Met die salamitactiek duidt Brinksma op wat hij in de vorige Uraadsvergadering berekenend studiegedrag noemde. Hij is bang dat studenten ervoor kiezen onderdelen (plakken) van een geïntegreerde module (dus de gehele salamiworst) ‘afsnijden’. Dat zou ten koste gaan van de integraliteit van modules, juist waar TOM volgens Brinksma om draait.
Andere insteek
De Uraad noemde woensdagochtend de salamitactiek als argument ‘misplaatst’ en ‘jammer’. Frank van den Berg (Campus Coalitie): ‘Laten we een positieve insteek kiezen. Natuurlijk wil een student de hele module behalen. Die is hier om te leren en zichzelf te ontwikkelen.’
Van den Berg vervolgde: ‘Als raad onderschrijven we dat een geïntegreerde module hierin helpt. Laten we dan ook goed onderwijs aanbieden, maar studenten met een andere insteek benaderen. Daarnaast, hoe langer ze studeren, hoe hoger hun studieschuld oploopt. Dat willen ze ook niet.’
Reparatieregime
Het college van bestuur wil nu, na overleg met de UCO (Universitaire Commissie Onderwijs), toewerken naar een compromis. In dat scenario zouden studenten in de regel niet direct deelresultaten langer dan een jaar behouden, maar wel in een soort reparatieregime terecht komen.
Brinksma lichtte toe: ‘Als een student afdoende laat zien – naar oordeel van de docent en de opleiding – in essentie de stof te beheersen, maar het binnen de aangegeven tijd niet kan halen, dan krijgt diegene aanbod tot reparatie. De behaalde virtuele punten van de module gaan “in de koelkast” en kunnen aangevuld worden met de nog ontbrekende punten, om alsnog aan 15 EC te komen.’
Volgens Brinksma is het belangrijk dat de centrale Richtlijn OER niet afdwingt dat dit ook in hetzelfde jaar gebeurt. ‘Als een student naar het oordeel van een moduleteam in een reparatiescenario zit, vervalt het resultaat niet na een jaar. We willen studenten de kans geven om een module af te ronden, als ze de stof naar het oordeel van docenten beheersen.’
Onduidelijkheid
De Uraad zette vooral vraagtekens bij de onduidelijkheid en frustratie die de huidige situatie bij studenten oplevert – en het door Brinksma geschetste scenario volgens de Raad ook niet weg zal nemen. De vraag is namelijk wie in aanmerking zou komen voor zo’n reparatieregime.
‘Het gaat om duidelijkheid. En eerlijkheid’, stelde Joep Kiewiet (DAS). ‘Dat is wat studenten willen. Tim Schuitema (UReka) voegde toe: ‘Het OER is een middel voor opleidingen om meer samenhang te krijgen. Als een vriend die een andere studie doet zijn deelcijfers wel mee mag nemen naar een volgend jaar en ik niet, dan zou ik die situatie met scheve ogen aankijken.’
Maximumsnelheid
‘In een ideale wereld met geëngageerde TOM-studenten zouden we helemaal geen centrale OER nodig hebben’, reageerde Brinksma. ‘Vergelijk het hiermee: in de wetenschap dat de meeste verkeersdeelnemers zich aan de maximumsnelheid houden, zou die maximumsnelheid afgeschaft kunnen worden. En dan zul je zien dat er aan de zijkant geknaagd gaat worden, onder het mom van “goh, dat mag tegenwoordig. Die rijdt harder dan ik”. De meerderheid kan zich aan de regels houden, maar uiteindelijk krijg je de frustratie over een groeiende groep die misbruik maakt van de regels. Daar hebben we het OER voor. Soms heb je grote issues en moet je een grens bepalen.’
Zo kwamen Uraad en college van bestuur er vandaag nog niet uit. Het agendapunt is voor onbepaalde tijd geschorst.