Om antwoord op die vraag te krijgen ging een UT-delegatie, bestaande uit studenten uit verschillende teams en medewerkers van onder andere het FB en M&C, op bezoek in Delft en Eindhoven. De eerste stop was de D:Dreamhal van de TU Delft.
‘Goed besteed geld’
Het monumentale pand was vijftien jaar geleden volgens de TU Delft niet meer geschikt om een faculteit in te huisvesten. Twee teams – het Delftse solarteam en het Formula Student Team – namen er intrek.
‘Zij werden eerst meer getolereerd dan gefaciliteerd’, vertelt Dreamhal-coördinator Frans van der Meijden. ‘Na de eerste winst zag de TU de meerwaarde van studententeams in: een ongelooflijke pr-waarde en de studenten worden nóg betere engineers. Iedereen is ervan overtuigd dat het goed besteed geld is.’
Doe-het-zelfkeuken
Inmiddels is het pand dan ook volledig ingericht voor de Delftse studententeams. Van het solarteam tot de raketbouwers van DARE en de onderzeeër van WASUB, de enorme industriële hal biedt onderdak aan veertien studenten-‘dreamteams’.
Ze hebben een eigen kantoorruimte en (de meesten) een eigen werkplaats. Daarnaast kunnen ze onder andere in de centrale hal gebruik maken van gemeenschappelijke machines en apparaten, zijn er twee vergaderruimtes en is er een centrale doe-het-zelfkeuken. ‘Jammer dat zoiets nog niet op de UT is’, zegt Jasper Admiraal van Solar Boat Twente, voor wie de nu nog lege maar al voorbestemde Technohal op de UT in potentie een droomwerkplaats zou zijn. Hessel Bierma (Green Team Twente) vult aan: ‘Als we dit kunnen kopiëren, dan ben ik heel blij.’
Veiligheid
‘Het probleemeigenaarschap ligt bij de studenten’, zegt Van der Meijden. De hal is iedere dag van het jaar – zelfs op feestdagen – 24 uur geopend. De universiteit faciliteert de teams ook, met onder andere cursussen leiding geven en BHV. ‘Alles is vrijwillig, we gaan studenten niet alles verplichten.’
Veiligheid is voor Van der Meijden een belangrijk issue. Iedere student krijgt wel een veiligheidshandleiding te lezen en moet die ook ondertekenen. Daarnaast gaan machines pas aan als een student zijn pasje voor een scanner houdt. ‘We werken aan een systeem dat de machine pas aan gaat op het moment dat een BHV’er heeft ingecheckt.’
Succesvolle ingrediënten (‘Meer dan de helft van de teams heeft een wereldrecord of eerste plaats in handen’) zijn volgens Van der Meijden het probleemeigenaarschap leggen bij de studenten (wat de UT ook doet), maar vooral ook de studententeams op één plek hebben. ‘Dan gaan ze elkaar helpen en inspireren ze elkaar met goede ideeën.’
Verhuizen
Door naar Eindhoven, waar de verschillen met Delft en Twente al snel duidelijk worden. De plek die de universiteit zeven studententeams heeft geboden is een gebouw aan het randje van de campus. Binnen is het kleiner en oogt het wat rommeliger dan Delft, maar de teams – in tegenstelling tot Twente – zitten wel grotendeels op één locatie.
‘We groeien uit de voegen’, vertelt coördinator Mia Jelsma in het pand waar de Eindhovense automotiveteams hun ruimtes hebben. ‘We hebben daarom een verzoek voor verhuizing ingediend bij ons college van bestuur, om naar een locatie te gaan die tweeëneenhalf keer zo groot is en centraler op de campus is.’
Verbinden met faculteiten
Dat zou de teams volgens Jelsma dichter bij de faculteiten en daarmee ook de wetenschappelijke kennis moeten brengen. ‘Die verbintenis met de faculteit vind ik heel belangrijk. Die missen we op deze locatie wel.’
Een rondleiding door het gebouw brengt de UT-delegatie onder andere langs ruimtes van het Eindhovense solarteam, een drone racing team en team STORM, dat een elektrische motorfiets bouwt die komende zomer in tachtig dagen de wereld rond moet gaan rijden.
Irritaties
Hoewel Jelsma het gebouw niet 24/7 geopend kan hebben, ziet zij ook duidelijk de voordelen in van één locatie, al kunnen de studententeams ook gebruik maken van andere voorzieningen van de universiteit. ‘Elk team heeft hier een kantoor en werkplaats, terwijl ze eerst verspreid zaten over de faculteiten. Het sociale aspect en het kunnen helpen van elkaar zien we nu wel echt gebeuren.’
Jelsma benadrukt verder het hebben van een eigen werkplaats: ‘Delen gaat toch zorgen voor irritaties. Ik zou ervoor gaan om een eigen werkplaats te combineren met gemeenschappelijke faciliteiten. Zoals in Delft is dan toch het meest ideale scenario’, geeft ze toe. ‘Daarnaast zou het mooi zijn om het met onderwijs te combineren; studenten moeten zien dat er iets gaafs gebeurt.’
Stof tot nadenken
Genoeg stof tot nadenken voor de UT-delegatie. Naast eerder welbekende namen als het Solar Team Twente en Green Team Twente, lijken zich daar nu Solar Boat Twente, RoboTeam Twente en de betonkanobouwers van studievereniging ConcepT serieus bij te voegen. Wie weet wat voor initiatieven er nog meer gaan volgen.
De hoofdmodellen waren voor Nico Kloek (Facilitair Bedrijf) van de projectgroep in ieder geval duidelijk zichtbaar: een geheel eigen studentenvoorziening óf het gedeeltelijk gebruik maken van bestaande faciliteiten. Het is echter aan het college van bestuur om keuzes te maken, die dan ook nog moeten passen in het lange termijn huisvestingsbeleid van de UT. Wordt ongetwijfeld vervolgd.