Bondscoach Louis van Gaal haalde zich gisteren de woede van zijn Braziliaanse collega Luiz Felipe Scolari op de hals, toen hij wereldvoetbalbond FIFA van vals spel beschuldigde. Want door een kleine wijziging van het schema kan Brazilië in zijn laatste wedstrijd zelf bepalen wie de eerste tegenstander in de knock-outfase wordt.
Vreemd
“Het is inderdaad een beetje vreemd, maar anders had Nederland dat voordeel gehad”, zegt filosoof Marc Pauly van de Rijksuniversiteit Groningen, gespecialiseerd in logica en speltheorie. Toevallig schreef hij vorig jaar een wetenschappelijk artikel over het opzettelijk verliezen van groepswedstrijden.
Schande
Opzettelijk verliezen kan er raar uitzien. Duitsland en Oostenrijk speelden in 1982 een groepswedstrijd in het wereldkampioenschap. Bij een stand van 1-0 zouden beide teams naar de volgende ronde doorgaan. Dus na een minuut of tien, toen er eenmaal was gescoord, begonnen ze de bal maar een beetje over te spelen. Die wedstrijd staat bekend als de schande van Gijón. De regels werden aangepast.
Ethisch
Ook bij andere sporten komt het voor. In 2012 werden vier badmintonkoppels gediskwalificeerd op de Olympische Spelen. Ze probeerden allemaal hun laatste wedstrijd in de groepsfase te verliezen, wat clowneske taferelen tot gevolg had. Dat was voor Pauly de aanleiding om zich in het onderwerp te verdiepen. Of het ethisch is om een wedstrijd opzettelijk te verliezen? “Op het veld laten spelers zich wel eens vallen om een penalty of vrije trap te krijgen”, zegt Pauly. “Dat is intussen al behoorlijk geaccepteerd.” Een groepswedstrijd verliezen is volgens hem ook een soort schwalbe.
Plicht
Natuurlijk moeten teams eigenlijk hun sportieve plicht doen, zoals Van Gaal zegt. “Maar je kunt het mensen makkelijker maken om goed te zijn”, denkt Pauly. “Je zou bijvoorbeeld alleen de nummers één van de poule kunnen laten doorgaan. Dan heeft niemand er iets aan om een wedstrijd te verliezen.”