Joep, jij bent abactis en je zit in de cantussenaat. Wat is je functie en wat doet de rest?
‘De cantussenaat bestaat het hoog presidium en schachtenmeesters. Het hoog presidium bestaat uit 3 personen met ieder een eigen functie. De preses zal de cantus leiden. Rechts van hem zal de procantor staan. Hij zal de liederen uitkiezen, de eerste twee regels voordragen en het gezang leiden.’
‘Dan hebben we nog de mooiste functie, al zeg ik het zelf: de abactis. Als moresgenootschap hebben we zelf altijd een enorm goed zelfcorrigerend vermogen. De mores moeten getest worden en als je te ver gaat moet dat gecorrigeerd worden. We vinden het fijn als het zingen van liederen en het drinken van het heerlijke gerstenat soepel verloopt. De storende factoren dienen dus aangepakt te worden.’
‘Een gepaste straf is altijd snel gevonden en zal ter vermaak dienen van de rest van de aanwezigen. Zo blijft de sfeer top en kunnen we ongestoord verder gaan. Daarbij lenen de straffen zich uitermate goed om actualiteiten aan te stippen en hier op een ludieke studentikoze manier op in te gaan!’
En de schachtenmeesters?
De corona zijn de aanwezige mensen. Ze zitten aan lange biertafels. Hiertussen lopen de schachtenmeesters, zij zijn de oren en ogen van de abactis en kunnen vroeg ingrijpen als de situatie dreigt te escaleren. Als hen iets opvalt, vragen ze het woord aan de preses. De abactis heeft dan altijd wel iets paraat om de schuldigen te corrigeren.’
Wat vind je het mooiste aan de cantus?
‘Wat de cantus een van de mooiste feesten maakt is de opbouw. In eerste instantie is de sfeer nog wat stroef en gespannen. Na een paar liederen, grappen en de eerste adjes begint de corona er steeds meer zin in te krijgen en worden zo eens wat mondiger. Totdat op een gegeven moment de situatie uit de hand loopt.’
‘Nu is het nog gaver, de eerste stadscantus ooit in Enschede. Met behulp van subsidie kunnen we voor een studentenprijs een professionele cantus neer zetten op een van de mooiste locaties van Enschede. We zijn trots op onze cantus en willen dit nu voor een keer aan heel Enschede laten zien in het openbaar!’