Universiteiten strijden al jaren voor de mogelijkheid om promovendi aan te kunnen nemen als student, die ze dan ook geen salaris hoeven te geven. In april besloot de rechtbank van Leeuwarden dat de universiteiten dit inderdaad mogen doen, in tegenstelling tot wat rechters eerder uitspraken. Door het niet aanvechten van die uitspraak is die overwinning definitief. De UT wil onderzoeken hoe deze nieuwe ruimte kan worden benut.
Want ook de Twentse universiteit ziet kansen. Volgens Bertyl Lankhaar, woordvoerder van het college van bestuur van de UT, sluit de huidige regelgeving niet goed aan op de internationale groep studenten. ‘Zij dienen zich steeds vaker met een beurs aan. Wij kunnen hen nu een ander promotietraject aanbieden. Het mogelijk maken van de promotiestudent als aanvulling op het huidige promotiebestel laat ons beter aansluiten op de internationale positie van promovendi.’
UT’s promovendinetwerk P-NUT is minder blij met de uitspraak. ‘Dit is zeker geen wenselijke ontwikkeling,’ vertelt bestuurslid Janne Mewes. ‘Het is minder aantrekkelijk om promotiestudent te zijn dan betaald promovendus. Minder mensen zullen daarom willen promoveren, terwijl de universiteit juist de beste kandidaten wil kunnen kiezen.’
En het is mogelijk dat juist de mindere kandidaten zich blijven aandienen, meent Mewes. ‘Juist de beste mensen hebben vaak een afweging te maken tussen promoveren en een goedbetaalde baan. Het zou kwalijk zijn als er minder goede promovendi overblijven die niet zo'n topbaan aageboden krijgen.’
P-NUT geeft aan de ontwikkelingen op de UT nauwlettend in de gaten te houden. Waar nodig zal de organisatie voor de promovendi opkomen, belooft Mewes. Voorlopig is niet duidelijk hoe de UT deze nieuwe ruimte gaat invullen. Enerzijds is het CvB blij met de mogelijkheid om diversiteit in de promotietrajecten aan te bieden, anderzijds wil ze ‘geen verschil in beleid hanteren voor de verschillende groepen promovendi als dat niet nodig is,’ licht Lankhaar toe.
Langslepend dossier
Al in de jaren ’90 stelden VSNU en NWO voor om promovendi te zien als student in plaats van betaalde werknemer. In de grofweg twee decennia tussen toen en nu hebben verschillende universiteiten, kabinetten, rechtbanken en de Raad van State zich voor en tegen dit voorstel uitgesproken.
De Rijksuniversiteit Groningen gaat al jaren voorop in de strijd om promotiestudenten aan te mogen nemen. Dat verschillende rechtbanken de RUG daarvan weerhielden stemde minister Plasterk in 2009 tevreden, maar ging in tegen de wens van staatssecretaris Zijlstra in 2011. Laatstgenoemde zag kansen voor ‘meer promoties voor hetzelfde geld.’
In januari van dit jaar waarschuwde de Raad van State de regering tegen de gevolgen van het invoeren van promotiestudenten. Universiteiten verzochten de regering te experimenteren met promovendi die in plaats van een salaris een beurs zouden krijgen. Geen goed idee, vond de Raad van State: Nederlandse én buitenlandse studenten zouden minder snel kiezen voor een Nederlands promotietraject. Minder promoties voor minder geld, kortom. Die stellingname is inmiddels ingehaald door de werkelijkheid.
In Leeuwarden stonden Abvakabo FNV en de Rijksuniversiteit Groningen tegenover elkaar. De RUG, en daarmee alle universiteiten, won. De vakbond kon nog in cassatie gaan, maar deed dat niet. De zaak zou bij de Hoge Raad te weinig kans maken, al oordeelde een Tilburgse hoogleraar anders.