Universiteitsraadsvoorzitter Herbert Wormeester vroeg zich in de vergadering hardop af hoe de gewenste groei in onder meer het aantal studenten te rijmen is met het verkleinen van de staff. In een brief schrijft Wormeester namens de raad: ‘In vergelijking met de jaarrekening 2012 is er een daling van bijna 18% (zo’n 170 fte). Tegelijkertijd moet de U-raad constateren dat de onderwijsinspanningen niet verminderen.’ Sterker nog, ‘de inspanningen in onderwijs blijven stijgen, zowel door TOM als het toenemend aantal studenten,’ licht Wormeester mondeling toe.
Het CvB erkent bij monde van Kees van Ast dat er een dergelijke spanning zit in de meerjarenraming. ‘Bij het verhogen of verlagen van de budgetten beweegt de capaciteit mee. Ja, er zit spanning tussen budget en inspanningen. Daarom moeten we nu middelen inzetten om straks dat niveau te halen.’
Van Ast doelt daarmee onder andere op ruimte die verdere integratie van TOM moet opleveren. ‘We zijn nu nog met TOM aan het zoeken naar evenwicht. We moeten dat zeker nog twee jaar blijven ontwikkelen en daar is ook budget voor. Daarnaast pakken we kansen om de administratieve lasten te verminderen. En bovendien levert iedere 10% meer studenten ook een miljoen euro op, al zie je dat pas twee jaar later. Dat alles moet ertoe leiden dat we dichter in de buurt komen bij wat we willen.’
Rector Ed Brinksma vult hem aan: ‘Er is nu ruimte om de bocht te maken. Verander je, dan kost dat in eerste instantie geld. Ook iets goedkoper maken, kost geld.’
De antwoorden van het college stemde de universiteitsraad tevreden. Wormeester: ‘Vroeger hadden we realisaties nodig om het financieel te redden. Nu moeten we nog wachten op het terugverdieneffect van wat we investeren, maar dat kan ook: we hebben een buffer en zelfs mogelijkheden om bij te sturen.’