Tot voor kort was het promotierecht voorbehouden aan hoogleraren. ‘De Nederlandse universiteiten wilden dit uitbreiden en dat is in september 2017 wettelijk vastgelegd’, zegt Paul van Dijk, directeur van de Twente Graduate School. ‘De uitbreiding heeft alles te maken met het gelijktrekken van het promotierecht met het buitenland, waar het heel normaal is om een associate professor promotierecht te geven.’
Alleen uhd1
De universiteiten mogen zelf invulling geven aan het ius promovendi. De UT kiest vooralsnog voor de groep uhd1 en wil later bekijken of het promotierecht ook aan uhd2 toegekend kan worden. De wetenschappers die in aanmerking komen, moeten wel aan een aantal criteria voldoen. Daaronder bijvoorbeeld een eigen onderzoekslijn, ervaring met minimaal drie co-promotietrajecten en minimaal twee gehonoreerde onderzoeksvoorstellen met een totale omvang van minimaal 250 mille.
Het college voor promoties, met daarin de decanen en de rector, bepaalt uiteindelijk wie het ius promovendi krijgt. ‘In eerste instantie zijn de decanen aan zet’, aldus Van Dijk. ‘Zij gaan voor hun faculteit een lijst opstellen. Vervolgens bespreekt het college die lijsten en wordt een definitieve lijst opgesteld. Dat moet 1 april klaar zijn.’
De UT is bij monde van Paul van Dijk blij met de uitbreiding. ‘We creëren een gelijker speelveld met het buitenland. En we hebben jonge onderzoekers meer te bieden, doordat we ze sneller een privilege kunnen geven dat nu nog is voorbehouden aan hoogleraren.’