Is er nu wel of geen sprake van een vacaturestop? Het college van bestuur ontkent het in ieder geval in alle toonaarden.
‘Dat kan ik beamen: er is geen vacaturestop. Het is niet dat we totaal anders omgaan dan voorheen met vacatures, het is dat we het nu strenger en in een uitgebreider gesprek afwegen of het noodzakelijk is om een vacature wel of niet uit te zetten. Daarbij is het belangrijk om helder te onderscheiden waar het geld vandaan komt. Voor financiering uit de tweede en derde geldstroom – onderzoeks- en projectfinanciering – is er helemaal niks veranderd sinds de bezuinigingsaankondiging. Dat gaat gewoon door.
Voor financiering uit de eerste geldstroom – direct afkomstig van het ministerie – is het anders. Voorheen was het aan een eenheid om af te wegen een vacature uit te zetten. Nu is het bij de ondersteunende diensten zo dat het college van bestuur dit moet goedkeuren, bij de faculteiten is het aan het faculteitsbestuur om dat te doen.’
Hoe zit dat met de tijdelijke contracten? Hebben mensen nog zicht op een vast contract?
‘In feite precies hetzelfde als bij vacatures, ook hier ligt het uiteindelijke akkoord bij het college van bestuur of het faculteitsbestuur. Zij bepalen of een tijdelijk contract wordt omgezet in een vast contract. Als je op een noodzakelijke functie zit en je goed functioneert, dan hoef je je geen grote zorgen te maken. Dan wordt je tijdelijke contract gewoon omgezet in een vast dienstverband. Eigenlijk is er niet heel veel veranderd.’
Wat definieert ‘noodzakelijk’ in dit geval?
‘Daarbij is het vooral de vraag of er genoeg mensen zijn om bepaalde taken uit te voeren binnen een eenheid of dat specifieke expertise vereist is, die niet of lastig door anderen kan worden overgenomen. We kampen met dalende studentenaantallen. Dat terwijl onze kosten over de gehele linie stijgen, en niet alleen qua personeelslasten. Omdat we krimpen in de eerste geldstroom en ook minder studenten hebben om te bedienen, is het logisch dat ons personeelsbestand daarin meebeweegt.’
Volgens de begroting voor dit jaar moet de UT in 2024 krimpen met zo’n 80 fte, zo te zien alleen in ondersteunend personeel. Is dat realistisch met de huidig geldende maatregelen?
‘Met het strenger afwegen van de vacatures en rekening houdend met natuurlijk verloop, moet dat zeker te realiseren zijn.’
Hebben de zorgen van mensen op tijdelijke contracten jou en je afdeling bereikt?
‘Zeker, we proeven de onzekerheid bij mensen. Dat is duidelijk en bovenal ontzettend vervelend voor deze collega’s. De financiële situatie dwingt ons echter om de tering naar de nering te zetten, dat geldt voor de gehele hoger onderwijssector. Een van de grootste kostenposten is met zo’n 70 procent het personeel, onze collega’s zijn ons kapitaal. De bezuinigingen gaan helaas mensen raken bij wie een contract niet verlengd wordt.’
Krijgen deze mensen ondersteuning?
‘Er is infrastructuur beschikbaar en die hebben we ook in de HR-kolom gecommuniceerd. Waar mogelijk proberen we mensen te wijzen op andere baanmogelijkheden.’
Met het oog op de internationaliseringsdiscussie en politieke onzekerheid, wat zijn de vooruitzichten na 2024?
‘Ik verwacht niet dat we de huidige maatregelen snel los kunnen laten. Er is veel onduidelijkheid vanuit de politiek – en dat is absoluut frustrerend. We weten gewoonweg niet waar een nieuw kabinet mee komt. Wat we wel weten, is dat we aan de bak moeten om financieel gezond te blijven.’
Tot slot, hebben deze ontwikkelingen invloed op hoe aantrekkelijk de UT is als werkgever? Schrikken de bezuinigingen en de internationaliseringsdiscussie talent niet af?
‘We zijn en blijven een aantrekkelijke werkgever, zowel vanwege de aard van de werkzaamheden als wat we mensen te bieden hebben. Wat wel speelt, is dat de beeldvorming wordt aangepast vanuit de politiek, daar kampen we als gehele hoger onderwijssector mee binnen Nederland. Dat zal niet helpen om internationaal talent aan te trekken. Maar het is aan ons om te laten zien dat we nog steeds een goede en aantrekkelijke werkgever zijn.’