In februari 2025 wordt onderzoeker Arjan van Hessen 67 jaar en dan is zijn loopbaan binnen de universitaire wereld ten einde. Daar had hij in eerste instantie best veel moeite mee. Hij verzette zich tegen het idee en vond het erg jammer dat hij op de UT zijn loopbaan moest beëindigen. ‘Dat is beleid, maar ik had écht nog wel langer door gewild.’
Inmiddels is het tij gekeerd, vertelt hij. ‘Ach, je houdt het toch niet tegen dat je eruit gegooid wordt’, merkt hij met een knipoog op. ‘En ik begin inmiddels steeds meer aan dat hele pensioenidee te wennen. Sterker nog: ik heb besloten dat ik eerder stop: met Kerstmis. Dat lijkt me een heel mooi moment.’
arjan van hessen
UT-functie: onderzoeker in de faculteit EEMCS op het gebied van spraakherkenning
Leeftijd: 66 jaar
Gaat met pensioen op: 19 februari 2025
De cursus Pensioen in Zicht, die hij eerder dit jaar bij de UT kreeg aangeboden, heeft bij de koerswijziging meegespeeld, laat hij weten. ‘Ik kreeg een uitnodiging voor die cursus en was in eerste instantie behoorlijk sceptisch. ‘Wat moet ik daar nu weer mee? Heb ik hier wel zin in? Ik zie mezelf al met een clubje ‘zwevers’. Ik zag mijn naderende pensioen helemaal niet zitten en heb lange tijd geroepen: ik ga nog niet met pensioen. Bovendien, mijn vader heeft tot z’n 72e doorgewerkt en mij leek dat ook wel wat.’
Maar de cursus viel erg mee en hij had er redelijk veel steun aan. ‘De cursusleider deed het goed en de deelnemersgroep bestond uit aardige en leuke UT’ers, die hun ervaringen met elkaar deelden. We ontdekten allemaal mooie kansen, die we zouden kunnen uitvoeren als we straks niet meer werkten. Uiteraard had ieder een eigen ideaal toekomstig scenario, maar het delen daarvan had op mij een stimulerend effect. Het heeft mij geholpen bij het accepteren van het feit dat ik toch echt met pensioen ga.
‘Ik begin steeds meer aan dat hele pensioenidee te wennen’
Veel mensen vragen me de laatste tijd: ‘En, wat ga je allemaal doen? Ik heb een aantal ideeën, maar ben er nog niet helemaal over uit waar ik mee ga beginnen. Misschien iets met m’n handen, consultancy, buschauffeur of heel veel wandelen, met en zonder hond. Ik zie steeds minder op tegen het feit dat over een paar maanden mijn professionele leven toch echt zal veranderen.
Loopbaan
Zijn academische loopbaan was ingewikkeld en heterogeen, stelt hij zelf vast. Van Hessen studeerde Geofysica en Italiaans aan de Universiteit Utrecht. Tijdens zijn militaire dienst werd hij door een oud-docent gebeld met de vraag of hij wellicht interesse had in een promotieonderzoek Fonetiek (een mix van Geofysica en Taalkunde, red.) en dat had hij. Later werd hij gevraagd voor een postdoc Spraaktechnologie aan de Universität Düsseldorf (1 jaar) vervolgens aan de Universität Ulm (2 jaar). Eenmaal terug in Nederland kreeg hij een postdoc aan de Universiteit Utrecht, maar na een paar maanden koos hij voor een positie als spraaktechnoloog bij het opkomende Vlaamse bedrijf Lernout & Hauspie.
Dat beviel, maar hij miste daar de academische inslag (het werkt, maar waarom?). Na 3 jaar Brussel en Yperen keerde hij daarom terug naar Nederland om op 1 september 1998 aan een fulltime baan op de UT te beginnen. Dat duurde maar een maand, want het werken in de spraak-industrie had ook zo z’n voordelen. Naast z’n onderzoeksbaan op de UT begon hij als Head of Innovation bij het Driebergse bedrijf ComSys. Een mooie combinatie van toegepast en fundamenteel onderzoek in zowel de academische als ‘echte’ wereld.
Hij voelde zich als een vis in het water en heeft deze dubbelfunctie tot afgelopen jaar volgehouden. ‘De Universiteit Twente is een ondernemende universiteit en samenwerking met het bedrijfsleven werd warm toegejuicht. Ik heb het werk op de UT daardoor kunnen combineren met banen in het bedrijfsleven. De UT stimuleert dat en loopt daarin voorop. Een goede zaak. Ik heb hierdoor een brugfunctie kunnen vervullen bij mijn werkgevers.’ Na drie jaar ComSys ging van Hessen bij het Enschedese bedrijf Telecats werken, waar nu inmiddels vijf oud-studenten van hem werkzaam zijn.
Spraakherkenning
Onderzoek naar spraakherkenning staat centraal in zijn loopbaan. Het onderwerp heeft volgens hem sinds 2012 met de komst van Neurale Netwerken enorm veel vooruitgang geboekt. ‘We kunnen behoorlijk goed herkennen wát er gezegd wordt, en doen nu onderzoek naar de onderliggende emoties van spraak; dus hoé het gezegd wordt en wat er wellicht mee bedoeld wordt. Mooie ontwikkeling in de tijden van AI en ChatGPT.’
Er wordt ook spraakherkenning ingezet in de geestelijke gezondheidszorg, vertelt Van Hessen. ‘Een psychiater moet regelmatig beoordelen of een patiënt na behandeling weer kan meedoen aan de samenleving. Er wordt nu onder leiding van de Groningse hoogleraar Iris Sommer software ontwikkeld om met gebruik van spraaktechnologie aan te tonen of een patiënt wel of niet terug kan in de maatschappij. Uiteraard heeft de psychiater altijd het laatste woord, maar de software kan helpen om te bepalen wie wel of niet een psychiater moet zien.’
Toegevoegde waarde
De ontwikkelingen gaan razendsnel, weet hij. ‘Je moet eerlijk zijn en je steeds afvragen: ben ik nog van toegevoegde waarde? Als oudere werknemer loop je, zeker in dit dynamische AI-veld, heel gauw achter de feiten aan. Artificial Intelligence kan ik volgen. Maar hoelang nog ? Het gaat nu eenmaal razendsnel.’
Zijn laatste klus draaide om de kunstsector. Een samenwerking tussen de UT en de UVA, vertelt hij. ‘Tegenwoordig worden kunstenaars steeds vaker geïnterviewd over het waarom van hun kunstwerk. Waarom heb je het gemaakt, hoe kwam dat tot stand en wat wil je er eigenlijk mee zeggen? Nu spraakherkenning zo goed werkt, wordt dat ingezet om de gesproken audio om te zetten in een geschreven tekst. Die dan vervolgens weer (automatisch) vertaald wordt in het Engels, of een andere taal. Dat levert ons heel mooi, nieuw bronnenmateriaal op waarin straks niet alleen de transcriptie, maar ook niet-verbale informatie komt te staan.
Dat gaat van Hessen als onderzoeker allemaal niet meer meemaken. Hij vindt het enerzijds jammer, maar aan de andere kant ook helemaal goed. ‘Het is een mooie klus voor de nieuwe generatie, toch?’.