat de afwas zich maar op bleef stapelen. Met de grootste moeite kreeg ik het voor elkaar om een bordje af te wassen voor het eten. Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat zat ik in de bibliotheek te studeren, om maar wat te doen te hebben. Maar ik kon me niet focussen. Ik begreep niet wat ik las, ik kon de informatie niet verwerken. Ik verzandde in details of bleef hangen bij de betekenis van bepaalde woorden. Langzaam draaide ik door. Ik zakte telkens voor tentamens, en hoe vaker dat gebeurde, hoe banger ik werd dat ik ook de volgende tentamens niet zou halen. Ik durfde niets aan mijn vrienden te vertellen. Mensen raadden mij aan om docenten om hulp te vragen, maar daar ben ik te onzeker voor, en in Iran was ik bang voor mijn docenten. Toen ik hier kwam, dacht ik wow, ik mag docenten gewoon bij de voornaam noemen, wat zijn ze vriendelijk! Maar ik vind het nog steeds lastig om docenten zomaar aan te spreken. Ik ben altijd zenuwachtig als ik een afspraak met ze heb.’

Er ontstond een doemscenario in je hoofd.

‘Wat meespeelde is dat Internationale studenten de helft van hun studiepunten moeten halen om in Nederland te mogen blijven. Ik kreeg paniekaanvallen, ik dacht als ik het niet haal, word ik het land uitgezet. Ik overwoog een vak te laten vallen, want ik had de helft van de colleges gemist, en op het laatst had ik nog maar een halve dag om het tentamen te leren. Mijn vrienden haalden me over om het toch te proberen. Wonder boven wonder heb ik het gehaald.’

Heb je tips voor internationals die net zo worstelen als jij in het begin?

‘Als je hulp nodig hebt, geef het aan. Wees niet beschaamd om vragen te stellen. Elke studierichting heeft studieadviseurs, en in de Vrijhof is een therapiecentrum, waar je ook workshops kunt volgen over mindfulness en over omgaan met stress.’

Hoe ben je uit je depressie gekomen?

‘Ik begon met antidepressiva, die gebruik ik nog. Met therapie probeer ik uit te zoeken waarom ik continu gestrest ben. Ik zit nog steeds bij mijn Iraanse therapeut, maar dan online. Ik heb ontdekt dat ik mezelf net zo behandel als mijn vader vroeger deed, maar dan erger. Mijn vader wil bijvoorbeeld dat ik vroeg opsta om te studeren. Ik merkte dat ik telkens als ik na acht uur ’s ochtends wakker werd, kwaad werd op mezelf. Zo van: waarom ben je nu pas wakker, waarom slaap je zoveel?’

Ook al woon je nu hier, je vader praat als het ware nog steeds tegen je, maar dan in je hoofd.

‘Soms wel ja. Het was moeilijk om daarvan af te komen. Telkens als mijn therapeut over mijn vader begon, lukte het me niet om kwaad op hem te worden, maar werd ik kwaad op haar. Na een paar sessies begon ik me af te vragen hoe dat ging toen ik klein was, want de meeste problemen komen voort uit je jeugd. Ik heb mijn vader vaak gevraagd waarom hij zo streng is over mijn studie, en dan zegt hij altijd: ‘Dat doe ik omdat ik van je hou. Ik wil graag dat je succes hebt.’ Zelfs toen ik hier ziek op bed lag, belde hij me om me op te jutten. Mijn vader weet precies wanneer ik welke tentamens heb, en de avond voor elk tentamen appt hij me om te vragen of ik wel genoeg heb gestudeerd.' Afshani schiet in de lach. ‘Ik vertel hem te veel! Mijn therapeut hielp me om in te zien dat ik als mens lossta van mijn vader, en dat ik niet zo met mezelf moet omgaan als hij dat doet. Ik heb nog steeds weleens het gevoel dat ik niets waard ben, maar langzaam gaat het beter.’

Afshani staat op en biedt een glas water aan. Doordeweeks studeert ze, maar in het weekeind trekt ze er op uit, vertelt ze. Met de trein heeft ze alle hoeken van Nederland al verkend, van Groningen tot Gulpen. ‘Gewoon in een nieuwe plaats over straat lopen vind ik al heerlijk.’

In haar slaapkamer fluistert de heimwee. Naast haar bed ligt een zachtgeel tapijt uit Iran, op tafel staat een stenen juwelendoosje. ‘Vroeger sloeg ik geen acht op traditioneel handwerk, nu vind ik het prachtig. Ik mis ook de taal, en de poëzie.’

Afgelopen zomer was ze terug in Iran. ‘Het was zo goed om mijn grootouders te zien, ik mis ze enorm. Een jaar geleden is mijn opa van moederskant overleden. Ik wist dat hij ziek was, maar toen hij overleed was ik in Nederland. Ik las het in de familieapp, het was zo ellendig. Ik zat met mijn vrienden in een café in Amsterdam, en ik ben meteen naar buiten gelopen. Op straat heb ik keihard staan huilen.’

'Ik wil in Nederland blijven en hier een baan vinden'

Begin oktober lanceerde Iran 180 raketten op Israël, en Afshani maakt zich zorgen over een dreigende oorlog. ‘Mijn familie is veilig, maar die raketten werden gelanceerd vanuit Shiraz, mijn ouders hoorden ze afgaan. Ik vind het spannend, ik hoop maar dat het goed afloopt, want bij dit soort politieke conflicten worden onschuldige mensen altijd het slachtoffer.’

