Van intervisie met hulp van video tot aan het bestrijden van plagiaat en classrooms flippen, tijdens het traject deden veertien UT-docenten ruim een jaar lang onderzoek naar hun eigen onderwijs. De resultaten waren gisteren te zien in het atrium.
Coördinator Marije Hahnen kijkt positief terug. ‘Vooraf spraken we de hoop uit dat we er een hechte groep van wilden maken. Dat is absoluut gelukt. Gezamenlijke bijeenkomsten waren een feest van herkenning, met bevlogen docenten die ervaringen deelden en hun eigen perspectief gaven op zaken. Dat gezamenlijke gedeelte bleek erg waardevol.’
'Uitzoeken en aftasten'
Zoals bij elke pilot, liep niet alles meteen gesmeerd. ‘Het was uitzoeken en aftasten’, vertelt Hahnen. En niet alle deelnemers haalden de eindstreep. ‘Oorspronkelijk zouden zestien deelnemers starten. Voor de start vielen er een paar af en gaandeweg het traject ook.’
Van de elf overgebleven deelnemers kregen gisteren zes (eigenlijk zeven, één was ziek en daardoor afwezig) een certificaat. ‘De anderen zijn hun onderzoek aan het afronden. Misschien zit het wel in de aard van het beestje van wetenschappers, maar sommigen maakten er bijna een proefschrift van. Dat is niet de bedoeling, want er staat 160 uur voor dit traject.’
Meer sturen en begeleiden
Hahnen schuwt niet om de hand in eigen boezem te steken. ‘Het is een stukje verwachtingsmanagement. Daar spelen we op in bij de tweede ronde. We gaan deelnemers selecteren op intrinsieke motivatie om ze vervolgens tijdens het traject meer te sturen en te begeleiden. Iedereen krijgt hetzelfde onderzoeksmodel aangeboden: de Scholarship of Teaching and Learning. Zo start iedereen het SKO-traject vanuit hetzelfde kader.’
Ambities zijn er genoeg. Zo denkt de coördinator dat de SKO een rol kan spelen in het traject om hoogleraar te worden op basis van onderwijsprestaties. Dat sentiment benadrukte rector Thom Palstra bij de bijeenkomst gisteren. Hij ziet de geslaagden als kartrekkers. ‘Dat is het breder doel van dit traject, dat mensen binnen deze organisatie de rol pakken van onderwijsexpert en de discussie over onderwijswaardering onder de staf op gang brengen.’
Bewust over eigen onderwijs
Hahnens ideaalbeeld is om binnen de certificering verschillende routes aan te bieden. ‘De pilot was erg onderzoeksmatig ingericht, maar je kunt ook denken aan andere competenties. Bijvoorbeeld dat iemand didactisch expert wordt of juist expert in mentorschap of buitenlandse onderwijsmethodes, om maar iets te noemen.’
Wat de SKO oplevert? ‘Het is een stuk bewustzijn van onderwijs als groter geheel. En dat je onderwijs benadert als onderzoeksonderwerp. Uiteindelijk hopen we dat deelnemers dat curriculair besef meenemen en dat UT-breed de onderwijskwaliteit verbetert.’