Vorige week heb je kunnen lezen dat variatie van duur en intensiteit in je trainingen belangrijk is. Maar niet alleen de duur en intensiteit van je trainingen kun je aanpassen zodat je variatie hebt, ook verschilllende ondergronden is een heel belangrijke.
Komt het je bekend voor wanneer ik je vertel dat veel studenten altijd maar hetzelfde ‘standaard’ rondje lopen? En het liefst de hele weg over het asfalt? Of voor de afwisseling hooguit een keer het rondje de andere kant op lopen? Dan heb jij duidelijk gebrek aan variatie!
Probeer elke keer als je gaat lopen een ander rondje te lopen dan de keer daarvoor. Dit is niet alleen leuker, maar geeft ook meer afwisseling.
Denk bijvoorbeeld aan die bol- en schuin aflopende boerenweggetjes achterlangs. Als jij altijd hetzelfde rondje loopt en aan dezelfde kant van de weg, loop je dus altijd op dezelfde manier scheef. Dit kan eerder leiden tot eenzijdige overbelastingsklachten. Probeer dus niet alleen het rondje af te wisselen om het leuker voor jezelf te maken, maar dus ook om de kans op blessures te verminderen.
In de bata zijn er een aantal etappes waarin een onverhard deel kan voorkomen. Weet jij nu al dat dit in jouw etappe het geval is? Zorg er dan voor dat je in je trainingen ook af en toe onverhard gaat lopen. Je zult merken dat dit zwaarder is en dat je meer moeite moet doen om je stabiliteit te behouden.
Ook voor de mensen die geen onverhard deel in hun etappe hebben zitten is het dus goed om dit wel te oefenen. Voor de stabiliteit en voor de VARIATIE!
Trainingsvariatie II
Lesley Smit is fysiotherapeut in het Sportcentrum, in de praktijk Fysio in Twente. Zelf is ze fervent hardloopster. Ze liep de halve marathon in Enschede vorig jaar en is Nederlands kampioen duathlon klassieke afstand. Tot aan de start van de Batavierenrace zal ze elke week een tip geven over hardlopen.