Het ministerie van Jet Bussemaker wil meer aandacht voor masteronderwijs en haalde daarom geld weg bij de bachelors. In de praktijk hoeft dat niet per se voor een verandering te zorgen: waar de universiteiten het geld aan uitgeven, mogen ze uiteindelijk zelf weten.
In de ‘conceptnota kaderstelling 2015 - 2019’ voerde het CvB die verschuiving door: vier miljoen euro van bacheloronderwijs zou nu naar masteronderwijs gaan. Maar ook dat hoeft niet per se te betekenen dat het bacheloronderwijs minder en het masteronderwijs meer geld krijgt, omdat ook het verdeelmodel van de UT niet bindend is: uiteindelijk ligt de verdeling van het geld bij de faculteiten.
Toch plaatste de U-raad, die de nota vanochtend besprak, vraagtekens bij die verschuiving. Volgens de U-raad geeft het CvB daarmee namelijk wel een signaal aan de faculteiten. Herbert Wormeester van de Campus Coalitie vindt dat een verkeerd signaal: ‘het masteronderwijs heeft niet om extra geld gevraagd en het bacheloronderwijs heeft het geld juist wél nodig’.
Compromis
Rector Ed Brinksma begreep de bezwaren van de U-raad, maar wil tegelijkertijd niet te veel uit de pas lopen ten opzichte van de landelijke overheid. Daarom opperde hij voorlopig formeel twee miljoen van het bacheloronderwijs naar het masteronderwijs over te hevelen en over drie jaar een definitief besluit te nemen.
De universiteitsraad ging met dat voorstel akkoord en adviseerde - na nog wat andere toezeggingen van het college - positief over de nota kaderstelling, die het fundament vormt voor de begroting van de UT.