Tegen de muur staan twee gitaren – ze zijn van haar partner, die ook in Twente studeert. Afshani heeft een schare vrienden op de campus. De meeste mensen leerde ze kennen via studentenverenigingen. ‘Ik ben ook meteen op zumbales gegaan. Dansen is het enige waarbij ik me niet dom en onzeker voel. In Iran hebben we geen studentenverenigingen of dansverenigingen, want je mag als vrouw niet dansen in het openbaar. Met mijn moeder en mijn vriendinnen deden we vaak online dansfilmpjes na, maar alleen in huis of in onze achtertuin. Toen ik in Kerman studeerde, wat een vrij religieuze stad is, werd mijn danslerares gearresteerd omdat ze een paar dansfilmpjes op Instagram had gezet. Ze heeft ze allemaal moeten wissen.’

Wat betekenen dat soort gedragsregels voor het Iraanse studentenleven?

‘Dat verschilt per universiteit. Ik zat op een strenge universiteit, wij moesten een uniform dragen. In de les mochten we naast mannelijke medestudenten zitten, maar buiten moest je oppassen. Ik zat een keer op de campus over een schoolopdracht te praten, met een meisje en een jongen uit mijn klas, toen beveiligers van de universiteit ons kwamen controleren. Ze vroegen: ‘Wat doen jullie hier? Hebben jullie een studentenkaart?’. Onze laptop was opengeklapt, we zaten daar gewoon, maar het was aan het schemeren. In Iran is het niet toegestaan om verkering te hebben voor het huwelijk. Een onschuldig gesprek over een schoolopdracht is al verdacht.’

Moest je wennen aan de lossere omgangsvormen in Nederland?

‘Nou, het is wel anders. Toen ik hier aankwam, dacht ik: hier valt veel te beleven. In Twente wordt elk studiekwartaal afgesloten met een gratis toegankelijk jazzfeest, dat is geweldig. Je kunt daar allerlei creatieve workshops doen. De laatste keer verkochten studenten uit Azië huisgemaakte gerechtjes. In Iran mag je als vrouw ook naar concerten toe, maar er treden alleen mannelijke zangers op. Vrouwen mogen niet zingen in het openbaar. Bij een concert kunnen we alleen stilzitten en klappen, en alcohol drinken is verboden.’

Betekent meer vrijheid dat je jezelf in Twente op een andere manier hebt leren kennen?

‘Ik ben hier zo ver weg van mijn eigen land, en van mijn vader, dat het voelt alsof ik het leven hier niet zo serieus hoef te nemen. Terwijl ik voorheen altijd bezig was met: wat als er iets verkeerd loopt of mislukt? Ik was bang dat ik nooit een baan zou vinden, omdat ik geen werkervaring had, ik had alleen maar twee maanden voor een liefdadigheidsorganisatie gewerkt. Ik vind het geweldig dat tieners in Nederland vanaf hun 16e al een bijbaan hebben. In mijn tijd was dat niet gangbaar in Iran. Veel Iraanse ouders zeiden: ik wil niet dat mijn dochter in een café gaat werken, wat zullen mensen daar van zeggen?’

Wat vindt je vader ervan dat je hier in Nederland zoveel vrijer kunt leven?

‘Mijn ouders zijn bezorgd dat mij hier iets overkomt. Ik ben twee keer van mijn fiets gevallen en mijn moeder barstte in huilen uit, omdat ik onder de blauwe plekken zat. Mijn vader vond dat ik een helm moest dragen, maar daar begin ik niet aan, niemand doet dat hier. Ik weet dat mijn ouders me missen, ik mis hen ook. Maar omwille van mijn toekomstkansen hebben ze liever dat ik hier woon dan daar. Ik wil in Nederland blijven en hier een baan vinden.’

Zou je op termijn het Nederlanderschap willen aanvragen?

‘Daar kan ik niet over praten, sorry.’

'Laatst blikte ik terug op de tijd dat ik hier nu ben, en ik dacht: wow, wat ben ik ver gekomen'

Heeft het leven in Nederland je veranderd?

‘Ik tel hier meer mee als mens, ik heb het gevoel dat mensen mij hier respecteren. Als ik in Iran een probleem heb met mijn bankrekening, word ik in een bankfiliaal vaak onvriendelijk bejegend, en het kan lang duren voor het wordt opgelost. Hier word je vriendelijk geholpen. Als je in Iran naar de huisarts wilt, zeggen ze: ‘Kom maar gewoon.’ Vervolgens is de wachtruimte overvol en moet je eindeloos wachten. Als je in Nederland naar de dokter gaat, kun je een afspraak maken. Dat soort kleine dingen schelen een hoop frustratie. Ik heb het gevoel dat ik in Nederland makkelijker vooruit kan komen in het leven. Ik voel me hier capabeler. Voorheen dacht ik altijd: wat als? Wat als mijn scriptie mislukt, wat als ik straks geen baan vind? Laatst blikte ik terug op de tijd dat ik hier nu ben, en ik dacht: wow, wat ben ik ver gekomen. Ik heb een stageplek gevonden, ik heb een bijbaan gevonden, en nu werk ik bij een bedrijf aan mijn masterscriptie. Ik had nooit gedacht dat dat me allemaal zou lukken, en nu het is gebeurd voel ik me heel trots.’


* De naam Behnaz Afshani is om veiligheidsredenen een gefingeerde naam. Haar echte naam is bij de redactie bekend.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.