Het beoogde tekort dit jaar van 7,5 miljoen euro is al overschreden. De komende jaren wacht een majeure bezuinigingsopgave van grofweg 35 miljoen euro per jaar. Kortom, de UT moet de broekriem dusdanig aantrekken dat er nieuwe gaten in diezelfde riem geslagen moeten worden. Of wellicht moet er een broek van een paar maatjes kleiner aangeschaft worden.
Zo’n metafoor schudde het college van bestuur woensdag bij het bespreken van de Spring Memorandum – het financiële fundament voor de komende jaren – niet uit de mouw. ‘Het is namelijk een reis, soms eentje met vele obstakels. En het pad dat de UT bewandelt verandert door de veranderende context’. Was getekend, vicevoorzitter Machteld Roos.
Die context is onverbiddelijk. Nog los van de eigen financiële sores, gaat de UT te maken krijgen met een verder dalende doorstoom vanuit het vwo. Daarnaast zal de Wet Internationalisering in Balans ondanks mogelijke uitzonderingen een afschrikkende werking hebben op internationale studenten. De UT holt ondertussen achter onderzoeksfinanciering aan. En dan is er nog een hoofdlijnenakkoord dat de facto één Nederlandse universiteit wegbezuinigt. Kortom, alle seinen staan op donkerrood.
Uiteindelijk wordt de spreekwoordelijke soep nooit zo heet gegeten als ze wordt opgediend. Maar het is niet voor niets dat de universiteitsraad woensdag het college van bestuur bijna smeekte om leiderschap te tonen. Het CvB pareert op haar beurt dat de gehele gemeenschap doordrongen is van de urgentie en de opgave. En dat het een proces is dat versneld moet worden. Tegelijkertijd, sinds de afgekondigde net-niet-vacaturestop en het laten verlopen van tijdelijke contracten, heeft er allesbehalve een financiële kentering plaatsgevonden.
Er zijn bedrijven die om minder een reorganisatie hebben afgekondigd. ‘Niks doen is geen optie’, staat zwart-op-wit in de Spring Memorandum, gevolgd door ‘we also need the courage to make difficult choices’. Maar vooralsnog weerhoudt het college van bestuur zich grotendeels van het zélf maken van keuzes. Die legt ze bij de faculteiten neer.
Dat valt ergens te billijken. Want, zo beargumenteerde rector Tom Veldkamp: iedereen is welwillend om mee te helpen en je moet mensen vertrouwen geven om zelf de juiste keuzes te maken. Uiteindelijk reikt de macht van een college van bestuur maar tot zo ver; elke faculteit en dienst heeft haar eigen huishouding. Maar opnieuw: de gekozen aanpak zet vooralsnog weinig zoden aan de dijk. Immers, wie is bereid zich individueel op te offeren voor de collectieve zaak?
Er is blijkbaar een rotsvast vertrouwen in dat twintigtal ‘building blocks’. Maar de Uraad merkte terecht op dat het aan uitwerking en onderbouwing ontbreekt. Dat is sowieso een heikel punt in de gehele financiële situatie van de universiteit, die zich kenmerkt door vaagheden, quasi-besluitvorming, wisselende geluiden en onzekerheid.
Zulke onzekerheid is een logisch gevolg van het framen van informatie; bouwstenen klinken immers onschuldiger dan bezuinigingen – of, zoals die building blocks in eerste instantie heetten: ‘grote ombuigingen’. Maar die onschuld maskeert de urgentie en de schaal van de ingrepen. Want tussen de regels door gaan die zo onschuldig ogende bouwstenen de gehele UT op z’n kop zetten. Immers, het UT-onderwijs hervormen en rendabel maken, opleidingen die een minimuminstroom nodig hebben, minder ondersteunend personeel in dienst… Het zijn relatief nog niet uitgedokterde doch al gesmede plannen die een voorbode zijn van een reusachtige ommezwaai.
Of de UT daarvoor geëquipeerd is, is zeer de vraag. De discussie over de Spring Memorandum woensdagochtend was er ook eentje waar omissies op tafel kwamen. Zo heeft de UT bijvoorbeeld (nog) niet in kaart hoeveel een opleiding daadwerkelijk kost – in bedrijfsmatig opzicht een merkwaardige constatering. Met andere woorden: de UT wil bezuinigen op het onderwijs – wat onherroepelijk ten koste gaat van de kwaliteit ervan – maar moet nog eerst inzicht verkrijgen in wat het allemaal kost. Maar bovenal uitte de universiteitsraad de zorg of leidinggevenden op de UT wel adequaat kunnen handelen; het is volgens de raad voor het eerst dat men moet omgaan met zo’n penibele situatie. Met andere woorden: leidinggevenden die nog niet eerder met dit bijltje hebben gehakt, worden het bos in gestuurd.
Dus is leiderschap nodig. En moeten keuzes gemaakt worden. Niet alleen binnen de faculteiten, maar in het bijzonder in de bestuursvleugel. Na die vele vette jaren van groei en weinig financiële kopzorgen heeft de UT zich ergens een houding aangewend van een verwende puber op een fatbike. En die heeft zo af en toe een strenge ouder nodig die ‘m een draai om de oren geeft. Zachte heelmeesters maken immers stinkende wonden.