In een notendop, waarover vertelt u vandaag?
‘Als samenleving staan we voor enorme uitdagingen. Denk aan epidemieën, neurodegeneratieve ziektes als Alzheimer, het naleven van het klimaatakkoord van Parijs, cybersecurity, migratie. Noem het maar op. In mijn ogen is er één manier om deze uitdagingen het hoofd te bieden: met onderzoek en innovatie.’
En daarin is een grote rol weggelegd voor universiteiten?
‘Absoluut. Maar wat ik zie is dat veel van de universiteiten in Europa vastgeroest zitten in oude patronen. Curricula veranderen nauwelijks en studenten worden niet opgeleid voor de vakken van de toekomst. Er is bijvoorbeeld een enorme behoefte aan data-experts, maar waar worden die in groten getale opgeleid? We hebben jonge, talentvolle mensen nodig die bijdragen aan het oplossen van de grootschalige problemen die ik noemde. Dat vergt een modernisering van onderwijsinstellingen, met nieuwe onderwijsmethodes en digitalisering.’
Hoe zit dat met de UT?
‘In dit opzicht is de Universiteit Twente goed bezig. Zeker op het gebied van ondernemerschap, creativiteit en vooruitstrevendheid. De UT heeft een stevige moderniseringsagenda staan en komt op mij over als een moderne universiteit die constant bezig is met zichzelf opnieuw uit te vinden.’
Wat voor rol speelt de Europese Commissie op het gebied van onderzoek en innovatie?
‘We hebben in de basis twee rollen. Enerzijds draait het om voorwaarden voor succes te scheppen en het weghalen van barrières voor samenwerking. Op het gebied van mobiliteit van onderzoekers en hun toegang tot informatie via open access hebben we bijvoorbeeld al veel tot stand gebracht.’
‘Daarnaast is onderzoeksfinanciering een speerpunt. Denk aan het Horizon 2020-subsidieprogramma met een budget van 80 miljard euro. Ons doel is om de beste breinen uit Europa bij elkaar te krijgen en dat werpt zijn vruchten af. Het is een succesvol en populair programma. Tegelijkertijd is het ook een programma waar meer onderzoekers uit Twente gebruik van kunnen maken.’
Nochtans is er best wat kritiek op onder meer de slagingskans van een subsidievoorstel.
‘Het is een keiharde selectie op excellentie, dat geef ik meteen toe. Zo’n 14 procent van de ingediende voorstellen worden ook daadwerkelijk gehonoreerd. Dat betekent dat alleen de beste van de beste onderzoeken van de grond komen. Is de competitie spijkerhard? Ja. Is de slagingskans laag? Ja. Schrikt het mensen af om een voorstel in te dienen? Nee, dat geloof ik niet.’
Het thema van uw lezing is ‘Building the future we want’. Wat wilt u de komende jaren bereiken?
‘Ik hoop dat er in de volgende EU-begroting meer geld vrijgemaakt wordt voor innovatie. In het bijzonder voor de opvolger van Horizon 2020, KP9. Dan kunnen we ook meer onderzoeksvoorstellen honoreren. Ook pleit ik voor meer internationale samenwerking en meer aandacht voor disruptieve innovaties. Jonge start-ups hebben nog veel moeite om door te groeien naar nationaal en Europees niveau. Dat komt mede door de terughoudendheid van zowel publieke als private investeerders om in dit soort nieuwe bedrijven een risicovolle investering te doen. Dat zie ik graag omgedraaid. Daarom willen we we vanuit Europa investeren in kleine unicorn-bedrijven die uit kunnen groeien tot wereldspelers.’