TNW Decaan Hans Hilgenkamp: ‘Een wetenschapper moet de balans vinden tussen de creativiteit van een artiest en de scoringsdrang van een topsporter. Ik denk dat weinig collega’s het vervelend vinden om hard te werken. Het gaat om de onproductieve werkdruk: die aspecten van je werk die te veel tijd en energie kosten en zorgen dat je de doelstellingen niet kunt halen.’
Aanwijsbaar
Uit een medewerkersonderzoek vorig jaar blijkt dat de werkdruk voor wetenschappelijk personeel hoog is. ‘Maar het is moeilijk om het probleem echt aanwijsbaar te maken’, zegt HR beleidsmanager Annemiek Baars. ‘Individueel horen we niet welke problemen mensen ondervinden. Als UT hebben we een laag ziekteverzuim bij het wetenschappelijk personeel, maar we hebben ook een groot grijs gebied. Een wetenschapper heeft veel vrijheid en kan gemiste uren ’s avonds of in het weekeinde goedmaken. Ziekte wordt daarmee niet vastgelegd in de systemen.’
De signalen die komen uit de onderzoeken, maar ook uit de universiteitsraad en via de arbodienst, moeten wel serieus genomen worden, vindt Baars. ‘Want werkdruk mag niet omslaan in werkstress. Om dit te voorkomen hebben we een plan van aanpak opgesteld. Dat gaat over drie lijnen. De pilot bij TNW, het uitwisselen van kennis en best practices binnen de faculteiten en het ‘thema van de maand’, waarin we een onderwerp onder de loep nemen en concrete oplossingen doorvoeren.’
Financieel model
Hilgenkamp juicht de aanpak van de werkdruk en de pilot op zijn faculteit toe: ‘De werkdruk betreft ons wetenschappelijk personeel én de ondersteunende diensten. Het is goed om je processen en je manier van werken goed onder de loep te nemen. Ik denk dat er bijvoorbeeld winst is te behalen in de omvorming van ons financiële model. Wij hebben ondernemerschap hoog in het vaandel, maar het resulteert erin dat een leerstoel veel tijd kwijt is aan allerlei gecompliceerde financiële administratie waarover zij maar beperkt controle hebben. Wel wil ik ervoor waken dat deze pilot op zichzelf geen overmatige werkdruk oplevert.’
Hans Hilgenkamp, decaan TNW
Een ander voorbeeld is de druk om onderzoeksfinanciering binnen te halen. ‘Die is enorm en de slagingskans is klein’, zegt Hilgenkamp. ‘Er worden steeds meer goede voorstellen ingediend voor een project. Intern zouden we dat wellicht beter kunnen inrichten of mensen er meer vrij voor kunnen spelen. En ik denk aan alle visitatie- en de zelfstudierapporten. Het is soms wel te gek als je ziet hoeveel tijd en energie we moeten steken in het uitleggen van wat we willen gaan doen en vertellen wat we al gedaan hebben; tijd die besteed kan worden aan het actuele onderwijs en onderzoek zelf.’
Organiseren van werk
Hoe gaat de aanpak van werkdruk er nu uitzien? Het CvB gaf onlangs in de universiteitsraad aan dat in het budget voor komend jaar geen extra geld wordt uitgetrokken voor docenten, met het argument dat de huidige vacatures niet ingevuld kunnen worden. Ook Annemiek Baars vindt het aannemen van meer mensen niet de eerste oplossing. ‘Het gaat hier om het organiseren van werkprocessen. Omstandigheden veranderen en dat vraagt soms om gedragsverandering. Daarom hebben we twee sessies gehouden met wetenschappelijk personeel en een zevental oorzaken van werkdruk vastgesteld. Die onderwerpen komen terug in het thema van de maand.’
De pilot bij TNW moet nog vaste vorm krijgen, maar zal in de loop van volgend studiejaar van start gaan. ‘We hebben gekozen voor de verbetermethode Kaizen’, zegt Annet Hogeling, HR-manager bij TNW. ‘In drie groepen wordt de werkdruk onder de loep genomen: bij de hoogleraren, de docenten en de promovendi. Voor iedere doelgroep organiseren we drie sessies van twee uur. De informatie hierover verspreiden we na de zomer binnen de faculteit.’
Die uitkomsten worden per faculteit besproken en waar mogelijk doorgevoerd. ‘Daarbij kunnen we natuurlijk van elkaar leren en monitoren we’, zegt Baars. ‘Kaizen biedt hier prima handvatten voor; het is een praktisch instrument om de problemen te signaleren, maar ook om tot oplossingen te komen.’