Collegevoorzitter Victor van der Chijs wond er geen doekjes om. De verbijstering bij het lezen van de UR-brief aan het CvB was groot. ‘Het vakantiegevoel was op slag verdwenen.’ Van der Chijs zei dat de brief hem ook persoonlijk raakte en dat de woorden erg hard waren gekozen. ‘Dit zou zomaar tot een vertrouwensbreuk kunnen komen, waarbij het college de schuld krijgt toegeschoven.’
Directe aanleiding voor de brief is de nog lopende discussie over de inrichting van de topondersteuning van de faculteiten. ‘Het college heeft langs twee lijnen verschillende plannen ontwikkeld en heeft daarin niet de noodzakelijke openheid betracht’, valt in de brief te lezen. Het CvB gaf toe dat het beleidsstuk topondersteuning ‘niet de schoonheidsprijs’ verdient en dat daarom besloten is om het stuk terug te trekken. ‘Dit willen wij later dit najaar opnieuw indienen.’
Openbaarheid
Samenvattend vindt het CvB de brief ‘ongepast, ongenuanceerd en onproductief.’ Ongepast, omdat de brief zonder aankondiging op de deurmat belandde. ‘En ook gelijk in alle openbaarheid. Dat zien wij niet als de juiste weg’, aldus Van der Chijs.
Het ongenuanceerde ging over een inhoudelijk deel van de brief, waarin de raad zorgen uit over het marktaandeel van de UT. ‘Het klopt dat de UT moeite heeft om het marktaandeel te behouden, maar één van onze antwoorden daarop is onze internationale strategie. Daarnaast haalt u in de brief de Nationale Studenten Enquete aan en de Shanghai ranking, waar de UT slecht op zou scoren. Bij de NSE gaat het om minimale verschillen. De Shanghai ranking houdt rekening met historie en omvang, dus is het niet vreemd dat de UT daar niet hoog eindigt.’
Verhoudingen op scherp
Ook ziet Van der Chijs dat de brief onproductief is. ‘Want het zet de verhoudingen op scherp en juist de UT – als kleine speler in het veld – moet het hebben van de sympathie van velen. Vervolgens in alle openbaarheid vertellen dat het hier een zooitje is, berokkent de UT alleen maar schade.’
Toch wil het CvB de brief serieus nemen en niet bagatelliseren. ‘Want het signaal dat afgegeven wordt is duidelijk. Dit gaat over onze bestuurscultuur en daar willen wij een inhoudelijk debat over voeren. Niet alleen nu, maar ook in een andere setting.’ Hij noemde daarbij als eerste de ‘bijpraatsessie’ die gepland staat tussen universiteitsraad en college, volgende week.
Toekomst
‘Wij willen allemaal een goede toekomst voor de UT. Hoe? Daarover verschillen wij soms van mening, maar de besluitvorming moeten wij samen uiterst zorgvuldig doen. Wij zijn geen bestuurders in ivoren torens en maken ook fouten. Soms zijn wij eigenwijs, maar we gaan ook graag het debat aan. Wij vinden alleen het beeld dat nu is neergezet niet juist’, aldus Van der Chijs.
De fracties die daarna aan het woord kwamen spraken de waardering uit dat het CvB de brief serieus neemt, en zeiden allemaal achter de inhoud te staan. ‘Deze brief is breed gedeeld. Willen we daarmee zeggen dat alles fout is op de UT? Nee, maar wij maken ons wel ernstige zorgen’, aldus raadslid Jörgen Svensson.
Werkdruk
Ook rector magnificus Ed Brinksma zei ‘persoonlijk geraakt’ te zijn. Hij reageerde op enkele inhoudelijke punten in de brief. ‘We moeten erkennen dat in de huidige tijd de universiteiten ingewikkeld te besturen beesten zijn geworden. We delen zorgen rondom werkdruk en gebrek aan menskracht, maar ik bestrijd dat dit niet zou worden opgepakt.’ Volgens Brinksma kan het alleen niet zo zijn dat het CvB binnen een maand al met oplossingen kan komen.
De komende tijd zullen CvB en UR kijken hoe zij op formele en informele momenten nader tot elkaar kunnen komen. ‘Hiervoor zullen wij op korte termijn een aantal afspraken maken’, zei de collegevoorzitter.