In de jaarlijkse vergelijking met andere welvarende landen steekt het Nederlandse hoger onderwijs gunstig af. Zo zijn de uitgaven per student tamelijk hoog: 8,8 duizend euro per jaar. Duitsland geeft weliswaar veel meer aan hoger onderwijs uit dan voorheen, maar heeft Nederland nog altijd niet ingehaald.
Althans, niet in het jaar 2011. Het jaarlijkse rapport Education at a Glance vergelijkt het onderwijs in de landen van de OECD, de wereldwijde organisatie voor economische samenwerking van 34 overwegend welvarende landen. Het kijkt noodgedwongen altijd een paar jaar terug.
Met het onderzoeksgeld erbij geeft Nederland per student 14,6 duizend euro uit. Het Verenigd Koninkrijk komt tot 12,8 duizend euro. Alleen de Scandinavische landen, Zwitserland en de Verenigde Staten geven meer uit.
Redelijk goed geschoold
Uit het overzicht blijkt dat de Nederlandse bevolking redelijk goed geschoold is: onder de jongeren tot 34 jaar heeft 43 procent een hbo- of wo-diploma. Daarmee scoort Nederland net zo goed als Zweden en hoger dan Denemarken en Finland. Gemiddeld komen de OECD-landen tot 39 procent hoogopgeleiden in die leeftijdsgroep.
De vergelijking tussen landen gaat altijd enigszins mankt. Opleidingen die in het ene land wel tot het hoger onderwijs behoren, blijven er in het andere land buiten. Zo is verpleegkunde in Nederland een hbo-opleiding, maar in Duitsland niet. Verder hebben andere landen vaak een heleboel tweejarige hbo-opleidingen, terwijl in Nederland de zogeheten associate degrees nog maar net bestaan.