Dat het eerste damesteam van Cabezota vooralsnog een uitstekend seizoen draait, het team won alle duels, is onder andere de verdienste van Anne (midden onderdaan op de foto) zelf. Met haar ervaring, reactievermogen en snelheid vormt ze een rots in de branding in het doel. Haar omzwervingen in handballand voerden haar vanaf 8-jarige leeftijd via de club uit haar Duitse geboortedorp, de club uit de grotere stad verderop en een club in Utrecht naar Cabezota op de UT-campus.
“Ik heb het geweldig naar mijn zin hier”, vertelt Anne. “Van een studiegenootje hoorde ik dat Cabezota 1 een keepster zocht. Halverwege het vorige seizoen heb ik me aangesloten. We spelen nu in de derde klasse en dat gaat prima, we hebben alles dik gewonnen. Het team zag veel spelers vertrekken, maar de vervangers daarvan zijn minstens zo goed.” Over een eventueel kampioenschap wil ze echter nog niet dromen. “Het seizoen is nog lang. Mensen hadden het na twee duels al over de titel. Dat vind ik overdreven. De sterkste tegenstanders moeten we nog treffen. Daar kijk ik naar uit.”
Duitsland
HSG Hohne/Lengerich. Zo heet de club waar Anne verliefd werd op de sport. Voordat ze keepster werd, bekleedde ze zo’n beetje elke positie in het veld. Handbal in Duitsland is niet te vergelijken met handbal in Nederland. De sport is ongekend populair bij onze oosterburen en de competitie hoort, zowel bij de mannen als bij de vrouwen, tot de grootste ter wereld. “Een stapje terug? Ach, zo zie ik het niet. Ik moet ook aan mijn studie denken en ben blij dat ik daarnaast kan handballen. Bovendien is Cabezota een ontzettend gezellige vereniging, dat is minstens zo belangrijk als prestaties. Wie weet ga ik na m’n studie weer een stapje hogerop.”
Geen angst
Op welk niveau ze ook speelt, Anne grijpt elke kans aan haar kwaliteiten te laten zien. Angst kent ze niet. Handig, want een goede handbalkeepster maakt zich bij een schot zo breed mogelijk om zo het doel te verkleinen. “Blauwe plekken horen erbij. Mijn motto is: die bal mag er niet in. In de top bij de mannen wordt er met honderd kilometer per uur geschoten. Bij ons is dat natuurlijk wat minder, maar hard gaat het zeker. Ik vertrouw op mijn instinct en reactievermogen, dat brengt me een heel eind.”