De stemming zit er goed in bij het team. ‘Ja, de nodige high fives worden al uitgedeeld’, zegt Justine Wolters van Solar Team Twente. ‘Iedereen is nu nog (17:30 uur, lokale tijd, red.) druk. De wagen ligt in de zon om de laatste zonnestralen mee te pakken, de rest van de groep bouwt het tentenkamp op, maar het succes van deze dag vieren we straks zeker.'
'Binnen een uur haalden we ze in'
De Red One vertrok deze ochtend om iets over acht om aan dag twee van de Solar Challenge te beginnen. De Universiteiten van Michigan en Delft lagen op dat moment op de eerste en tweede positie. ‘Binnen een uur haalden we ze allebei in’, zegt Wolters.
En dat inhalen is volgens haar best een klus. ‘We merkten op een gegeven moment dat we sneller konden. Dan wil je inhalen, maar dat moet op het weggedeelte waar de tegenliggers rijden. Er komt veel communicatie bij kijken. Een van de volgwagens checkt of het veilig is om in te halen.’ Wolters legt uit dat je niet alleen een zonnewagen inhaalt, maar ook het konvooi. ‘Die ruimte en tijd moet er dus zijn.’
'We zitten elkaar enorm op de hielen'
Solar Team Twente slaagde zonder problemen voor de inhaalmanoeuvres en hield daarna de gehele race de koppositie. ‘Het blijft een nek-aan-nekrace, we zitten elkaar enorm op de hielen. Er zijn dit jaar vijf goede zonnewagens gebouwd. Michigan en Delft rijden achter ons, gevolgd door het Belgische team en Tokai University.'
Wat er met de Japanners, Tokai, aan de hand is, weet Wolters niet precies. ‘Het lijkt wel of zij een aan- en uitknop hebben. De ene keer rijden ze hartstikke hard en daarna laten ze het weer afweten.’
De Twentse zonnewagen rijdt volgens Wolters volgens verwachting. ‘We hebben onderweg geen enkele stop gehad. De techniek werkt zoals we hoopten. De Red One is betrouwbaar.’
Nu de laatste zonnestralen nog worden opgepikt, kijkt het team alvast vooruit naar de derde racedag. ‘We evalueren dadelijk deze dag, vieren het succes van vandaag. En morgen gaan we er weer op tijd uit. We komen dan op de helft van de race en bij de controlestop Alice Springs. Ik verwacht dat we gewoon weer lekker gaan rijden.’
Foto:Jerome Wassenaar