Koen Boldingh (26), master business administration
‘Ik had het er zojuist nog met mijn broer over. Ik ga stemmen als ik erachter kom dat de opkomst boven de 30 procent zit. Dan stem ik voor. Ik denk dat tegenstemmers zich baseren op angst, terwijl ze geen idee hebben waar het over gaat. Er zijn mensen die hard werken voor dit associatieverdrag en dan grijpt GeenStijl het aan om aandacht voor zichzelf te creëren. Dat vind ik verkeerd. Het idee van een referendum is goed, maar dan wel over iets echts belangrijks.’
Jaimy van Dongen (19), communicatiewetenschap
‘Ik twijfel nog een beetje. Gisteren heb ik me ingelezen in de standpunten voor en tegen. Ik neigde naar tegen, want ik dacht dat een associatieverdrag Nederland niet zo veel op zou leveren en vooral geld zou kosten. Ik denk nu dat ik straks toch ‘ja’ ga stemmen. Ze willen de politieke situatie in Oekraïne aanpakken, de corruptie verminderen. Dat is goed voor onze handel en het kost Nederland niets. Dat vind ik belangrijk. Anders wordt Oekraïne een soort Griekenland waar we steeds meer geld naartoe sturen.’
Sarah Verboom (21), technische geneeskunde
‘Ik wil nog gaan stemmen, maar ik kom net uit een tentamen en moet daardoor nog beslissen wat het gaat worden. Waarschijnlijk ‘voor’, maar ik vind dat ik me er nog niet diep genoeg in heb verdiept. Ik heb er wel al met mensen over gesproken, maar ik wil graag nog een objectief stuk lezen. Ik vind het belangrijk te gaan stemmen. Je hebt het recht als burger, maar ik zie het ook een beetje als plicht. Je moet iets met dat recht doen.’
Ilse de Vries (30), master chemische technologie
‘Ik ga niet stemmen. Uit principe. Ik ben voor referenda, maar wel voordat er een beslissing is genomen en als het gaat om echt belangrijke zaken. Als Nederland uit de EU wil stappen dan wil ik daar graag een referendum over, maar wel graag voordat het besluit is genomen. Als Nederland wil samengaan met Rusland wil ik ook graag geraadpleegd worden, maar wel weer vóór de besluitvorming. Met het associatieverdrag is al ingestemd. Dus stem ik niet.’
Bob Rubbens (21), informatica
‘Ik ben voor het associatieverdrag. Ik heb een artikel gelezen over de argumenten van GeenPeil, de initiatiefnemers voor dit referendum. Daarin stond dat zij hun argumenten tegen het verdrag verdraaien. Als je mag stemmen, moet je het eigenlijk ook doen, vind ik. Ik snap dat er mensen zijn die afwachten of het opkomstpercentage wordt gehaald dat nodig is om het referendum geldig te verklaren. Maar ik heb liever dat mijn stem sowieso wordt meegeteld.’
Anita van Assen (20), Pascal Loohuis (23) en Melanie Bume (18), allen technische wiskunde
Pascal: ‘Ik ga voor stemmen. Voorlopig gaat het om een handelscontract met Oekraïne. Daar hebben zij baat bij en daar hebben wij baat bij. Ik denk dat dit verdrag de Europese Unie sterker maakt. En dat is het doel van zo’n unie.’
Anita (links op de foto): ‘Ik heb er eigenlijk geen verstand van, ik verdiep me niet zo in politiek. Als ik ga stemmen, wil ik er eerst meer over lezen. Ik denk dat ik wel naar het stembureau ga. Dan vind ik het belangrijk dat ik een goede keuze maak.’
Melanie: ‘Ik heb me er niet goed in verdiept en ik ben er niet echt in geïnteresseerd. Daarom heb ik besloten niet te gaan stemmen. Ik had ook blanco kunnen stemmen, maar ik wil niet dat mijn stem meetelt voor het opkomstpercentage.’
Herwin van den Berg (20), civile techniek
‘Voor! Ik ben net op weg naar de Bastille om te gaan stemmen. Ik vind het verdrag een goede kans voor Oekraïne om zichzelf te versterken. Mooi dat Europa daarbij kan helpen. Oekraïne is nu redelijk corrupt, het gaat niet heel goed daar. De EU is juist stabiel en zo kunnen we dat land helpen. Heel Europa wordt er beter van als de corruptie wordt aangepakt en de regio stabieler wordt.’
Gerben Leeftink (18), technische wiskunde
‘Ik stem niet. Ik heb niet het idee dat ik genoeg informatie over het associatieverdrag heb. Ik vind het ingewikkeld. Je hoort veel argumenten voor en veel ook tegen. Beide kampen hebben wel een punt. Ik weet niet wat de betrouwbaarste argumenten zijn, ik kan daardoor geen afgewogen keuze maken.’