De UT kreeg dinsdag een compliment van de commissie Talent naar de Top voor het vrouwenbeleid. Hoe goed doen we het eigenlijk?
‘We laten vooruitgang zien over de gehele linie. Vooral op leiderschap scoren we heel hoog. Dat ziet de commissie als meest bepalend voor succesvol vrouwenbeleid. Leiderschap houdt in dat de top van de organisatie zich verantwoordelijk voelt voor het topic en daar ook op stuurt. De bestuurders houden actief een vinger aan de pols. Dat vind ik belangrijk. Als je geen betrokkenheid hebt aan de top, ontbreekt het draagvlak.’
Vertaalt dat beleid zich vooral in meer vrouwelijke hoogleraren?
‘De commissie Talent naar de Top meet de wetenschappelijke top- en subtop. Vaak gaat het om hoogleraren (13 procent vrouwen op de UT, red.), maar ook de laag eronder. De directeuren onderwijs en onderzoek worden bij het wetenschappelijk personeel gerekend. Ook in die functies is het aantal vrouwen toegenomen. Bij het OBP is de groei zelfs nog iets sterker (bijna 30 procent van de leidinggevenden is vrouw, red.).’
Toch zit er in het managementteam (decanen, wetenschappelijk directeuren en CvB) geen enkele vrouw. Doen we het wel zo goed?
‘Hier ligt een mooie kans voor de nieuwe faculteit om er iets aan te doen. We hadden natuurlijk de kans met een nieuwe CvB-voorzitter, maar dat is niet gelukt. In de raad van toezicht zijn wel twee van de vijf leden vrouw. Wat ook heel positief is, is dat Miriam Luizink behouden blijft voor de UT.
Het gaat allemaal niet vanzelf. Het mooiste is als we een kweekvijver hebben zodat vrouwelijk talent van binnenuit komt. Maar als er al weinig vrouwelijke universitair docenten en hoofddocenten zijn, is de vijver ook klein. Het begint bij de basis. Daarom zijn er de afgelopen jaren meerdere tenuretrackposities gekomen. De kweekvijver moet groeien.’
Tot slot: er zijn deze week universiteitsraadverkiezingen. Is het een slecht teken dat geen enkele vrouwelijke medewerker op de kieslijsten staat?
‘Oeps, eerlijk gezegd wist ik dat niet. Ik leg daar geen verbinding tussen, maar op persoonlijke titel zou ik zeggen dat dat inderdaad een slecht teken is. Ik heb er geen verklaring voor.’