Wie vanaf de Oude Markt in de Enschedese binnenstad de Menistenstraat inloopt, voor Stanislaus Brewskovitch rechts afslaat en gelijk weer links, treft naast Big Belly’s Tavern een groene voordeur aan. Aan de zijkant van de deur hangen twee ‘belopties’: huize Het Riagg, of huize DADA. Aan de keukentafel van het eerstgenoemde huis nippen bewoners Nils Meulenbroek, Job de Beurs en Julian Wets op hun maandagse huisavond aan een Chardonnay.
Huize Het Riagg – of ’t Riagg – werd in 1997 opgericht. Een jaar later dan de vrouwelijke Taste-buren van DADA. De naam Riagg doet vooral denken aan de geestelijke gezondheidszorg, de voorloper van de GGZ. ‘Riagg, de regionale instelling voor ambulante geestelijke gezondheidszorg. Die afkorting moet je kunnen onthouden als je hier komt wonen’, vertelt De Beurs, student technische bedrijfskunde.
'Wij boden diegene dan koffie aan en fungeerden als een soort opvangcentrum'
Koffie drinken
Wets, student industrieel ontwerp, vult zijn huisgenoot aan. ‘Naar wat wij begrepen waren de dames van DADA tijdens de oprichtingsjaren altijd druk met scharrels en vriendjes. Via de achterdeur en het dakterras sloop daar wel eens iemand weg en die werd dan bij ons gestald. Wij boden diegene dan koffie aan en fungeerden als een soort opvangcentrum. Vandaar ook onze ondertitel: Met wie moet je er anders over praten? Als iedereen bij DADA op zo’n avond dan weg was, konden de vrouwen ook weer hier komen om te praten. Dat koffie drinken bij Het Riagg is er altijd een beetje in blijven zitten.’
(Tekst gaat verder onder de foto.)
De drie sprekers vormen de helft van de huidige Riagg-bewoners. Wat opvalt is dat er al jaren geen wisseling van de wacht plaatsvond. Meulenbroek: ‘We wonen al bijna vier jaar in deze samenstelling, heel bijzonder. We overleefden zelfs corona met elkaar. In dit huis woonden altijd langstudeerders, sommigen wel acht of negen jaar. Komende zomer gaat de eerste weg, dus daar zijn we al druk mee bezig.’
'We hebben Ivo ooit eens een bericht gestuurd op Instagram, maar kregen helaas geen reactie'
Wat het huis aan de Van Lochemstaat 228 zo bijzonder maakt volgens de heren, is dat er maar één gemeenschappelijke ruimte is. De living. Wets: ‘En de badkamer natuurlijk, maar daar spreken we niet met elkaar af.’ De Beurs somt de pluspunten van het huis op. ‘Voor de faciliteiten moet je hier niet willen wonen, maar de locatie is perfect. En het dakterras maakt in de zomer veel goed. Bovendien is de combinatie met de buren van DADA uniek. We trekken veel samen op en komen veel bij elkaar over de vloer. Met regelmaat gebruiken we bovendien hun woonkamer. In de weekenden gaan zij vaak nog naar huis. Dan staan al hun naambordjes op afwezig en weten wij dat we gebruik van hun woonkamer kunnen maken. Ideaal.’
Ivo Niehe
Volgens de overlevering woonde televisiepresentator Ivo Niehe ooit aan de Van Lochemstraat 228. ‘Er gaan zelfs verhalen dat hij de oprichter was van dit huis. Of al die verhalen precies kloppen weet ik niet, maar dat moet je helemaal niet willen checken. We hebben Ivo ooit eens een bericht gestuurd op Instagram, maar kregen helaas geen reactie’, aldus Wets. Voor Niehe is een speciale plek ingericht in de gemeenschappelijke ruimte. Vanaf een grote poster kijkt de televisielegende zelfverzekerd in de richting van de keukentafel. ‘Het mooie is dat hij iedereen altijd tegelijk aankijkt en dat hij altijd tevreden oogt. Niehe staat ook afgebeeld als foto van onze groepsapp. Naast zijn poster hangen foto’s van mensen waarvan we zeker weten dat ze hier hebben gewoond’, vertelt Meulenbroek.
'We kunnen dat kastje achter jou maken, maar we kunnen dat ook de volgende bewoners laten doen'
Door het jaar heen viert Riagg samen met de buren oudejaarsdag, organiseren de mannen een huisfeest en staan er themafeesten gepland. ‘En de huisjongste regelt elk jaar een wijnproeverij. Dan drinken we samen veel goedkope wijn, net zo goedkoop als de wijn die we nu drinken’, oordeelt De Beurs. ‘En we plannen jaarlijks een klusweekend, maar daar komt niet altijd even veel van terecht. Zeker nu we op korte termijn allemaal weggaan kunnen we dat kastje achter jou maken, maar we kunnen dat ook de volgende bewoners laten doen’, vindt Meulenbroek. De Beurs: ‘Dat kastje heb ik overigens ooit als huisopdracht gemaakt. Een unaniem belachelijk groot succes, als je het mij vraagt. Ja, we halen hier graag uitspraken van Ivo Niehe aan.’
Kerstboom zagen
Of er – tot slot – nog een Riagg-anekdote is die niet mag ontbreken? Meulenbroek vist een aantekeningenboekje uit de vensterbank. ‘Hier schrijven we speciale quotes of anekdotes in, zodat we die niet vergeten. Ik twijfel alleen of die geschikt zijn om te delen. Wat sowieso een goed verhaal is: we laten de huisjongste altijd de kerstboom fixen, maar daar mag hij geen geld voor uitgeven, dat is te makkelijk. We maken diegene altijd wijs dat het ieder jaar lukt door een boom in het bos om te zagen. Job hier naast mij geloofde dat verhaal en heeft dat een paar jaar geleden echt gedaan. Die is tijdens corona helemaal naar dat bos achter de universiteit gefietst om een boom weg te halen.’ De Beurs: ’Eigenlijk was corona toen perfect, want er was daar niemand. Ik moest dat hele eind samen met een huisgenoot terugfietsen met die enorme boom achterop, die ook nog eens veel te groot bleek te zijn. We kregen hem niet eens naar binnen, dus tuigden we hem op het dakterras op.’
Na het kerstboomverhaal lepelen de bewoners de ene na de andere anekdote op. Dat het boekje met Riagg-verhalen nog lang niet uitgeschreven is, lijkt vast te staan. De vraag is wie de nieuwe personages worden, aangezien er in de zomer na jaren weer een wisseling van de wacht volgt. Meulenbroek: ‘Onze dynastie komt ten einde. We gaan een nieuw tijdperk in.’