De student van vandaag is niet te benijden en die van de toekomst al helemaal niet. Je begint aan een studie met tienduizenden euro’s schuld in het vooruitzicht. Maar dan moet je wel eerst driekwart van je studiepunten in het eerste jaar halen, anders is het exit. Nominaal studeren is de norm. Een uitglijder is funest, in ieder geval voor de portemonnee.
Waar een beginnend student vroeger bijna vanzelfsprekend op kamers ging, rijzen de huurprijzen nu de pan uit. Bij vader en moeder wonen is het enige dat resteert. Na de studie is het ook geen feest: de arbeidsmarkt is geflexibiliseerd, op een vast contract moet je jaren wachten. Dus ook dan is de kamer en de gestampte pot bij vader en moeder de meest verstandige keuze. Want bij de hypotheekverstrekker gaan de alarmbellen af bij het zien van de studieschuld. Dat alarm werd na de bankencrisis geïnstalleerd op laste van de overheid.
Geen wonder dat studenten gebukt gaan onder stress en gezondheidsproblemen, ze kampen met depressie en burn-out-verschijnselen. Rector Thom Palstra maakte zich hier terecht zorgen om in zijn rede tijdens de dies natalis. ‘Mijn impressie is dat studeren en studentenleven synoniem zijn voor het vervullen van een reeks verplichtingen’. In dat licht is het extra bewonderenswaardig dat hij het 15-EC-of-niets-principe wil loslaten. De UT-student kan daarmee in ieder geval door als ‘ie een onderdeel van de module niet haalt.
Als af en toe een avond doorhalen en de volgende dag uitbrakken praktisch uitgesloten is, misschien is sporten dan een optie? Dat ziet er op de campus ook minder florissant uit. Ledenstops zijn geen utopie, indoorsporten moeten nu al regelmatig uitwijken naar externe locaties. De sportfaciliteiten naderen inderdaad de grenzen van de capaciteit, zo zei Mirjam Bult, vicevoorzitter van het CvB, in de Uraad. Ze wil er op de lange termijn iets aan doen, maar voor nu zijn er andere prioriteiten.
De signalen zijn overduidelijk: zo kan het niet langer. Des te wranger is het dat de Tweede Kamer instemde met het plan om de rente op de studieschuld te verhogen. De gemiddelde oud-student betaalt nu al zo’n 70 euro per maand terug aan de staat, de toekomstige student 82 euro. Dit binnen drie jaar nadat de student de basisbeurs afgenomen. Studeren wordt hiermee een risicovolle investering. Eén die wel eens afschrikwekkend kan zijn voor mensen wiens bankrekening niet goedgevuld is.
Rector Thom Palstra ziet een andere universiteit voor zich, want dit is niet de UT die hij wil. ‘Studeren zou je energie moeten geven en je gemotiveerd moeten voelen om jezelf te ontwikkelen’, zei hij. Maar zijn oproep heeft ook iets tragisch. Als enkele instelling heb je niets in de melk te brokkelen. De rector kan zijn kritiek uiten op het systeem, maar eruit stappen is geen optie. Zijn woorden zijn vooralsnog voor de bühne.
Het zijn wat betreft het hoger onderwijs – en dan vooral de studenten die daarin zitten – donkere dagen. Dagen die vragen om sterke mannen en vrouwen die zich consequent durven uitspreken tegen dit politieke klimaat waarin rendementsdenken de boventoon voert. Vanuit Den Haag hoeven we niet veel soelaas te verwachten. De hoop is dat de rectoren en collegevoorzitters elkaar vinden in hun zorgen en met één mond de noodkreet laten horen. Want dit onderwerp is te belangrijk om over te laten aan linkse ideologen alleen.