De Universiteitsraad stelde eind 2014 vragen over de lage instroom, omdat dit achterbleef bij de gestelde doelen. Bovendien gaat er veel geld naar het University College. Decaan Jennifer Herek reageerde dat het laten groeien van de opleiding ‘tijd kostte’. Daarbij zou de opleiding meer moeten werken aan haar zichtbaarheid. Of ATLAS daar al zo snel in is geslaagd, is misschien te kort door de bocht. Toch laten de vooraanmeldingen een positief beeld zijn.
Hard gewerkt
Opleidingsdirecteur Kees Ruijter denkt dat er twee belangrijke redenen zijn waarom de instroom nu stijgt. ‘Het duurt lang voor de doelgroep en degenen die hen adviseren, niet alleen weten van ons bestaan maar ook begrijpen wat wij te beiden hebben. We hebben er hard gewerkt aan gewerkt om zichtbaarder te zijn en de kennis over wat we te bieden hebben te vergroten. Met een aparte website (http://www.newengineer.nl, red.) en door het bezoeken van een vijftigtal scholen en conferenties hebben we veel meer potentiële studenten bereikt en hebben we kunnen uitleggen wat ons onderscheidt van aanpalende opleidingen. Naar onze ervaring is een inhoudelijk gesprek over onderwijs en onderwijsvernieuwing essentieel om onze boodschap over te brengen.’
Geloofwaardiger
Daarbij denkt Ruijter ook dat de eigen studenten een grote rol hebben gespeeld. ‘Zij helpen nu bij de voorlichting. Waar we de voorgaande jaren vertelden hoe het programma bedoeld is, kunnen potentiële studenten nu ervaren wat in ATLAS studeren betekent. Dat is veel geloofwaardiger. En omdat onze studenten trots zijn op hun opleiding – en dat laten de hoge scores bij de recente NSE-peiling laten zien - wordt de boodschap bovendien veel positiever.’
De toekomst van het University College zal in het najaar van 2016 opnieuw ter bespreking staan tussen college van bestuur en Universiteitsraad. Er zijn dan twee instroommomenten (september 2015 en 2016) om te beoordelen of ATLAS voldoende studenten weet te trekken.