Met het agressieprotocol is een volgende stap gemaakt in de aanpak van agressie en geweld op de campus. Al eerder waren er bijeenkomsten rondom de #MeToo-discussie, maar ook de arbeidsinspectie eiste een dergelijk protocol voor de UT. Eerder werd de gedragscode al herzien.
HR-beleidsadviseur Nicole Torka, die het onderwerp onder haar hoede heeft: ‘Volgens de Arbowet is het verplicht zo’n protocol in huis te hebben. Van andere universiteiten begreep ik dat ze ook deze eis kregen. ’
Meer dan fysiek geweld
Torka maakte eerst een ronde langs organisaties als woningbouwverenigingen, GGD’s en ziekenhuizen om te zien wat er zoal is aan agressieprotocollen. ‘Ze beschrijven vaak fysiek geweld’, zegt ze. ‘Dat is een duidelijke vorm van agressie. De uitdaging ligt in vormen die je minder makkelijk herkent. Zoals pesten. Dat kan op de werkvloer zijn, maar ook via de mail. Of een medewerker wordt constant niet uitgenodigd om mee te lunchen.’
Deze vorm van pesten kan ook extremere vormen aannemen. Bijvoorbeeld een leidinggevende die een medewerker eruit probeert te werken, door vervelend en kleinerend gedrag. ‘Witte boorden agressie wordt dit wel genoemd’, zegt Torka. ‘Ik denk dat we daar op de UT eerder mee te maken hebben dan met fysieke agressie. Daarom heb ik het expliciet in de gedragscode gezet. Dit soort gedrag tolereren we niet op de campus.’
Ambassadeurs
De gedragscode die Torka schreef, is een houvast voor iedereen op de campus. Daarin staat wat wel en niet mag, en welke procedures en sancties de UT heeft. Torka: ‘Er staat beschreven waar medewerkers zich kunnen melden, maar ook dat ze eraan moeten denken om een dossier op te bouwen. En het beschrijft wat van leidinggevenden en zelfs het college van bestuur wordt verwacht. Uiteindelijk zijn we allemaal ambassadeurs van een open en geweldsvrije campus.’
Het nieuwe protocol geldt alleen voor medewerkers, studenten zijn er niet in opgenomen. ‘De Arbowet handelt over werknemers, en dit protocol valt daaronder’, zegt Torka. ‘Voor studenten is er een andere route. Die kunnen naar de studentadviseur.
Voor Torka is dit protocol een volgende stap in die ‘integrale aanpak’, een visie voor een preventieve aanpak en adequaat ingrijpen. Daarvoor brengt ze met verschillende partijen het proces samen. ‘Denk aan studieadviseurs, vertrouwenspersonen, de arbodienstverlener, beveiliging en de huisarts. Op al deze plekken komen meldingen binnen. Dat proces hebben we inmiddels gestandaardiseerd. Het voordeel is dat we daarmee jaarlijks een analyse kunnen maken: hoe staan we er voor? Geweld in welke vorm dan ook uitbannen, dat is een utopie. Maar we kunnen er wel zo goed mogelijk mee omgaan en ertegen optreden.’
Het agressieprotocol gaat ter advisering naar het Overlegorgaan Personeel Universiteit Twente (OPUT). Daarna buigt de Uraad zich in september erover.