Dat heeft de KNAW zojuist bekendgemaakt. De Akademie telt nu 556 leden, waarvan slechts dertien procent vrouw is. Wel staat er nu een vrouwelijke president aan het roer: hoogleraar mediastudies José van Dijck.
Verkiezingsrondes
In twee verkiezingsrondes gaat de KNAW zestien extra vrouwen aantrekken. De Akademie hoopt op een vliegwieleffect: als het aantal vrouwelijke leden groeit, maken andere vrouwen ook meer kans om te worden gekozen.
'We hoeven geen concessies te doen aan de wetenschappelijke kwaliteit', aldus Van Dijck in een reactie. 'Er zijn genoeg excellente vrouwelijke wetenschappers. Dat willen we op deze manier benadrukken.'
Voordracht
De leden worden gekozen op voordracht van wetenschappers binnen en buiten de Akademie. Ze blijven de rest van hun leven lid. Onder de KNAW-leden jonger dan 65 jaar is overigens één op de vier vrouw.
Vrouwen hebben nog altijd een achterstand in de wetenschap: ze maken minder snel carrière en krijgen ook minder betaald. Van alle hoogleraren is slechts zeventien procent vrouw. Er komt wel verandering in, maar het gaat langzaam.
Van Dijck heeft al eerder gezegd dat er meer vrouwen (en minderheden) op hogere posities in de wetenschap terecht moeten komen. 'We zijn op de goede weg wat betreft het aandeel van vrouwen', zei ze in haar jaarrede, 'maar het kan écht veel beter, vooral in de hogere bestuurlijke rangen van de universiteiten en bij de onderzoeksleiders.'
Toen zei ze ook dat dit niet vanzelf zou gaan. 'Het vraagt om beleid, dat niet alleen gericht is op het opleiden en aantrekken van vrouwen en niet-westerse onderzoekers, maar ook op hun doorstroming naar de hogere echelons.'
In een persbericht wijst de KNAW erop dat de eerste vrouwelijke hoogleraar van Nederland bijna honderd jaar geleden haar oratie hield. Dat was plantenziektekundige Johanna Westerdijk aan de Universiteit Utrecht.