De wensen van de Uraad zijn al een tijd bekend: deelresultaten binnen TOM-modules moeten langer dan een jaar geldig blijven. Het voorstel van de raad was dan ook het schrappen van artikel 4.7.2 uit de Richtlijn OER, dat stelt dat resultaten van toetsen alleen geldig zijn in het studiejaar waarin deze zijn behaald.
‘Ruimte creëren’
In eerdere vergaderingen stuitte dit voorstel al tegen de borst van het college van bestuur. Rector Ed Brinksma is bang voor ‘berekenend studiegedrag’, wat hij ook al een ‘salamitactiek’ noemde. Oftewel, studenten zouden door dit voorstel ervoor gaan kiezen onderdelen van een geïntegreerde module ‘af te snijden’.
Dinsdagavond stuurde het CvB een brief naar de Uraad, met daarin een voorstel om ‘een instrument te bieden om – in de gevallen waar het pijn doet – bij de decentrale OER ruimte te creëren’. Volgens Brinksma kan een nadere context alleen in maatwerk bepaald worden en niet via het Centrale Onderwijs- en Examenreglement.
Discussie
Na een lange discussie over de duidelijkheid, redelijkheid en uitvoerbaarheid, wisten beide partijen elkaar op de valreep te vinden. De compromis luidt als volgt: artikel 4.7.2 wordt naar wens van de Uraad geschrapt, maar aan artikel 4.1 wordt het volgende toegevoegd: als een module niet in het lopende academisch jaar met een voldoende tentamen wordt afgerond, dan kan een student in het volgende jaar opnieuw deelnemen (mits ingeschreven). In specifieke modules kunnen geboekte toetsresultaten in het nieuwe studiejaar behouden worden. De toetsen en voorwaarden hiervoor komen in het opleidingsspecifieke gedeelte van het OER te staan.
Verder spraken het CvB en de Uraad hun wens uit om een fundamentele, UT-brede discussie over dit onderwerp te houden. Een commissie zal zich hier het komende jaar over buigen. Het is de bedoeling dat de resultaten hiervan in februari 2017 bekend zijn.
Compromis
Niet alle fracties van de universiteitsraad waren het volledig eens met deze compromis. Zo stuurden de studentenfracties aan op een onafhankelijke juridische toets van het OER. Tim Schuitema (UReka): ‘Het kan niet zijn dat de OER strijdig is met de wet. De wet staat immers boven de OER.’ Het college van bestuur is niet direct tegen zo’n juridische toets, maar wil afwachten, alvorens hier een besluit over te nemen.
Wat nu wel duidelijk is, is dat dit positieve besluit van de Uraad ervoor zorgt dat de faculteiten en opleidingen aan de slag moeten met het inrichten van hun specifieke OER. Zowel Uraad als CvB hopen dat dit zal leiden tot meer duidelijkheid en redelijkheid voor studenten.
‘Mee leven’
De studentenfracties leken er in ieder geval niet onverdeeld positief in te staan. Schuitema: ‘Ik denk dat we hiermee kunnen leven, maar het lijkt me dat we gaan wachten op de eerste student die een zaak aanspant.’ Steven Manders (DAS) vulde aan: ‘Het is niet het voorstel dat we willen hebben, maar het is beter dan het oude OER aanhouden.’