Ruim veertig jaar werd er eigenlijk niet naar de 22 vijvers op de campus omgekeken. Dat kwam omdat nooit helemaal duidelijk was wie er nou verantwoordelijkheid droeg voor het water. Toen de UT in 2007 samen met Waterschap Regge en Dinkel echter ‘zeggenschap’ kreeg over de vijvers, kon beroep worden gedaan op een Europese subsidie. Die was hard nodig, want dat de vijvers jarenlang geen onderhoud kregen, bleef niet zonder gevolgen. Sommige stukken waren volledig dichtgeslibd.
Beroepsvisser
Dus kregen de vijvers in 2007 stuk voor stuk een opknapbeurt. Om de bodem vrij te maken van de sliblaag – op sommige plekken hoger dan een meter – was eerst hulp nodig van een beroepsvisser. Met stroomstootjes kon het grootste deel van de ‘vijverbewoners’ worden verdoofd en met netten worden overgebracht naar de vijver achter de bibliotheek. ‘Maar veel grote vissen, zoals karpers en snoeken, doken juist weg in de blubber. Aan ons de taak om die vissen naar boven te halen’, blikt Ron Schaftenaar jaren later terug.
Hij is al meer dan twintig jaar penningmeester van Carper Diem, ook al vervulde hij nooit een functie bij de UT. Hij kan zich de klus uit 2007 nog goed herinneren. ‘Wat me vooral bijstaat is dat het een hels karwei was, waar veel tijd in ging zitten. Het baggeren duurde soms meerdere dagen per vijver. Sommigen zaten helemaal dicht, waardoor er bijna geen doorstroming meer was. Dat kwam het natuurlijk evenwicht natuurlijk niet ten goede.’
Schepnetten
Nadat de beroepsvisser het grootste deel van de vissen met netten weghaalde, was het de beurt aan Schaftenaar en de overige vrijwilligers – vaak een man of acht, gekleed in waadpak. ‘Het lag er ook maar net aan wie er die dag tijd had. Het werk was best leuk om te doen, in ieder geval nuttig. Met handen en schepnetten probeerden we de vissen omhoog te halen. Zo hebben we behoorlijk veel vissen kunnen redden.’
Bij acties als deze zie je vaak de gekste dingen boven water komen. In Amsterdamse grachten bijvoorbeeld lijkt het soms of er meer fietsen dan vissen in het water verblijven. Volgens Schaftenaar viel dat in de campusvijvers alleszins mee, al kwam er af en toe wel een autoband omhoog. ‘Maar ook een aantal fietsen. Dat is vandaag de dag vast niet anders. Afgelopen zomer, tijdens de extreme droogte, zag je op sommige plekken ook plots delen van fietsen aan de oppervlakte komen.’
Door het werk van Schaftenaar cum suis knapten niet alleen de 22 vijvers op, ook zorgden ze ervoor dat de vispopulatie op peil bleef. Of de liefhebber tegenwoordig nog als visser langs de kant zit bij één van de vijvers? ‘Niet vaak meer, helaas. De diversiteit in de vijvers is minder geworden. Door de vele waterplanten zwemt er minder witvis en snoek en juist heel veel karpers. Als Carper Diem hebben wij daar helaas geen zeggenschap over, maar af en toe gooi ik mijn hengel nog weleens uit.’