‘Jongere generatie moet het nu doen, het is ‘hun’ tijd’

| Ditta op den Dries

Wie UT’er Jan Schut een paar jaar geleden naar zijn naderende pensioen vroeg, kreeg geheid als antwoord: ‘Mijn pensioen? Dat is nog zó ver weg!’ En hij ging snel over tot de orde van de dag. De kaarten liggen inmiddels anders. Hij is begonnen met aftellen.

Photo by: Frans Nikkels

Op 3 december is het zover. Dan heeft hij zijn laatste werkdag als coördinator van de EIT Digital Master School. Hij ziet ernaar uit, zegt hij, in zijn werkkamer in gebouw Zilverling. ‘Sterker nog, ik zie mijn pensionering inmiddels als zeer welkom. De laatste twee jaar waren zwaarder dan ik had verwacht.’

‘Waar dat in zit? Lastig om uit te leggen. Er veranderen zaken op de UT. Soms in kleine stapjes, soms gaat het ineens heel snel. Ik werk al heel lang op de campus en ik ben misschien wat star in mijn opvattingen geworden. De jongere generatie heeft eigen ideeën. Daardoor ontstaat er een kloof in de manier van werken tussen mij als oudere werknemer en UT’ers van zo rond 40 jaar. Althans, die kloof ervaar ik. En dat vind ik lastig. Dat gevoel dat er eigenlijk andere dingen van me gevraagd worden. Dat ik de dingen anders doe dan de jongere generatie. Ik vind dan dat zij het moeten doen, het is nu ‘hun’ UT. Volgens mijn jongere collega’s is dat nergens voor nodig.

Kleinzoon

In zijn hoofd is hij al enige tijd met z’n pensioen bezig. ‘Ik heb regelmatig gedacht: zal ik eerder stoppen? Of korter gaan werken? Het ging vorig jaar niet zo heel fijn met mij. Ik ervoer elke dag pijn vanwege rugklachten. Ziekmelden ligt niet in mijn aard.’ Wat ook meespeelde bij de gedachte om eerder te stoppen was de geboorte van zijn kleinzoon. ‘Arthur is nu drie jaar. Hij woont in Harderwijk. Mijn vrouw ziet hem iedere week een dag, maar ik zie hem naar mijn gevoel te weinig.’ Schut is blij dat hij nu, bijna 67, zijn werk kan afronden. ‘Het wordt echt tijd. Er wonen oud-UT-collega’s bij me in de buurt, die al tussen hun 50ste en 60ste konden stoppen met hun werk.’

jan schut

Jan Schut is UT-coördinator van de EIT Digital Master School. De laatste tien jaar had hij onder andere een internationale double degree (EIT) onder zijn hoede. Het 200ste diploma is in aantocht, laat hij trots weten. Het is zijn taak om alle onderwijsactiviteiten te coördineren die gerelateerd zijn aan de programma's waaraan de UT deelneemt binnen de EIT Digital Master School. Het gaat om de programma's: Human Computer Interaction Design, Cybersecurity en Data Science. Daarnaast coördineert hij de UT masteropleiding Applied Mathematics. Schut heeft jarenlang PIA (Platform Internationaal Affairs) voorgezeten en de opkomst van internationalisering aan de UT meegemaakt, 10 jaar voor EEMCS en als PIA voorzitter.

Jan Schut gaat zich zeker niet vervelen als hij met pensioen is. Hij leest graag literatuur.  Het boek Requiem van Karl Alfred Loeser bijvoorbeeld. ‘Dat boek is in 1930 geschreven en na 90 jaar uitgebracht. Het blijkt heel actueel, omdat het laat zien hoe snel een mentaliteit van een volk om kan slaan. Ik kan er weleens bang van worden.’ 

Inmiddels heeft hij met het mobiliteitsteam al een afscheidsfeestje gevierd. ‘We zijn met zeven man op de trein naar Münster gestapt, hebben het International Office van de Universiteit Münster bezocht en gingen daarna de stad in om te borrelen en te dineren. Het leek een schoolreisje! Maar het was ook nuttig. We kunnen best wat leren van de universiteit van Münster, zeker als het gaat om hun kijk op internationalisering.’

Internationalisering

Jan Schut vertelt dat de Universiteit Twente in 2006/2007 echt werk maakte van internationalisering. ‘Wij waren de eerste Nederlandse universiteit die daar serieus mee aan de slag ging. Het was destijds mijn taak internationalisering op de faculteit en daarmee op de UT verder te brengen. Eerst was er vooral studentenuitwisseling, daarna ook stafuitwisseling en hoog op de agenda stond de wens om de double degrees in de masters binnen te brengen. Alles met het doel om de instroom van buitenlandse studenten op de UT te vergroten. Allemaal gelukt, behalve één ding. Eigenlijk was het oorspronkelijk óók een doel om iedere UT-student tijdens de studie een buitenlandervaring mee te geven. Dat bleek niet haalbaar. We deden daarom wat wél haalbaar was, op de UT met international classrooms beginnen’, vertelt hij.

‘Het is goed om op universiteiten te mixen met culturen’

Hij is daar nog steeds blij om. ‘Het is goed om op universiteiten te mixen met culturen. We leren open te staan voor elkaars denkbeelden en over en weer meer begrip te krijgen. Dat dient een hoger doel. Als je vrede in de wereld wilt hebben, moet je internationalisering als onderwijsinstituut goed doen. Het goede voorbeeld geven. Dat lukt ons ook. Ik kan er enorm van genieten als ik over de campus loop en zie dat 20 studenten uit Pakistan en India samen cricket spelen. Inspirerend! Het is alleen lastig als de politiek erbij komt kijken. Bij wiskunde hebben we één Russische student. Hij haalt fantastische cijfers. Daar ben ik trots op. Het is niét de Russische burger die oorlog voert. En de lange arm van China mag ook niet gekoppeld worden aan de individuele Chinese student. Het is het onderwijs dat ons verbindt.’

Universiteitsraad

Twee keer zat Jan een periode in de universiteitsraad, rond 1990 en in 2009. Hij zag een groot verschil. ‘In mijn eerste periode bestond de Uraad uit meerdere grote partijen. Er waren ideeën, debatten en moties. Na een meerderheid van stemmen werd een besluit genomen. Heel democratisch. In 2009 werd er veel meer naar een compromis gezocht. Over het TOM-model bijvoorbeeld. Tegenwoordig lijkt het alsof het CVB een eigen koers vaart, bijvoorbeeld in de kwestie rond de application fee.’

Heeft hij zelf nog een kritische noot te kraken? Hij denkt er even over na en dan gaat er een lampje branden. ‘Jazeker! Ik heb veertig jaar op de Universiteit Twente gewerkt en ik zit op dit moment vast al wel in mijn veertigste werkkamer! Al die verhuisbewegingen. Ik kan je zeggen dat dat láng niet altijd productief is.’

Wonen op de campus

Sinds 2011 woont hij in een woning aan de Langenkampweg, achter de Universiteit Twente. ‘Ik had vroeger gemengde gevoelens bij wonen op de campus. Maar het is ideaal. Eén minuut lopen en ik zit midden tussen de studenten, een minuut lopen en ik ben weer lekker thuis. Tegen de studenten op de campus zou ik willen zeggen: jullie weten niet half hoe jullie boffen met wonen in zo’n omgeving.’ Schut gaat in zijn pensioenperiode zeker mooie wandelingen maken. ‘Tien tot twintig kilometer. Al vanaf  mijn woning hebben we een heel mooi vertrekpunt. Of de natuur in, óf de campus op.’

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.