Huize Morgen Misschien bestaat al bijna een kwart eeuw. Het bijzondere is dat het studentenhuis van Taste in die periode liefst twee adressen ‘versleet’. Tot 2008 leefden de bewoners aan de Doctor Benthemstraat, gevolgd door het huidige adres: de Korte Hengelosestraat. De reden voor de verhuizing is een bijzondere en hangt ook samen met het ontstaan van de naam van het huis.
Moeizame relatie
De bewoners van het eerste uur onderhielden namelijk een moeizame relatie met de huurbaas. In het studentenhuis werkte veel niet: de elektriciteit viel telkens uit en de boel was verouderd. De bewoners vroegen de huurbaas herhaaldelijk of hij daar wat aan kon doen. Het antwoord van zijn klusjesman was volgens huidige bewoner Twan de Groot telkens hetzelfde: ‘Dat weet ik niet jongen, morgen misschien.' De Groot: 'Daar komt onze naam dus vandaan.’
(Tekst gaat verder onder de foto.)
De verhuizing ligt in het verlengde daarvan. Als de bewoners het uitstelgedrag van de huisbaas zat zijn, besluiten ze geen huur meer te betalen. ‘Toen kwam er plots heel snel actie. De huisbaas belde namelijk aan en stond niet alleen voor de deur, maar had een knokploeg meegenomen. Onze voorgangers moesten met hem en de knokploeg naar de pinautomaat lopen, de achterstallige huur betalen en binnen drie maanden oprotten’, vertelt huisoudste Steven Bakker lachend.
De eeuwige zesde bewoner
Vlak voor de deadline vonden de bewoners nieuwe woonruimte aan het huidige adres, op de hoek van de Korte Hengelosestraat en het Stationsplein. ‘Ook al gingen we noodgedwongen van zes naar vijf bewoners, de verhuizing was zonder twijfel een promotie. We zijn voor een huisvergadering ooit eens terug geweest aan de Dr. Benthemstraat en dit huis is in alles mooier. En de eeuwige zesde bewoner zijn we nooit vergeten, die hangt symbolisch aan de muur’, aldus Bakker, terwijl hij wijst naar een oorkonde achter hem.
De huidige vijf bewoners vormen een perfecte generatieladder: van eerstejaars tot vijfdejaars. Allemaal Tastelid, maar alle vijf onderdeel van een ander dispuut. ‘Dat heeft als voordeel dat het hier bijna altijd gezellig is. Maandag hebben we huisavond, dinsdag jaarclub en woensdag en donderdag dispuut. Mensen komen hier vanwege de grote huiskamer graag’, vertelt Daniel Feddes.
Volgens Bakker onderhoudt het huidige vijftal een goede band met de pakweg 25 oud-bewoners. ‘Elk jaar organiseert een ouwe lul thuis een barbecue. Iedereen komt daar op af, met vrouw en kinderen. Twee jaar geleden was iemand zelf te brak om te komen, maar zijn vrouw en kinderen kwamen wel. Prachtig, dat zegt veel over ons huis.’
Dopjes gooien
Morgen Misschien. De naam van het huis suggereert dat het tempo bij de vijf studenten niet al te hoog ligt. Deels terecht, vindt Roel Kolkman. ‘Bij vlagen gaat alles hier op z’n tijd. Momenteel gaat het bij iedereen goed met studeren, vorig jaar was dat een tijdje minder en was het ’s middags vaak bierdopjes gooien richting de emmer aan de muur. Wie raak gooit mag namelijk een biertje uitdelen, maar dat doen we nu met mate.’
Oranje nekkraag
De fotogalerij op de (verouderde) MM-website geeft een beeld van de weg die het huis door de jaren heen aflegde. Op één kiekje lacht een bewoner voluit, terwijl zijn huisgenoot naast hem ligt op een ziekenhuisbed in een knaloranje nekkraag. ‘Hij stuiterde tijdens een huisfeest van de buitentrap. Hij dacht dat het meeviel, maar een paar anderen besloten toch de hulpdiensten te bellen. Hij mocht gelijk niet meer bewegen, maar zat toen op de wc. Door de deur sommeerden we hem stil te blijven zitten. De brandweer takelde hem vanaf het toilet door het raam naar buiten. In het ziekenhuis bleek het allemaal mee te vallen, vandaar de blije foto’, duidt Bakker.
(Tekst gaat verder onder de foto.)
Net zoals in andere huizen is de lijst met tradities in Morgen Misschien eindeloos. Een bewijstraject voor de huisjongste bijvoorbeeld, maar echt uniek volgens de heren: ellenlange huisvergaderingen. ‘Die houden we vier keer per jaar en duren vaak tien tot twaalf uur. Dan wordt er gedronken en houden we persoonlijke evaluaties. Dan praten we over onszelf, de thuissituatie, werk en school. We zijn namelijk niet alleen huisgenoten, maar ook vrienden. We willen weten hoe het met elkaar gaat en daar zijn die vergaderingen voor. De alcohol helpt dan uiteraard mee’, legt Bakker uit.
Afgelopen nacht keken de bewoners zoals altijd de Super Bowl, ook een traditie. En tijdens televisiekijken is het altijd opletten geblazen, want heel af en toe vinden de heren dan een erebewoner. De Groot: ‘Dat wordt iemand als diegene precies dezelfde das draagt als wij: zwart met kleine witte ruitjes. Soms gebeurt dat, dan zetten we het tv-beeld stil en keuren we of diegene toegang krijgt tot onze eregalerij. Vladimir Poetin, de Damschreeuwer en Johan Remkes staan al op die lijst, ook al zijn we daar niet per se trots op.’