Een snelkookpan, zo kan de tenuretrack worden omschreven. Alleen de talentvolste jonge onderzoekers komen ervoor in aanmerking. In tien jaar doorlopen zij de stappen tot hoogleraar. Een pijnpunt in het huidige beleid is het ontbreken van ruimte om even pas op de plaats te zetten.
Terwijl die ruimte wel belangrijk is, zegt rector Thom Palstra, die in zijn vorige functie aan de RUG een petitie met dezelfde strekking ondertekende. ‘Er zijn goede redenen om even een stap terug te zetten bij life events. De tenuretrack valt doorgaans samen met de periode waarin mensen een gezin stichten. Of je wilt een tijd zorg verlenen aan een dierbare. Daar willen we ruimte voor creëren, voor zowel mannen als vrouwen.’
Naar beleid vertalen
Het voorstel is onderdeel van een ‘update van het huidige beleid’, zoals Palstra het omschrijft. In 2015 hield de UT een evaluatie van de tenuretrack, die zes jaar daarvoor werd ingevoerd op de campus. Verbeterpunten waren onder andere om de carrièreversneller beter in de markt te positioneren, meer te selecteren op toptalent en meer begeleiding te bieden. ‘Stuk voor stuk aanbevelingen die in de praktijk, bij de faculteiten en diensten, zijn overgenomen’, zegt Palstra. ‘Maar, die we nooit naar beleid hebben vertaald. Dat willen we nu doen.’
Palstra wil zuinig zijn op de tenuretracker. In navolging van de evaluatie is de carrièreversneller selectiever geworden. ‘Alleen de wetenschappers waarvan we echt denken dat ze uitblinken op de terreinen onderzoek, onderwijs en beleid komen in aanmerking’, zegt hij. ‘Dat vraagt ook een inspanningsverplichting van ons. We gaan beter vastleggen hoe we de onderzoekers begeleiden en hun voortgang monitoren. En we maken de start-up package formeel, iedere tenuretracker krijgt budget voor conferenties en deelname aan trainingen. Er komt ook een structuurrapport waarin staat hoe het onderzoek plaats krijgt in de faculteit.’
Met de aangepaste en meer selectievere tenuretrack, wil de UT meer ruimte bieden voor het reguliere carrièrepad. ‘Voor de evaluatie hadden we een voorkeur voor de tenuretrack’, blikt Palstra terug. ‘Daar zijn we op teruggekomen. Onze reguliere staf is ook belangrijk en voor hen is het net zo goed mogelijk de stappen tot hoogleraar te doorlopen. Daar willen we aandacht voor hebben’
Up-or-out
Als de Uraad instemt met de beleidsaanpassing, dan is het tenuretrack-beleid nog niet af, zegt Palstra. ‘Nu pakken we de dingen aan die in 2015 beleidsmatig zijn blijven liggen. Ik wil nog meer gesprekken voeren. Bijvoorbeeld met de Jonge Akademie en daar horen wat er leeft. Of ik al pijnpunten zie? Het beleid schrijft voor dat er na 2,5 jaar een up-or-out gesprek komt. Daar zou ik, maar dat is op persoonlijke titel, wat aan willen doen. Als wij een onderzoeker zien zitten, dan vraag ik me af of je zo snel zo’n gesprek moet voeren. Misschien moeten we dan wat beter selecteren.’